A2C H0 les 2

cours no 2
H0               ON Y VA!
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

cours no 2
H0               ON Y VA!

Slide 1 - Tekstslide

Comment ça va ?
ça va super! J'ai 
la pêche!
Je suis en pleine forme!

je suis amoureux(se)
je suis fatigué(e)
je suis crevé(e)
je suis KO 
ça ne va pas du tout!
"ça va comme-ci comme ça

Slide 2 - Tekstslide

aujourd'hui c'est 
..................................

Slide 3 - Tekstslide

Quel temps fait-il aujourd'hui?

Slide 4 - Tekstslide




On parle
On révise: verbes op -er
On écoute


A la fin du cours

  • ik kan me voorstellen
  • ik kan zinnen maken met regelmatige werkwoorden.
  • ik heb met luisteren geoefend

Slide 5 - Tekstslide

A
Bonjour
Comment tu t'appelles ?
Tu es néerlandais?
Tu as quel âge? 
Tu habites où?
Tu  es en quelle classe?
Tu as passé de bonnes vacances?

Salut, à plus!
B





oui c'était chouette
bof, c'était comme-ci, comme ça
non, c'était nul

Slide 6 - Tekstslide

A
Begroet
vraag de naam
vraag of B Nederlands is
vraag de leeftijfd
vraag de woonplaats
vraag de klas
vraag of B een fijne vakantie heeft gehad

Neem afscheid
B





oui c'était chouette
bof, c'était comme-ci, comme ça
non, c'était nul

Slide 7 - Tekstslide

  • Wat is het verschil tussen een regelmatig werkwoord en
een onregelmatig werkwoord? 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Registreer op LessonUp
https://www.lessonup.com/nl/register/select

Kies: ik ben een leerling
Voer je voornaam en achternaam in
Gebruik je wachtwoord van school
Je klascode =  zmymg

Slide 10 - Tekstslide

verbes en - er

Slide 11 - Woordweb

Hoe vervoeg ik een ww op -er?
  1. Ik zoek de stam op: ik haal =er eruit      parler wordt parl-
  2. Ik voeg de uitgangen toe: -e,-es,-e,-ons,-ez, -ent

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

page 15 exercice 10a
  1. Thomas
  2. 13 ans
  3. quatrième
  4. anglais
  5. sympa
  6. à 9h00

Slide 14 - Tekstslide

  • réviser: de persoonlijke voornaamwoorden
                  de uitgangen van de werkwoorden op -ER
  • faire: exercice 9 page 14
                   exercice 10c page 15 : schrijf de zinnen tussen haakjes in het Frans

Slide 15 - Tekstslide

Vertaal het werkwoord
  1. (beginnen) je ............................ le matin à 8 heures 
  2. (vinden) ils ...............................mon livre dans 
  3. (terug naar huis gaan) elle ............................à 6 heures
  4. (zoeken) nous............................... la ville de New York
  5. (leuk vinden om te maken ) tu....................................................  tes devoirs?

Slide 16 - Tekstslide

Au travail!
ex 9 p. 14
ex 11a p 16
ex 12a p. 17 gebruik 1 woord per kolom en schrijf 5 zinnen

eerder klaar? ga naar verbuga.eu en oefen met être en avoir

Slide 17 - Tekstslide