H5 t/m 7 herhalingsvragen op inhoud

ontdekkers en hervormers
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

ontdekkers en hervormers

Slide 1 - Tekstslide

Wat ontdekten ontdekkers en wat hervormden hervormers (tijd van ontdekkers en hervormers)? Geef een voorbeeld van een ontdekker en een hervormer.

Slide 2 - Open vraag

Noem een commerciële, religieuze/culturele en wetenschappelijke reden om op ontdekkingsreis te gaan.

Slide 3 - Open vraag

Wat hield het veranderde mensbeeld van de renaissance in?

Slide 4 - Open vraag

wat houdt het humanisme in?

Slide 5 - Open vraag

tijdens de renaissance veranderde het wereldbeeld van geocentrisch naar heliocentrisch. leg de begrippen uit en verklaar waarom dit wereldbeeld veranderde.

Slide 6 - Open vraag

geef in je eigen woorden aan wat er wordt bedoeld met de Reformatie.

Slide 7 - Open vraag

Wat werd er in 1555 besloten met de Vrede van Augsburg?

Slide 8 - Open vraag

Noem een belangrijk verschil tussen Luther en Calvijn.

Slide 9 - Open vraag

Wat was het standpunt van Willem van Oranje met betrekking tot godsdienstpolitiek?

Slide 10 - Open vraag

In 1581 wezen de gewesten Filips II af als landsheer van de Nederlanden. Op welke manier deden ze dat?

Slide 11 - Open vraag

Regenten en vorsten

Slide 12 - Tekstslide

Koning Lodewijk XIV werd ook wel de Zonnekoning genoemd. Leg uit waarom hij zich graag liet vergelijken met de zon. Koppel je antwoord aan zijn positie als absoluut vorst.

Slide 13 - Open vraag

Droit divan, wat wordt hiermee bedoeld?

Slide 14 - Open vraag

Geef drie redenen voor de voorspoed van de Nederlanden tijdens de 17e eeuw.

Slide 15 - Open vraag

Leg in eigen woorden uit hoe de volgende begrippen met elkaar samenhangen: Vroedschappen, regenten, de Gewestelijke Staten, de Staten-Generaal, de landsadvocaat/raadspensionaris en de stadhouder.

Slide 16 - Open vraag

Een kenmerkend aspect uit dit tijdvak: ' de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse republiek' Wat wordt er bedoeld met de bijzondere plaats in staatkundig opzicht?

Slide 17 - Open vraag

Verklaar de sterke handelspositie van de VOC.

Slide 18 - Open vraag

De WIC hield zich bezig met de driehoekshandel. leg dit begrip uit.

Slide 19 - Open vraag

Descartes was een empirisch denker. Wat wordt hiermee bedoeld?

Slide 20 - Open vraag

Noem twee belangrijke gevolgen van de wetenschappelijke revolutie.

Slide 21 - Open vraag

Pruiken en Revoluties

Slide 22 - Tekstslide

Verklaar de naam Pruiken en Revoluties.

Slide 23 - Open vraag

Leg uit wat de Verlichting was.

Slide 24 - Open vraag

Hoe dacht de verlichte denker Voltaire over godsdienst?

Slide 25 - Open vraag

Hoe dacht de verlichte denker Montesquieu over politiek?

Slide 26 - Open vraag

Hoe dacht de verlichte denker Adam Smith over economie?

Slide 27 - Open vraag

Wat kenmerkte het ancien régime?

Slide 28 - Open vraag

Wat houdt het verlicht absolutisme in?

Slide 29 - Open vraag

Geef aan wat abolitionisme betekent en verklaar waarom abolitionistische bewegingen juist tijdens de Verlichting ontstonden.

Slide 30 - Open vraag

Welke gebeurtenis wordt gezien als de start van de Franse Revolutie en wanneer vond dit plaats?

Slide 31 - Open vraag

In de 18e eeuw begonnen de Britse koloniën in Noord-Amerika zich tegen hun overheerser te verzetten. Waarom deden ze dat?

Slide 32 - Open vraag

Wat was de Boston Tea Party?

Slide 33 - Open vraag