Les 3 De Romeinen Leven en werken in de stad (hfdstuk 3 taak 11)

3. Het leven en werken in de stad
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens en MaatschappijMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3. Het leven en werken in de stad

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je weet wat stapstenen, badhuizen, aquaducten zijn.
  • Je kent enkele uitvindingen van de Romeinen.
  • Je weet hoe Romeinen de toiletten gebruikten.
  • Je weet wat een amfitheater is, hoe en waarom deze zo gebruikt werden.
  • Je weet wat romanisering is.


Slide 2 - Tekstslide

Nieuwe uitvindingen
De Romeinen hebben heel veel nieuwe dingen uitgevonden. Die waren eerst bijna nergens. Soms hadden ze het gezien bij mensen die ze hadden veroverd, soms bedachten ze ze zelf.

Slide 3 - Tekstslide

Geld
De Romeinen waren de eerste die muntjes gebruikten. Je hoefde niet meer te ruilen.
Het duurde lang voor iedereen geld gebruikte!

Slide 4 - Tekstslide

stenen wegen
De Romeinen hadden een groot rijk. Op modderweggetjes ging alles heel langzaam, daarom legden ze stenen neer. Die gingen door het hele rijk!

Slide 5 - Tekstslide

Stapstenen in de stad

Slide 6 - Tekstslide

Stromend water in de stad!
Stromend water!
De Romeinen hadden vaak een bron in de straat, voor water. Maar ook hadden ze badhuizen (thermen) en riolering. Onder de stenen stoepen hebben ze riolering. 

Slide 7 - Tekstslide

School
De Romeinen wisten dat als je slim was, je meer kon doen. Dus maakten ze scholen. Alleen voor rijke mensen en niet voor meisjes. Je leerde er lezen en schrijven, en wat over de wereld.

Slide 8 - Tekstslide

beton
De Romeinen zorden dat we nu beton hebben. Dat is heel sterk. Ze gebruikten het om huizen te bouwen.

Slide 9 - Tekstslide

Water leidingen 
Water kwam uit de kraan! Ze maakten aquaducten. Grote stenen bruggen, die water uit de bergen haalden. Zo had iedereen schoon water en werden mensen minder ziek. Ze maakten grote badhuizen voor alle mensen. Daar kon je je wassen.

Slide 10 - Tekstslide

Pont du Gard (Frankrijk) is een Romeins aquaduct dat later is uitgebreid tot brug.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe werkt een aquaduct?

Slide 12 - Tekstslide

Aquaducten
Waterleiding I
Dit is de waterleiding van toen. Is het niet knap?
Het water werd zo van een waterbron, soms kilometers verderop, naar de stad Rome gebracht.  
Waterleiding II
Het aquaduct stond iets schuin, zo stroomde het van hoog naar lager. Aqua betekent water. Duct betekent kanaal. Zo hadden de Romeinen stromend water!

Slide 13 - Tekstslide

Hoe maakten ze een aquaduct?

Slide 14 - Tekstslide

5 euro biljet 
Een aquaduct 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Toiletten

Slide 17 - Tekstslide

Samen poepen
Romeinen deden hun ontlasting op een groepstoilet. Even bijkletsen. Onder het toilet was stromend water, net als nu als je het toilet doortrekt.
Samen sponzen
Eenmaal klaar met hun grote boodschap, gebruikten de Romeinen een spons op een stok om de billen schoon te maken. 
De spons werd hergebruikt... Milieubewust!
Romeinse gewoontes

Slide 18 - Tekstslide

De badkamer
 Die hadden de Romeinen niet thuis maar ze gingen naar een gezamenlijk badhuis. 

Slide 19 - Tekstslide


Badhuizen


Rijke Romeinen waren regelmatig in badhuizen (thermen) te vinden. Niet alleen omdat ze het prettig vonden, maar ook om te vergaderen.
In sommige badhuizen zaten complete bibliotheken.

Een Romeins badhuis in Bath (Eng.)

