In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Ik belijd
Les 4
Ik heb Jezus nodig
Slide 3 - Tekstslide
Jezus
Slide 4 - Woordweb
Ik heb Jezus nodig
A
om me goed te voelen
B
om te slagen in het leven
C
om in de hemel te komen
D
om....weet ik eigenlijk niet
Slide 5 - Quizvraag
Ik kan niet zonder Jezus omdat...
Slide 6 - Open vraag
Welke naam voor Jezus spreekt je het meest aan?
A
Redder
B
Middelaar
C
Vriend
D
Verlosser
Slide 7 - Quizvraag
Welke naam voor Jezus spreekt je het meest aan?
A
Licht der wereld
B
Brood des levens
C
Begin en einde
D
Die is en die was en die komt
Slide 8 - Quizvraag
Jezus ontmoet allerlei mensen. Ik herken mij het meest in
A
de farizeeër
B
de verlamde man
C
de tollenaar
D
een willekeurige toeschouwer
Slide 9 - Quizvraag
Jezus wordt Gods Zoon genoemd. Dat betekent dat Hij
A
goddelijk is
B
God is
C
half God en half mens is
D
mens van goddelijke oorsprong is
Slide 10 - Quizvraag
Dat Jezus mens is, spreekt me meer aan dan dat Hij God is
A
Eens
B
Oneens
Slide 11 - Quizvraag
Waarom is het belangrijk om te geloven dat Jezus helemaal God en helemaal mens is?
Slide 12 - Open vraag
Hoe weet je dat Jezus echt God is?
A
Hij doet wonderen
B
Hij vergeeft zonden
C
Dat zeiden zijn tijdgenoten
D
Dat zegt God zelf
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
En Thomas antwoordde en zei tegen Hem: Mijn Heere en mijn God! Jezus zei tegen hem: Omdat u Mij gezien hebt, Thomas, hebt u geloofd; zalig zijn zij die niet gezien zullen hebben en toch zullen geloven.
Slide 17 - Tekstslide
Jezus wordt de Immanuël genoemd (God met ons). Wat betekent dat voor jou persoonlijk?
A
Hij volgt mij overal
B
Hij kent mijn leven
C
Hij legt de verbinding met God
D
Niets
Slide 18 - Quizvraag
Wat kwam Gods Zoon doen op aarde?
Slide 19 - Open vraag
De verzoening met God verandert mijn leven
A
Ja, dat merk ik
B
Nee, ik merk daar niets van
C
dat zou moeten , maar...
D
dat hoeft niet
Slide 20 - Quizvraag
Jezus heeft de dood en de duivel overwonnen. Wat hebben wij nog te overwinnen?