Er zijn verschillende soorten teksten. Bijvoorbeeld een advertentie, een stripverhaal, een artikel, een gebruiksaanwijzing of een recensie.
Bespreek onderstaande vragen met je buurman/buurvrouw:
Waarom maakt iemand een grappige strip? En waarom zou iemand een gebruiksaanwijzing maken? Kortom: Met welk doel schrijft iemand? Wat wil hij/zij bereiken?
Jullie krijgen drie minuten de tijd.
timer
3:00
Slide 3 - Tekstslide
Uitleg §4 - Tekstdoelen
timer
3:00
Om te oefenen maken we klassikaal opdracht 1 van §4.
Ga naar pagina 26 van het boek.
Slide 4 - Tekstslide
Samenwerken - Advertentie
Maak samen een advertentie om iets via internet te verkopen, bijvoorbeeld via Marktplaats. Kies een van de volgende situaties:
Je bent gestopt met een hobby en je wilt die spullen nu verkopen.
Je hebt je kamer veranderd en je hebt besloten een aantal spullen weg te doen.
Bedenk welke spullen je verkoopt en noteer welke informatie in de advertentie moet staan (beschadigd, in goede staat, enzovoort).
Gebruik een titel en woorden die kopers enthousiast maken.
Zorg dat jullie advertentie opvalt.
In de tekst verwerk je twee synoniemen, twee tegenstellingen, twee omschrijvingen en twee voorbeelden
timer
20:00
Slide 5 - Tekstslide
Werk controleren
Ga nu samenwerken met een ander tweetal. Laat jullie tekst door het andere tweetal lezen. Dat tweetal:
markeert in de tekst woorden of zinnen die kopers enthousiast maken.
Noteert de hoofdgedachte en het onderwerp van de tekst.
Bespreek met beide tweetallen of de hoofdgedachte en het onderwerp kloppen. Hoe kunnen de teksten beter? Welke woorden vielen op? Welke woorden maken kopers enthousiast?
timer
10:00
Slide 6 - Tekstslide
Afronding
Vergeet de weektaak niet!
13 oktober staat de toets gepland!
We hebben na vandaag nog 9 dagen.
MAAK DE WEEKTAAK! OEFEN EN MAAK EXTRA OPDRACHTEN!
Slide 7 - Tekstslide
Agenda tweede uur
Inloop - 5 min
Even wat anders - 10 min
Aan de slag - 15 min
Oorlogswinter - 15 min
AFronding les - 5 min
Slide 8 - Tekstslide
Even wat anders!
Spel: Wat is er veranderd?
Ik zet 3 kinderen voor de klas, iedereen in de klas moet heel goed naar hen kijken.
Vervolgens doet iedereen de ogen dicht en verandert ieder kind voor de klas snel iets. Bijv. een mouw omhoog, haarband verwisselen, broekspijp oprollen etc.
Na 20 seconden mag iedereen kijken en raden wat er veranderd is.
Zijn drie kinderen te makkelijk? Dan zetten we er 4 of 5 voor de klas!
Slide 9 - Tekstslide
Aan de slag!
Weektaak voor deze week:
§2: opdracht 1, opdracht 2 (Ga extra oefenen! Maak ook opdracht 3)
§3: opdracht 1, opdracht 3 (Ga extra oefenen! Maak ook opdracht 2 en 7)
§4: Starten met §4, lees de theorie en maak opdracht 1.
timer
15:00
Deze weektaak is uiterlijk volgende week dinsdag af! Woensdag hebben we les en controleer ik of het gemaakt is!