Het bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt om een eigenschap van een zelfstandig naamwoord te benoemen.
Bv.: de mooie vrouw, het lieve kind
In het Duits bepalen 1. de naamvallen en 2. het geslacht van het znw de uitgang van het bvn.
Deze uitgangen verschillen tussen de der-Gruppe, ein-Gruppe en 0-Gruppe