K2 Kern vervolg les 26 - trappen van vergelijking en dan en als

Welkom! Ga startklaar zitten:
Telefoon in je zakkie, jas uit en spullen op tafel:
laptop, lesboek, JdW-map en etui.​

Zit je startklaar? Dan start je in NUMO.



1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom! Ga startklaar zitten:
Telefoon in je zakkie, jas uit en spullen op tafel:
laptop, lesboek, JdW-map en etui.​

Zit je startklaar? Dan start je in NUMO.



Slide 1 - Tekstslide

Agenda van vandaag
Vorige les: trappen van vergelijking & dan / als
Deze les:
Huiswerk nakijken van Les 29 - bijvoeglijk naamwoorden



Slide 2 - Tekstslide

Trappen van vergelijking 

Slide 3 - Tekstslide

DOEL



trappen van vergelijking en als/dan

- Je leert deze les wanneer je als/dan moet gebruiken bij de trappen van vergelijking


Slide 4 - Tekstslide

trappen van vergelijking

Slide 5 - Tekstslide

Trappen van vergelijking

Slide 6 - Tekstslide

Er zijn drie trappen van vergelijking: de stellende trap, de vergrotende trap en de overtreffende trap.


A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Vul aan:

...?… - bozer - …?...
A
boos, bozer, boost
B
boos, bozer, bozerst

Slide 8 - Quizvraag

Vul aan:
goed - ...?... - ...?...
A
goed, goeder, goedst
B
goed, beter, goedst
C
goed, beter, best

Slide 9 - Quizvraag

Maak zelf een zin met de trappen van vergelijking.

Slide 10 - Open vraag

Maak zelf een zin met de trappen van vergelijking.

Slide 11 - Open vraag

nog een keer:

Slide 12 - Open vraag

DOEL

- je weet wanneer je als/dan moet gebruiken bij de trappen van vergelijking
trappen van vergelijking en 
als en dan

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Als/dan
Gebruik dan:
- bij een vergotende trap: meer dan, kleiner dan, mooier dan
- bij ander, andere en anders: Het is anders dan ik dacht.

Gebruik als:
- bij net zo en even: net zo groot als, even mooi als
- bij niet zo: niet zo groot als
- bij drie keer, vier keer zo: vier keer zo groot als..

Slide 15 - Tekstslide

DE FOUTJES
  1. Lisa is jonger als mij (=fout)
  2. Gebruik 'dan' en 'als' niet door elkaar.
    'Dan' komt altijd na een vergrotende trap.
  3. Lisa is jonger dan ik (ben). (=goed)

Slide 16 - Tekstslide

Vandaag ben ik even slim als/ dan hem/ hij.
A
als en hem
B
als en hij
C
dan en hem
D
dan en hij

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Link

Evaluatie

Heb je de lesdoelen behaald?


-Weet je wat de trappen van vergelijking zijn?

-Weet je wanneer je 'dan' gebruikt?

-Weet je wanneer je 'als' gebruikt?


Slide 19 - Tekstslide

De opdrachten
Les 29 - Maak opdracht 4 t/m 8

Hoe? Je mag fluisterend overleggen.
Vraag? Steek je vinger op.
Klaar? NUMO / lezen


timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

Slide 21 - Tekstslide