bezittelijk voornaamwoord (bez.vnw)
Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets of iemand is.
Ik heb mijn kat vanochtend te eten gegeven.
Jullie zijn zijn spullen vergeten mee te nemen.
Marja heeft jouw agenda gevonden.
Ik heb uw tas op de schap gelegd.