In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
De tijd van monniken en ridders
hoofdstuk 3
Slide 1 - Tekstslide
Huiswerk 2.4 vraag 19 / 21
De uitspraak wordt voor een deel ondersteund. Minachting blijkt bijvoorbeeld uit ‘misdadige acties van de barbaren’.
Romeinse legerleiders selecteerden Bataven voor dienstplicht. Zij selecteerden oude of zwakke mannen om die tegen betaling weer te laten gaan, terwijl ze de mooiste jongens meevoerden en zich aan hen vergrepen. Tacitus noemt dit corrupt en pervers gedrag van Romeinen. Julius Civilis noemde dit in strijd met het bondgenootschap en slavernij.
Niet representatief voor het gedrag van Romeinen die veel Germanen als soldaat in dienst hadden. Wel representatief voor Germanen die niet altijd betrouwbaar waren.
Slide 2 - Tekstslide
Het Romeinse bestuur vervolgde aanhangers van niet-Romeinse godsdiensten meestal niet, maar christenen wel. Geef aan dat: − het niet vervolgen van aanhangers van andere religies gunstig was voor het Romeinse Rijk en − het vervolgen van de christenen te verklaren is vanuit het karakter van het christendom.
Slide 3 - Open vraag
De tijd van monniken en ridders
hoofdstuk 3
Slide 4 - Tekstslide
Oudheid → (vroege) middeleeuwen
Slide 5 - Tekstslide
Wat weet je over de Middeleeuwen?
Slide 6 - Woordweb
3.1 de opkomst van de islam
KA: het ontstaan en de verspreiding van de islam
Slide 7 - Tekstslide
Leerdoelen
Je weet:
hoe de islam ontstond
hoe het Arabische Rijk werd uitgebreid
hoe de Arabische samenleving en cultuur zich ontwikkelde
hoe de islam later in andere gebieden werd verspreid
Slide 8 - Tekstslide
Wat weet je al over de (opkomst van de) islam?
Slide 9 - Woordweb
De islam
De islam ontstond nadat Mohammed werd uitgekozen als profeet door Allah.
De engel Gabriel (Djibriel) zou verzen aan hem doorgegeven hebben, die later werden opgeschreven in de Koran.
Slide 10 - Tekstslide
Verspreiding van de islam
De islam kent ook een verspreidingsdrang.
Mohammed probeert mensen te bekeren in Mekka, maar wordt verdreven.
Gevolg: vlucht naar Medina in 622, waar hij wel veel volgelingen (moslims) krijgt.
Na de dood van Mohammed, breidden kaliefen (geestelijk en politieke leiders) hun gezag uit en daarmee wordt de islam steeds verder verspreid.
Slide 11 - Tekstslide
Oorzaken successen
Perzische en Byzantijnse rijk waren verzwakt
Militair sterk door nomadisch bestaan (paard en kameel)
Islam verbroederde
Hulp van overwonnen volkeren
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Onrust
Er ontstaat na de dood van kalief Ali in 661 onenigheid.
De Omajjaden stichten een dynastie, maar dit leidt tot opstand van de sjiieten, die werden onderdrukt door de soennieten.
Soennieten: de Koran volgen; kijken wie de beste leider is; kennis van de wet en de navolging er van
Sjiieten: directe familie van Mohammed; bloedlijn is belangrijk; kleinzoon Ali
Slide 14 - Tekstslide
Soennieten vs. Sji'ieten
Slide 15 - Tekstslide
De Arabische wereld
In 750 wordt de Omajjadenfamilie grotendeels vermoord.
Gevolgen:
een nieuwe kaliefendynastie (Abbassiden)
Spanje, Portugal en Marokko worden onafhankelijke rijken met een emir
Uiteenvalling van het Arabische Rijk in kleinere staten, bestuurd door een sultan
Slide 16 - Tekstslide
Meningsverschil over de opvolger
Soennieten: de Koran volgen --> kijken wie de beste leider is --> kennis van de wet en de navolging er van
Sjiieten: directe familie van Mohammed --> bloedlijn is belangrijk --> kleinzoon Ali
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Noem enkele overeenkomsten tussen de islam en het christendom
Slide 21 - Open vraag
Noem enkele verschillen tussen de islam en het christendom