:Les 23 Paragraaf 7.1 Import of export?

7.1 Import of export
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7.1 Import of export

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen van vandaag
Productdoelen:
  • Je weet wat internationale handel is
  • Je weet waarom we importeren en exporteren
  • Je weet wat het verschil is tussen een open en een gesloten economie
  • Je weet hoe we bij internationale handel vreemd geld gebruiken

Procesdoelen:
  • Je kunt in stilte een video bekijken

Slide 2 - Tekstslide

Internationale handel
= het kopen van producten uit een ander land en het verkopen aan andere landen



Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Import (invoer)
= Nederlandse bedrijven kopen producten in het buitenland.

Redenen om te importeren:
  • Sommige landen kunnen bepaalde goederen goedkoper maken
  • Sommige landen kunnen bepaalde goederen beter maken (kwaliteit)
  • Bepaalde grondstoffen komen in ons land niet of te weinig voor.
  • Sommige landbouwgewassen groeien niet in ons klimaat.
  • Consumenten willen uit meer producten en merken kunnen kiezen.


Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Export (uitvoer)
= Nederlandse bedrijven verkopen producten aan het buitenland.

Redenen om te exporteren:
  • Nederland is een klein land. Als een bedrijf zijn producten ook in een ander land kan verkopen, heeft het meer klanten.
  • Meer verkopen betekent voor het bedrijf meer geld verdienen en het zorgt voor meer banen.



Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

Wederuitvoer
Bij wederuitvoer worden goederen na het invoer onbewerkt doorverkocht.
Nederland importeert dus goederen, en exporteert deze vervolgens weer.



Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video

Betalingsbalans

Invoerwaarde = wat we in totaal betalen voor de import
Uitvoerwaarde = wat we in totaal verdienen aan de export

Op de betalingsbalans staan alle ontvangsten uit het buitenland en alle betalingen aan het buitenland.

Bij een handelsoverschot is de uitvoerwaarde hoger dan de invoerwaarde.
Het saldo op de betalingsbalans is dan positief.






Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video

Open en gesloten economie
Open economie
= een land met naar verhouding veel import en export

Gesloten economie
= een land met naar verhouding weinig import en export

Nederland
Is een klein land. Om veel te handelen, moeten we veel in- en uitvoeren. Ons land heeft dan ook een open economie.







Slide 13 - Tekstslide

Vreemd geld
Als je iets uit de Verenigde Staten of uit China importeert, moet je betalen met het geld van dat land (Dollar, Yuan).

Geld van een land dat niet de euro heeft, noem je vreemd geld.

De waarde van vreemd geld kan stijgen of dalen. Dan wordt voor ons de import duurder of goedkoper. 

Slide 14 - Tekstslide

Verwerking
Wat: Maken opdracht 1 t/m 15 (bladzijde 188 t/m 191)
Hoe: Individueel, zelfstandig
Tijd: rest van de les
Resultaat: Je hebt alle opdrachten van 7.1 af
Klaar: opdrachten nakijken (via magister)


Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk voor volgende les:
Paragraaf 7.1 maken & nakijken


Slide 16 - Tekstslide