7.1

Lezen
timer
15:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Nakijken werkbladen
  • Uitleg voornaamwoorden
  • Aan de slag met opdrachten

Doel van de les:
- Je kunt het bez. vnw en pers. vnw herkennen in een zin

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaat hier mis?

- Ik heb me boek helaas vergeten.

- Hun hebben jou fietssleutel gevonden.

- Lever hier u lege flessen in.

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaat hier mis?

- Ik ben mijn boek helaas vergeten.

- Zij hebben jouw fietssleutel gevonden.

- Lever hier uw lege flessen in.

De vetgedrukte woorden noemen we .... ?
De rode woorden noemen we .... ?
  • Let op: Het regent dat het giet.

Slide 4 - Tekstslide

Je kunt het bezittelijk vnw ook zelfstandig gebruiken

  • Ik ben mijn boek helaas vergeten.
  • Het is de mijne.
  • Zij hebben jouw fietssleutel gevonden.
  • Het is de jouwe
  • Lever hier uw lege flessen in.
  • Het zijn de uwe



Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

huiswerk:
opdr 1 t/m 6, blz 9 t/m 13

Slide 7 - Tekstslide

Lezen
timer
15:00

Slide 8 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Terugblik vorige les
  • Uitleg zww en hww
  • Aan de slag met opdrachten
  • Nieuwsquiz

Doel van de les:
- Je kunt het zww en hww benoemen in een zin.

Slide 9 - Tekstslide

Wat weet je nog.....
...... over het hulpwerkwoord en het zelfstandig werkwoord?

Slide 10 - Tekstslide

Wat weet je nog.....
...... over het hulpwerkwoord en het zelfstandig werkwoord?
Ik loop naar school.
Ik heb naar school gelopen.
Ik zal naar school moeten lopen.


Slide 11 - Tekstslide

Wat is het hww in deze zin?
Ik ga vanmiddag een taart bakken.
A
ga
B
bakken

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het zww in deze zin?
Voetballen kan Max als de beste!
A
beste
B
kan
C
voetballen

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het zww in deze zin?
Ik loop wel even met je mee.
A
loop
B
mee
C
loop mee

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel hww's heeft deze zin?
Ik zal een baantje moeten gaan zoeken.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het zww in deze zin?
Ik zal een baantje moeten gaan zoeken.
A
zal
B
moeten
C
gaan
D
zoeken

Slide 16 - Quizvraag

Wat ga je nu doen?

- Zorg dat je alle opdrachten t/m 6 gemaakt hebt
- Kijk daarna je antwoorden na met het antwoordenblad op GC.
- Maak daarna de opdrachten 7 t/m 9.
- Klaar? Kijk ook deze antwoorden na.
- Tot slot maak je de zelftoets op Op Niveau Online (7 Taalverzorging 3 --> 7.1 Grammatica --> Opdrachten --> Zelftoets)

Slide 17 - Tekstslide