Hoofdstuk 7 & 11 basis
1 / 24
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat zou hierbij de regel in woorden zijn?
A
Het aantal leerlingen keer
drie is het aantal kano's
B
Het aantal leerlingen gedeeld door drie is het aantal kano's
Slide 2 - Quizvraag
Wat kan je berekenen met deze pijlenketting?
A
Het aantal
B
De kosten
C
Het IN-getal
D
niks
Slide 3 - Quizvraag
IN-getal is 32. Wat is het UIT-getal?
A
42
B
420
C
32
D
320
Slide 4 - Quizvraag
Kim spaart elke maand €20,-
Hoeveel heeft zij gespaard na 4 maanden?
Hoeveel heeft zij gespaard na 4 maanden?
A
€ 100,-
B
€ 80,-
C
€ 60,-
D
€ 20,-
Slide 5 - Quizvraag
En hoeveel heeft ze gespaard na 7 maanden?
(ze spaart € 20,- per maand)
(ze spaart € 20,- per maand)
A
€ 140,-
B
€ 150,-
C
€ 70,-
D
€ 210,-
Slide 6 - Quizvraag
Maak de volgende Regel in woorden af, die hoort bij het sparen van Kim:
Het aantal maanden keer ____ is het bedrag in euro.
Het aantal maanden keer ____ is het bedrag in euro.
Slide 7 - Open vraag
Voor het maken van kroketten kan je de pijlenketting van hiernaast gebruiken.
Hoeveel gram vlees heb je nodig voor 10 kroketten? (schrijf ook de som op)
Hoeveel gram vlees heb je nodig voor 10 kroketten? (schrijf ook de som op)
Slide 8 - Open vraag
Wat is het UIT-getal bij deze pijlenketting?
A
20
B
22
C
18
D
25
Slide 9 - Quizvraag
Bereken de uitkomst van deze pijlenketting.
(alleen antwoord is voldoende)
(alleen antwoord is voldoende)
Slide 10 - Open vraag
PIJLENKETTING
FORMULE
Slide 11 - Sleepvraag
Dit is een pijlenketting:
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Dit is een pijlenketting:
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Hoeveel pijlen krijgt de pijlenketting bij deze formule?
aantal flessen x 0,25 + 1,50 = bedrag
aantal flessen x 0,25 + 1,50 = bedrag
A
1 pijl
B
2 pijlen
C
3 pijlen
D
geen pijl
Slide 14 - Quizvraag
Welke bewerking komt in de pijlenketting boven de eerste pijl?
15 + aantal weken x 8 = bedrag
15 + aantal weken x 8 = bedrag
A
+ 15
B
x 8
Slide 15 - Quizvraag
Maak van deze formule een pijlenketting:
aantal uren x 7 + 6 = bedrag
aantal uren x 7 + 6 = bedrag
Slide 16 - Open vraag
Maak van deze formule een pijlenketting:
2 + 8 x aantal = bedrag
2 + 8 x aantal = bedrag
Slide 17 - Open vraag
In een omgekeerde pijlenketting wordt dit veranderd:
A
niks, alles blijft hetzelfde
B
de pijlen blijven staan en de getallen wisselen van plaats
C
de pijlen keren om en de bewerkingen krijgen de tegengestelde
D
het IN en UIT getal draaien om
Slide 18 - Quizvraag
Wat gebeurt er met het IN- en UIT-getal in een omgekeerde pijlenketting?
A
Die blijven gewoon op dezelfde plek staan
B
Die wisselen om
Slide 19 - Quizvraag
Maak een omgekeerde pijlenketting bij deze pijlenketting:
Slide 20 - Open vraag
Maak een omgekeerde pijlenketting bij deze pijlenketting:
Slide 21 - Open vraag
Maak een omgekeerde pijlenketting bij deze pijlenketting:
Slide 22 - Open vraag
Bereken het aantal dagen bij hiernaast staande formule en bedrag.
Slide 23 - Open vraag
Bereken het aantal dagen bij hiernaast staande formule en bedrag.
