Kader: Oefentoets H3
3.1:
Geef 3 voorbeelden van een geheel getal.
1 / 24
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
3.1:
Geef 3 voorbeelden van een geheel getal.
Slide 1 - Open vraag
3.1:
Wat is de waarde van het cijfer 5?
Heb je deze vraag niet goed of
wil je dit extra oefenen: Maak T1.
50
5000
5
50000
351
50872
15003
2395
Slide 2 - Sleepvraag
:
Welk getal ligt precies
tussen 3,6 en 3,7 in?
Welk getal ligt precies
tussen 3,6 en 3,7 in?
Heb je deze vraag niet goed of
wil je dit extra oefenen: Maak T2.
A
3,5
B
3,75
C
3,65
D
3,55
Slide 3 - Quizvraag
3.1:
431 is kleiner dan 423
Heb je deze vraag niet goed of
wil je dit extra oefenen: Maak T3.
A
waar
B
niet waar
C
D
geen idee
Slide 4 - Quizvraag
3.2: som, verschil, product en quotiënt:
De som van 4 en 12 is ..
Heb je deze vraag niet goed of
wil je dit extra oefenen: Maak T4 en T5.
A
8
B
48
C
16
D
3
Slide 5 - Quizvraag
3.2:
Het verschil van 4 en 12 is ..
Heb je deze vraag niet goed of
wil je dit extra oefenen: Maak T4 en T5.
A
8
B
48
C
16
D
3
Slide 6 - Quizvraag
3.2:
Het product van 4 en 12 is ..
Heb je deze vraag niet goed of
wil je dit extra oefenen: Maak T4 en T5.
A
8
B
48
C
16
D
3
Slide 7 - Quizvraag
3.2
Het quotiënt van 4 en 12 is ..
Heb je deze vraag niet goed of
wil je dit extra oefenen: Maak T4 en T5.
A
8
B
48
C
16
D
3
Slide 8 - Quizvraag
3.3 Volgorde van berekenen:
3 + 5 x 2 = ..
Heb je deze vraag niet goed of
wil je dit extra oefenen: Maak T6.
A
16
B
13
Slide 9 - Quizvraag
3.3:
12 - 6 : 3 = ..
Heb je deze vraag niet goed of
wil je dit extra oefenen: Maak T6.
A
2
B
10
C
-10
D
-2
Slide 10 - Quizvraag
3.3:
5 x (4 - 3) = ..
Heb je deze vraag niet goed of
wil je dit extra oefenen: Maak T6.
A
5
B
17
C
1
D
23
Slide 11 - Quizvraag
3.4 breuken:
In deze breuk is 24 de...
In deze breuk is 24 de...
10024
Heb je deze vraag niet goed of
wil je dit extra oefenen: Maak T7.
A
teller
B
noemer
C
decimaal
D
telgetal
Slide 12 - Quizvraag
3.4:
Welk deel
is blauw?
Welk deel
is blauw?
Heb je deze vraag niet goed of
wil je dit extra oefenen: Maak T8 en T9.
A
31
B
53
C
41
D
51
Slide 13 - Quizvraag
3.4:
is gelijk aan...
is gelijk aan...
31
Heb je deze vraag niet goed of
wil je dit extra oefenen: Maak T10 en T11.
A
52
B
72
C
62
D
91
Slide 14 - Quizvraag
3.5 Decimale getallen:
Geef een voorbeeld van
een decimaal getal.
Geef een voorbeeld van
een decimaal getal.
Heb je deze vraag niet goed of
wil je dit extra oefenen: Maak T12.
Slide 15 - Open vraag
3.5:
= ...
= ...
101
Heb je deze vraag niet goed of
wil je dit extra oefenen: Maak T12.
A
1,0
B
0,1
C
0,01
D
0,001
Slide 16 - Quizvraag
3.5:
= ...
= ...
1001
Heb je deze vraag niet goed of
wil je dit extra oefenen: Maak T12.
A
1,0
B
0,1
C
0,01
D
0,001
Slide 17 - Quizvraag
3.5:
= ...
= ...
109
Heb je deze vraag niet goed of
wil je dit extra oefenen: Maak T12.
A
9,0
B
0,9
C
0,09
D
0,009
Slide 18 - Quizvraag
3.5:
= ...
= ...
10024
Heb je deze vraag niet goed of
wil je dit extra oefenen: Maak T12.
A
24
B
2,4
C
0,24
D
0,024
Slide 19 - Quizvraag
3.5:
Rond 3,5468 af op 1 decimaal.
Rond 3,5468 af op 1 decimaal.
Heb je deze vraag niet goed of
wil je dit extra oefenen: Maak T13.
A
3,5
B
3,6
C
3
D
3,55
Slide 20 - Quizvraag
Leerdoel 3.5:
Rond 3,5468 af op 2 decimalen.
Rond 3,5468 af op 2 decimalen.
Heb je deze vraag niet goed of
wil je dit extra oefenen: Maak T13.
A
3,54
B
3,55
C
3,5
D
3,547
Slide 21 - Quizvraag
3.5:
Rond 3,5568 af op 1 decimaal.
Rond 3,5568 af op 1 decimaal.
Heb je deze vraag niet goed of
wil je dit extra oefenen: Maak T13.
A
3,5
B
3,6
Slide 22 - Quizvraag
3.5:
Rond 18,34901 af op 2 decimalen.
Rond 18,34901 af op 2 decimalen.
Heb je deze vraag niet goed of
wil je dit extra oefenen: Maak T13.
A
18,35
B
18,34