Slide 20 - Tekstslide

Slaven stoken vuren voor de vloerverwarming en warme ruimten.
Een gezonde geest in een gezond lichaam: de Romeinen vonden sport en hygiëne erg belangrijk.
Er waren gescheiden ruimten voor mannen en vrouwen.
Ook hier weer latrines, de gezamenlijke toiletten.
Baden en ruimten waren er in allerlei temperaturen: van het koude frigidarium tot het snikhete laconium: een soort sauna
Hier bevond zich een gewoon zwembad, zoals je dat tegenwoordig ook kent.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Maak in stilte opdracht 1 t/m 8

Slide 23 - Tekstslide

De Arena van Nîmes (Frankrijk) is een amfitheater, gebouwd tussen 50 en 100 na Chr. en geïnspireerd op het Colosseum in Rome.
Het wordt tegenwoordig nog steeds gebruikt voor concerten en stierengevechten.
Amfitheater

Slide 24 - Tekstslide

Net als bij een modern stadion was (een deel van) de tribune overdekt met zonneschermen (velarium). Soms waren er de hele dag spelen, en dan moet je wel bescherming kunnen zoeken tegen de zon.
Er konden ongeveer 50.000 toeschouwers plaats nemen in het Colosseum.
Vlakbij het Colosseum lagen vier gladiatorenscholen. Eén van deze scholen stond met een ondergrondse gang in verbinding met het Colosseum.
Behalve gladiatorengevechten zijn er bij de opening ook zeeslagen nagespeeld. De arena werd dan gevuld met miljoenen liters water, en schaalmodellen van de schepen speelden de zeeslag dan na.
De loge van de Keizers
In de catacomben onder de arena-vloer wachtten de gladiatoren en de wilde dieren tot ze mogen vechten.

Slide 25 - Tekstslide

Het ziet er allemaal erg spectaculair uit, maar dit schilderij heeft niet zoveel met de werkelijkheid te maken. Het is een zwaar geromantiseerd beeld uit de 19e eeuw, ongeveer 1500 jaar na de val van het Romeinse Rijk!
Bij veel gevechten was er zelfs een scheidsrechter die keek of het gevecht wel eerlijk verliep.

Slide 26 - Tekstslide


Gladiatoren


Hoewel veel gladiatoren slaven zijn (geweest), zijn het echte sterren. 
Een goede gladiator (de naam komt van gladius, het korte zwaard) is daarom duur. 
Gevechten op leven en dood komen voor, maar worden als het even kan, voorkomen.

Slide 27 - Tekstslide

Het wagenrennen was levensgevaarlijk. Snelheden van meer dan 70 km/u kwamen voor, en in de smalle bochten was het dringen geblazen. Het publiek vond het prachtig. Overigens ook om met elkaar op de vuist te gaan: als hun renner niet had gewonnen, gingen hooligans met elkaar in gevecht.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Het Romeinse rijk. 
Romanisering

Slide 30 - Tekstslide

Romeinse Rijk 
Rome
Rome is de hoofdstad van het Romeinse Rijk. In het begin is het nog niet zo groot, maar het zal groeien tot deze bruine vlek. Zo groot was het!
Aan de Middellandse zee
De Griekse steden Sparta en Athene liggen aan de Middellandse Zee.
De stad Rome ligt ook aan de Middellandse Zee. Zo kennen de steden elkaar, via de handel. 
Een stukje Romeins Nederland
Maar een klein stuk van Nederland hoorde bij het Romeinse Rijk. 
De rest van Nederland was moeras, regenachtig en plat en niet zo interessant voor ze. 

Weet je nog?
Onze jaartelling begint bij de geboorte van Jezus.

Slide 31 - Tekstslide

Romanisering
Romanisering was het proces waarbij de volken waar de Romeinen de baas over waren, de Romeinse cultuur, gewoonten en taal overnamen. (en dus ook een stukje Griekse cultuur)

Slide 32 - Tekstslide

De Romeinen in Nederland
Bij Nijmegen (Noviamagus) en Xanten (Castra Vetera) lagen castra. Een castra is een groot fort, meestal voor een legioen. Dit was een leger van ongeveer 6000 soldaten.
De Bataven woonden in het gebied rond de grote rivieren. Dit gebied heet tegenwoordig de Betuwe, en vermoedelijk komt de naam van de Bataven

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Porta Nigra in Trier

Slide 35 - Tekstslide

Aan de slag..
met 
opdracht 8 t/m 12 

Slide 36 - Tekstslide