Bloedsomloop les 6

Bloedsomloop 
les 6
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bloedsomloop 
les 6

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • 16 oefenvragen basisstof 1 t/m 4  ter voorbereiding op het SO.

  • Instructie basisstof 5, de nieren
  • Zelf aan de slag met de opgaven over nieren

Eindtoets thema 4 wordt gepland als het nieuwe rooster bekend is

Slide 2 - Tekstslide

1. Welk bestanddeel van het bloed zorgt voor het stollen van het bloed?
A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplasma

Slide 3 - Quizvraag

Bloedplaatjes
Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedstolling
Afweer
Zuurstof vervoeren
Hemoglobine

Slide 4 - Sleepvraag

3. Witte bloedcellen
A
vervoeren zuurstof
B
zorgen voor stolling
C
bevatten hemoglobine
D
bestrijden ziekteverwekkers

Slide 5 - Quizvraag

4. Rood afgebeeld bloed is zuurstofarm bloed
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

5. Een slagader...
A
Vervoert bloed van organen naar het hart
B
Vervoert bloed van het hart naar organen
C
Vervoert altijd zuurstofrijk bloed
D
Vervoert altijd zuurstofarm bloed

Slide 7 - Quizvraag

6. Wat is grootste slagader?
A
Bovenste holle slagader
B
Onderste holle ader
C
Aorta
D
Longslagader

Slide 8 - Quizvraag

7. Wat is géén ader?
A
1
B
6
C
7
D
11

Slide 9 - Quizvraag

8. In het bloed van een kransslagader zit meer zuurstof dan in het bloed van een kransader.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

9. Aders hebben aderkleppen.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

10. Hart-longen-hart is de.............?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Geen van beiden

Slide 12 - Quizvraag


11. Wat is de holle ader?
A
2
B
1
C
4
D
7

Slide 13 - Quizvraag

Begin kleine bloedsomloop
Begin grote bloedsomloop

Slide 14 - Sleepvraag


13. Hoe heet
onderdeel 7?
A
Linkerboezem
B
Linkerkamer
C
Rechterboezem
D
Rechterkamer

Slide 15 - Quizvraag

halvemaanvormige kleppen
longader
rechterkamer
onderste holle ader
kransader
harttussenwand
linkerkamer
hartkleppen
kransslagader
rechterboezem
linkerboezem
aorta
longslagader

Slide 16 - Sleepvraag

15. Wat is de taak van haarvaten?
A
Zuurstofarm bloed naar het hart brengen.
B
Zuurstofarm bloed naar de organen leiden.
C
Zuurstofrijk bloed naar de organen leiden.
D
Zuurstofrijk bloed langs spieren en organen leiden om bijv. zuurstof te brengen.

Slide 17 - Quizvraag

16. Haarvaten hebben:
A
De dikste wand
B
Een dikke wand, maar niet de dikste.
C
Een wand die uit 1 cellaag bestaat.
D
Geen wand.

Slide 18 - Quizvraag

De nieren

Slide 19 - Tekstslide

Doel
Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 20 - Tekstslide

Uitscheiden
Het proces waarbij afvalstoffen uit het bloed worden gehaald en uit het lichaam worden verwijderd.

Voorbeeld 
Koolstofdioxide - via longen
Vocht met afvalstoffen - via zweten en nieren

Slide 21 - Tekstslide

Nieren
Twee stuks (boonvormig)

liggen in de buikholte 

Organen die de afvalstoffen uit het bloed halen

Maken urine

Slide 22 - Tekstslide

blaas en urinebuis bij man
blaas en urinebuis bij vrouw

Slide 23 - Tekstslide

Ligging van de blaas

Slide 24 - Tekstslide

Blaas
  • Tijdelijke opvang urine
  • Urine verlaat de blaas via de urinebuis.


Urine kan verschillend van kleur zijn
Ochtend- urine = vaak donkerder van kleur

Slide 25 - Tekstslide

Wat ga je doen?
Maken opdracht 1 t/m 7 van basisstof 5
bladzijde 202 t/m 205

Slide 26 - Tekstslide