week 50 - voorkeur en bijvoeglijk naamwoord

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Buenos días

¿Qué vamos a hacer?

• herhalen ww -ar
• Hablar de preferencias
• Adjetivo
• repasar el verbo ser

Semana 50

Noteer in je agenda

Leren: tarea 1.4

Leren: bijvoeglijk naamwoord

module pág. 14, 15, 16

Leerdoel: -AR werkwoorden vervoegen

yo

tú

él, ella, usted

nosotros/as

vosotros/as

ellos, ellas, ustedes

ik

jij

hij, zij, u

wij

jullie

zij, u

De persoonlijke voornaamwoorden

ZORG ERVOOR DAT JE DE PERSOONLIJKE VOORNAAMWOORDEN IN HET SPAANS KENT!!!!!

yo

tú

él, ella, usted

nosotros/as

vosotros/as

ellos, ellas, ustedes

De uitgangen van de -AR werkwoorden

hablo

hablas

habla

hablamos

habláis

hablan

hablar = praten  stam: hablar

create.kahoot.it

create.kahoot.it

Hablar de preferencias

¿Cuál es tu .... favorito/a?

Wat is jouw favoriete......?

Mi .... favorito/a es ....

Mijn favoriete .... is ....

¿Cuál es tu ............ favorita?

1. deporte
2. país
3. número
4. comida

¿Cuál es tu libro........?

1. favorito
2. favorita

¿Cuál es tu deporte favorito?

1. la paella
2. el baloncesto
3. Inglaterra
4. el perro

¿Cuál es tu ............. favorito?

1. número
2. nombre
3. deporte
4. asignatura

¿Cuál es tu asignatura favorita?

1. el queso
2. el pez
3. Matemáticas
4. baloncesto

?Cuál es tu comida favorita?

?Cuál es tu pais favorito?

?Cuál es tu número favorito?

?Cuál es tu deporte favorito?

?Cuál es tu música favorita?

?Cuál es tu asignatura favorita?

Pop latina

quince

geografía

el baloncesto

Alemania

espaguetis

¿Cuál es tu ... favorito/a?

Pak je woordenlijst bij 1.4 en bedenk zelf 3 vragen in het Spaans wat iemand zijn/haar favoriete ... is. En geef daarop antwoord. 

Leerdoel: bijvoeglijk naamwoord

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Los adjetivos 

Wat je moet weten:

• Bijvoeglijke naamwoorden staan in het Spaans bijna altijd achter het zelfstandig naamwoord.
• Bijvoeglijke naamwoorden richten zich naar het zelfstandig naamwoord waar ze bij staan (mannelijk/vrouwelijk/enkelvoud/meervoud)
  

Módulo pág. 17 y 18

1. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o

 bijvoorbeeld: bonito (mooi), divertido (leuk),   pequeño (klein)

Bij de bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o verandert de -o in een -a als het bijvoeglijk naamwoord bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat. 

vb: el libro bonito (het mooie boek)

    la casa bonita (het mooie huis)

2. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -e.

bijvoorbeeld: inteligente (intelligent), horrible (verschrikkelijk)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -e veranderen niet wanneer ze bij een een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan. 

vb: el chico inteligente (de intelligente jongen)

    la chica inteligente (het intelligente meisje)

3. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker.

  bijvoorbeeld: genial (geniaal), azul (blauw)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker veranderen niet wanneer ze bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan. 

vb: el coche azul (de blauwe auto)

    la carpeta azul (de blauwe map)

Hoe vorm je het meervoud van zelfstandige
naamwoorden?

Meervoud van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden.

• Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een klinker krijgen in het meervoud een -s.

vb: el chico inteligente --> los chicos inteligentes

    la casa grande          --> las casas grandes

• Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker krijgen in het meervoud -es.

vb: el profesor genial --> los profesores geniales

    la situación difícil --> las situaciones difíciles

VERGEET NIET HET LIDWOORD OOK IN HET MEERVOUD TE ZETTEN!!!

A trabajar

Maak uit je LA: pág 34 ej. 1, 2, 3, 4 

pág 35 ej.6

LE: pág 11/12 2.1,2.2 en 2.3

Klaar? 

Ga dan zelf alvast verder met tarea 1.6 en 1.7

Leerdoel: bijvoeglijk naamwoord

Traduce

1. Wat is je favoriete muziek?
2. Mijn favoriete muziek is.....
3. Wat is je favoriete eten?
4. Mijn favoriete eten is....
5. Wat is je favoriete sport?
6. Mijn favoriete sport is....