Hoofdstuk 7 les 4

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

7.4 Rekenen met formules

7.4 Rekenen met formules

Wat gaan we deze les leren:

• rekenen met een formule.
• Een tabel bij een formule maken

Wat moet je betalen als je 2 e-books leent?

Maak een formule bij deze pijlenketting

Wat moet je betalen voor 12 e-books?

Van pijlenketting naar formule

Let op! geen rekenwerk!!!

je haalt de pijlen en puntjes weg en plakt alles aan elkaar vergeet niet de = er tussen te zetten.

Van pijlenketting naar formule.

Hoe teken je een grafiek bij een pijlenketting?

1. 1. Pijlenketting 2. Grafiek
2. 1. Tabel 2. Grafiek
3. 1. Pijlenketting 2. Tabel 3. Grafiek
4. 1. Tabel 2. Pijlenketting 3. Grafiek

Dit is een ...

1. formule
2. pijlenketting
3. regel in woorden
4. geen idee

8 + aantal x 4 = bedrag
Dit is een ...

1. formule
2. pijlenketting
3. regel in woorden
4. geen idee

Pizza is €5,- per stuk.
Bezorg kosten is €2,-
Welke pijlenketting is goed?

1. A
2. B
3. C
4. D

Welke pijlenketting hoort bij deze tafelopstelling?

1. tafels >x2> ... >+3> stoelen
2. tafels >x4> stoelen
3. tafels >x3> ... >+2> stoelen
4. tafels >+2> ... >x3> stoelen

Welke formule hoort bij deze pijlenketting?

1. tijd x 40 + 30 = werkloon
2. tijd + 40 x 30 = werkloon
3. tijd + 30 x 40 = werkloon
4. tijd x 30 + 40 = werkloon

wat is de juiste formule bij pijlenketting hiernaast?

1. aantal - 30 x 7 = bedrag
2. aantal x 7 - 30 = bedrag
3. aantal x 7 = bedrag
4. bedrag x 7 - 30 = aantal

Welke formule hoort bij deze pijlenketting?

1. tijd x 40 + 30 = werkloon
2. tijd + 40 x 30 = werkloon
3. tijd + 30 x 40 = werkloon
4. tijd x 30 + 40 = werkloon

Maak van de volgende pijlenketting een formule

1. aantal x 2,50 ... + 21 = kosten
2. aantal x 2,50 +21 = kosten
3. aantal + 21 x 2,50 = kosten
4. aantal x21 + 2,50 = kosten

Meneer Buckers koopt voor 5 euro een fles siroop. Daarna verkoopt hij glazen limonade voor 60 cent per glas. Welke formule hoort bij dit verhaaltje?
Tip: Bedenk eerst de pijlenketting!

1. aantal x 0,60 + 5 = winst
2. aantal x 0,60 - 5 = winst
3. aantal + 5 x 0,60 = winst
4. aantal - 5 x 0,60 = winst

Hoeveel stoelen heb je nodig voor 1 tafel?

maak nu een formule bij het plaatje hierboven.

Schrijf je formule bij de volgende dia op.

Vul je formule in.

Hoeveel stoelen heb je nodig voor 10 tafels?

Hoeveel stoelen zijn er nodig voor 1 tafel?

maak hierbij een formule en vul die in op de volgende dia

hoeveel stoelen heb je nodig voor 6 tafels?

Vul je formule in.

Hoeveel stoelen heb je nodig voor 1 tafel? maak een formule bij het plaatje hierboven en vul die in op de volgende dia

Hoeveel stoelen heb je nodig voor 8 tafels?

Wiskunde - Aan de slag!

Lezen en maken: 

7.4: Rekenen met een formule bladzijde 22 t/m 24 opdracht 21 t/m 27 en het gele blok.

Belangrijke opdrachten om goed te kunnen/begrijpen zijn Alles

Schrijf steeds je berekeningen op!! (=SUPER BELANGRIJK)

Ben je klaar? Kijk je werk na!