In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Medicatie
FORMULE (Nodig : Voorraad =) … X Volume van de voorraad = ANTWOORD
1% = 10mg per ml
Slide 2 - Tekstslide
Mevrouw Vliet krijgt dagelijks 7,5 mg zopiclon toegediend vanwege slaapproblemen. In het verzorgingstehuis zijn door een leveringsprobleem alleen tabletten van 3 mg beschikbaar. Hoeveel tabletten moet mevrouw Vliet dagelijks krijgen?
Slide 3 - Open vraag
Jordy is student verpleegkunde. Hij heeft momenteel een zware bacteriële infectie aan een wond op zijn been. Zijn huisarts heeft hem daarvoor een zwaar antibioticum voorgeschreven, van in totaal 6 gram per dag, verdeeld over 4 doses. Hij heeft tabletten van 750 mg tot zijn beschikking. Hoeveel tabletten dient Jordy per innamemoment te nemen?
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Mevrouw K moet 90 mg krijgen. Op het etiket van het ampul staat 4ml = 60mg. Hoeveel ml trek je op?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Medicatie per lichaamsgewicht
Per persoon kan medicatie verschillen op basis van het lichaamsgewicht.
Kijk naar hoeveelheid mg per kg en dit keer totale gewicht
Slide 10 - Tekstslide
Mw Sanches weegt 60 kg. Mw krijgt 20 mg per kg lichaamsgewicht per dag, verdeeld over 2 dosis. Hoeveel mg krijgt mevrouw per dosis.
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Mw Santos weegt 70 kg. Je moet haar per kg toedienen 0,1 mg Midazolam. Je beschikt over Midazolam 0,5 %. Hoeveel ml geef je?