SO T4 basisstof 1, 2 en 3 Basis

SO thema 4 bs 1 t/m 3
  • Lees de vragen zorgvuldig
  • Geef uitleg indien gevraagd word.
  • Heel veel succes.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

SO thema 4 bs 1 t/m 3
  • Lees de vragen zorgvuldig
  • Geef uitleg indien gevraagd word.
  • Heel veel succes.

Slide 1 - Tekstslide

Secundaire geslachtskenmerken zijn:
A
Kenmerken die vanaf de geboorte zichtbaar zijn
B
Kenmerken die vanaf de puberteit zichtbaar zijn

Slide 2 - Quizvraag

Primaire geslachtskenmerken
Welke onderdelen horen bij de primaire geslachtskenmerken?
Penis
Borsten
Veel lagere stem
Schaamlippen
Vagina
Bredere heupen
Balzak
Brede schouders
Baardgroei

Slide 3 - Sleepvraag

Wat houdt de puberteit in?
A
de periode waarin je geestelijk, lichamelijk en sociaal verandert
B
de periode waarin je lichamelijk en sociaal verandert
C
de periode waarin je geestelijk en sociaal verandert
D
de periode waarin je geestelijk, lichamelijk verandert

Slide 4 - Quizvraag

Sleep de onderstaande secundaire geslachtskenmerken naar het juiste vak (zie boven).
secundaire geslachtskenmerken
jongen
secundaire geslachtskenmerken
beiden
secundaire geslachtskenmerken
meisje
borsten
groeispurt
baard in de keel
bredere heupen
okselhaar
gespierdere lichaamsbouw
actiever worden zweetklieren
gezichtsbeharing

Slide 5 - Sleepvraag

In de puberteit
Wat is NIET waar?
A
krijg je meer een eigen mening
B
wil je vaak graag ergens bijhoren
C
ga je anders om met vrienden dan vroeger
D
ben je super zeker van jezelf op alle gebieden

Slide 6 - Quizvraag

In de puberteit verander je, dit komt door....
A
De groeispurt
B
Hormonen
C
School

Slide 7 - Quizvraag

Waaraan merkt een meisje dat ze vruchtbaar is?
A
vanaf de eerste ongesteldheid
B
vanaf de eerste schaamhaargroei
C
vanaf de geboorte
D
vanaf de eerste borstontwikkeling

Slide 8 - Quizvraag

Welk nummer hoort bij welk onderdeel van het vrouwelijke geslachtsorgaan?
eileider
eierstok
baarmoeder
schaamlip
vagina
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Slide 9 - Sleepvraag

Een vrouw menstrueert. Wat gebeurd er bij een menstruatie?

Slide 10 - Open vraag

Bij een vrouw zijn door een ontsteking de eileiders verstopt geraakt. Kunnen de eicellen in de baarmoeder terecht komen?

Slide 11 - Open vraag

In de afbeelding zie je de dikte van het baarmoederslijmvlies van een vrouw gedurende 33 dagen. Rond welke dag vond de ovulatie plaats?
A
Rond dag 8
B
Rond dag 15
C
Rond dag 22

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor ovulatie?

Slide 13 - Open vraag

welk onderdeel hoort niet bij het mannelijke voortplantingsstelsel?
A
zaadleider
B
bijbal
C
endeldarm
D
Prostaat

Slide 14 - Quizvraag


Door welke organen van het mannelijk voortplantingsstelsel wordt zaadvocht gevormd?

A
door orgaan 1 en 4
B
door orgaan 1 en 8
C
door orgaan 3 en 4
D
door orgaan 6 en 8

Slide 15 - Quizvraag

Welk deel van het mannelijk voortplantingsstelsel brengt de penis in erectie?
A
Zaadblaasjes
B
Voorhuid
C
Zwellichamen
D
Zaadleiders

Slide 16 - Quizvraag


Enkele organen van het mannelijke voortplantingsstelsel zijn:
1. Bijballen
2. Urinebuis
3. Teelballen
4. Zaadleiders
De zaadcellen worden gemaakt en komen volgens een bepaalde weg naar buiten. Welke weg belopen ze? 

A
1 – 2 – 3 – 4
B
3 – 1 – 4 – 2
C
3 – 4 – 1 – 2
D
1 – 3 – 2 – 4

Slide 17 - Quizvraag

Vanaf wanneer is een jongen vruchtbaar?
A
vanaf zijn eerste erectie
B
vanaf zijn eerste zaadlozing
C
als zijn ballen gaan hangen
D
als de eicel rijpt

Slide 18 - Quizvraag

Welk nummer hoort bij welk onderdeel van het mannelijke geslachtsorgaan?
teelbal
bijbal
prostaat
zaadblaasje
zwellichaam
zaadleider
Sperma
1
2
3
4
5
6
7

Slide 19 - Sleepvraag

Welke functie hoort waarbij?
urinebuis
zwellichaam
prostaat
balzak
zaadleider
zaadblaasje
bijballen 
teelballen
Vervoeren van zaadcellen.
Vocht toevoegen aan zaadcellen, waardoor deze beter gaan bewegen.
Huidplooi waarin teelballen en bijballen liggen. 
Tijdelijk opslaan van zaadcellen.
De penis in erectie brengen.
Produceren zaadcellen en het hormoon testosteron
Vervoeren van urine en sperma.
Vocht toevoegen aan zaadcellen, waardoor deze beter gaan bewegen.

Slide 20 - Sleepvraag