4.1 Wat levert werken op?

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Wat levert werken op?
Leerdoelen:
  • Ik kan uitleggen wat een CAO is
  • Ik kan uitleggen hoe je je nettoloon kunt berekenen
  • Ik kan uitleggen wat het minimum(jeugd)loon is
  • Ik kan berekeningen maken met het minimum(jeugd)loon

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsovereenkomst
Arbeidsovereenkomst = overeenkomst tussen werkgever en werknemer

Hierin staan onder andere (arbeidsvoorwaarden):
  • Welk werk je gaat doen
  • Loon/salaris (brutoloon)
  • Uren per week

Arbeidsvoorwaarden = afspraken tussen werkgevers en werknemers over de rechten en plichten die er gelden voor het werk (in arbeidsovereenkomst)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsovereenkomst
CAO = Collectieve ArbeidsOvereenkomst
Individuele  arbeidsovereenkomst
Bedrijfstak
1 Werknemer

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

     Klaar? 
  • Maak de herhalings-
     opdrachten 
     van par. 4.1
     op blz. 118
Maak blz. 100:
opdracht
1 t/m 4
timer
7:30

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat houd ik over? (=nettoloon
brutoloon
€2.295
loonbelasting
€317

sociale premies
€112
Formule
nettoloon = brutoloon - (loonbelasting + sociale premie)

Slide 6 - Tekstslide

Het loon dat uiteindelijk gevormd is komt in je arbeidsovereenkomst te staan. Dat loon noemen we het brutoloon.

Dit is helaas niet het loon dat uiteindelijk op je rekening gestort wordt. Van je brutoloon worden er sociale premies en belasting ingehouden. Dat was je overhoud noemen we het nettoloon. Dit is het bedrag dat uiteindelijk op je rekening ziet.

De formule die hierbij hoort is:
nettoloon = brutoloon - (loonbelasting+ sociale premie)
Maak blz. 100/101: opdracht 
5 t/m 8
timer
10:00
     Klaar? 
  • Maak de herhalings-
     opdrachten 
     van par. 4.1
     op blz. 118

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het minimumloon
Als werknemer heb je recht op het wettelijk minimumloon. In de Wet minimumloon staat hoeveel een werknemer van 21 jaar en ouder minimaal moet verdienen met een voltijdbaan.


Als je jonger bent dan 21, verdien je minimaal het minimumjeugdloon. Dit is een percentage van het minimumloon van iemand van 21 jaar of ouder.

Slide 8 - Tekstslide

Het minimumloon:
Als werknemer heb je recht op het wettelijk minimumloon. In de Wet minimumloon staat hoeveel een werknemer van 21 jaar en ouder minimaal moet verdienen met een voltijdbaan.
 
Als je jonger bent, verdien je minimaal het minimumjeugdloon. Dit is een percentage van het minimumloon van iemand van 21 jaar of ouder. 
Het minimumloon van nu

Slide 9 - Tekstslide

Zoals je in de tabel ziet zie je dat je bij ieder levensjaar minder verdient. 
Als je jonger bent dan 21 is de kans klein dat je dezelfde vaste lasten heb als een gezin. Daarom heb je ook minder geld nodig om rond te komen.

Ook heeft de overheid voor deze regel gekozen om te zorgen dat jongeren eerder naar school gaan dan werken op jongen leeftijd, zodat zij later een geschoolde baan hebben waarbij zij meer verdienen. 

De bedragen zijn om te rekenen in percentages. Hierbij is het loon van 21 jaar altijd je geheel van 100%

     Klaar? 
  • Herhalings-
     opdrachten 
     van par. 4.1
     op blz. 118
Maak blz. 102: opdracht
9 t/m 11
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van maandloon naar weekloon

  1. Eerst naar een heel jaar dus x 12
    (12 maanden is 1 jaar)
  2. Dan terug naar 1 maand dus : 52
    (52 weken is één jaar)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 1
Bij de Albert Heijn verdient Lukas 84,60 per maand als vakkenvuller.

Hoeveel verdient Lukas per week?
timer
1:30

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening 2
Je weekloon is 125,02.
Je werkt 38 uur per week.

Hoeveel is dan je uurloon?
timer
1:30

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag met H 4.1
Blz. 100, 101, 102 en 103 --> lezen + maken

Je kunt kiezen:
1. Zelfstandig werken
2. Opdracht 5, 6, 7, 8, 12, 13, 14 samen maken met de docent

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies