1.3: De Kerk valt uiteen (2)

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Startopdracht:

• Ga zitten, pak je informatieboek, je schrift, pen, markeerstift en je iPad.
• Zet in het midden van een mindmap: Kritiek op de katholieke kerk.
• Noteer met blauw de kritiek die Luther en Erasmus hadden op de katholieke kerk.
• Noteer in een andere kleur welke kritiek voortkwam uit het nieuwe mens- en wereldbeeld.

1.3: De kerk valt uiteen

Deze les:

• Bespreken startopdracht
• Bespreken begrippen
• Afronden paragraaf 1.3 
• Aan de slag met opdrachten. 

Aan het einde van deze les

... kun je verschillen benoemen tussen katholieken en protestanten.

... kun je uitleggen welke stroming in Nederland de meeste aanhangers kreeg.

... kun je uitleggen welke strijd tussen godsdiensten er ontstond.

... Leer je wat de begrippen: Calvinisme en hagenpreken betekenen

Bespreken begrippen:

Aflaat

Vogelvrij

Protestantse Kerk

Hervorming

Reformatie

Katholieken en Protestanten

• Johannes Calvijn, veel aanhangers in Nederland
• calvinisme: iedereen moet de almachtige God dienen met een vroom en sober leven vol gebed, bijbellezing en hard werken.
• gelovigen mogen in opstand komen tegen vorsten en regeringen die het ware geloof bestreden.
• verschil met Luther, die verzet tegen de overheid niet toestond. 

Protestanten:

• alleen in de hemel komen door het geloof  en door Gods genade.
• direct contact met God door gebed en de Bijbel.
• geen geestelijken nodig
• protestantse geestelijken: dominee, predikant legden de Bijbel uit. Mochten wel trouwen, stonden niet boven de gewone gelovigen en konden geen zonden vergeven.

Protestanten:

• geen heiligen en relikwieën vereren.
• protestantse kerken zijn kaal, Katholieke kerken stonden vol met beelden, schilderijen en andere versierselen. 

Strijd tussen godsdiensten:

• overgang naar protestantisme had grote voordelen voor vorsten
• rijkdommen van de kerk in beslag nemen
• geen rekening houden met de paus
•  koningen van Engeland, Zweden en Denemarken braken met de katholieke kerk en legden hun onderdanen het protestantse geloof op.

Strijd tussen godsdiensten:

• Karel V jarenlang oorlog in het Duitse rijk met protestantse vorsten. Hele rijk moet weer katholiek worden
• 1555: Karel V geeft het op, iedere Duitse vorst mag zelf de godsdienst in zijn gebied bepalen.
• In de Nederlanden inquisitie 
• Protestanten als ketters vervolgen 

Aan de slag:                         VWO

• Lees de theorie op blz.  15 t/m 17. Markeer belangrijke woorden en zinnen met een markeerstift.
• Werk de leerdoelen en begrippen van paragraaf 1.3 verder uit in je document.
• Zoek uit hoeveel kerken er op dit moment zijn in Emmen, hoeveel zijn er katholiek, hoeveel zijn er protestants?
• Maak de paragraaftoets (SOM), let op je manier van antwoord geven, lees eventueel het document antwoordgeven op toetsvragen nog eens door (Teams, Bestanden)

Aan de slag:                        HAVO

• Lees de theorie op blz.  14 t/m 16. Markeer belangrijke woorden en zinnen met een markeerstift.
• Werk de leerdoelen en begrippen van paragraaf 1.3 verder uit in je document.
• Zoek uit hoeveel kerken er op dit moment zijn in Emmen, hoeveel zijn er katholiek, hoeveel zijn er protestants?
• Maak de paragraaftoets (SOM), let op je manier van antwoord geven, lees eventueel het document antwoordgeven op toetsvragen nog eens door (Teams, Bestanden)

Afsluiting:

... kun je verschillen benoemen tussen katholieken en protestanten.

... kun je uitleggen welke stroming in Nederland de meeste aanhangers kreeg.

... kun je uitleggen welke strijd tussen godsdiensten er ontstond.

... Leer je wat de begrippen: Calvinisme en hagenpreken betekenen

Verschillen tussen Katholiek en Protestant