3. De verzorgingsstaat

3. Van wieg tot graf
De opbouw van de verzorgingsstaat
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3. Van wieg tot graf
De opbouw van de verzorgingsstaat

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van de paragraaf kun je uitleggen:
- Waarom na de Tweede Wereldoorlog een verzorgingsstaat wordt opgebouwd.
- Wie Willem Drees was
- Wat sociale verzekeringen zijn
- Wat het verschil is tussen een sociale verzekering en een sociale voorziening. 
- Op welke manier de overheid de verzorgingsstaat betaald. 

Slide 2 - Tekstslide

Verder na de oorlog
  • Tussen 1940 en 1945 is Nederland in oorlog.
        - Tweede Wereldoorlog
  • Als Nederland compleet bevrijdt is in 1945 ligt heel Nederland in puin en moet opnieuw worden opgebouwd.
      - De wederopbouw
 
  • De Nederlandse regering had geleerd van Colijn en zijn crisisbestrijding.
      - Niet afwachten en bezuinigen, maar aanpakken.
      - Harde arbeid en samenwerking moet Nederland opbouwen.


Slide 3 - Tekstslide

Rooms-Rode coalitie
  • In de regering van dat moment zitten de twee, op dat moment, grootste partijen:
       - De Katholieke Volkspartij (KVP)
       - De Partij van de Arbeid (PvdA)
  • Samen vormen zij de Rooms-Rode Coalitie
       - Rood voor socialisme
       - Rooms voor katholicisme/confessionalisme

  • Samenwerken is hun belangrijkste motto.
  • Ondanks hun enorme verschillende opvattingen


Slide 4 - Tekstslide

De geleide Loon- en prijspolitiek
  • De overheid ging zich tijdens de wederopbouw erg bemoeien met de economie
       - Lonen worden vastgezet.
  • Bedrijven kunnen hun geld gebruiken voor meer werkgelegenheid of productie.
       - Kunnen producten hierdoor ook goedkoop aanbieden.
       - Hierdoor kunnen bedrijven veel produceren en verkopen
       - Werkeloosheid neemt af.

  • Ook internationale samenwerking komt aan bod.
       - Marshallplan
       - Amerika leent geld aan o.a. Nederland voor de wederopbouw
       - In ruil voor politieke samenwerking met de VS.


Slide 5 - Tekstslide

Leg in eigen woorden uit wat de geleide loon- en prijspolitiek is.

Slide 6 - Open vraag

De eeuwige discussie
  • Niet alleen de economie, maar ook de armoede onder de bevolking is een aandachtspunt.
       - Medeleven voor de zwakkeren.
       - Angst voor communistische revolutie.
       - Grote bewondering in Europa voor communisme.

  • Er ontstaat in de politiek weer de discussie:
      ‘In hoeverre moet de overheid zorgen voor de burgers en zich met de burgers bemoeien?’
  • De PvdA wilde uitkeringen!
       - Kwam wel weerstand tegen.



Slide 7 - Tekstslide

Waarom is het niet gek dat na de crisis en WOII steeds meer mensen vinden dat de overheid de mensen moet helpen?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Link

Wie was Willem Drees?

Slide 10 - Open vraag

Willem Drees
  • In de coalitie zit ook PvdA’er Willem Drees.
        - Minister van sociale zaken.
  • Hij wilde het armoedeprobleem in Nederland aanpakken.
       - Beginnende bij de ouderen.

  • Voert in 1947 de Noodwet Ouderdomsvoorziening in.
      - Ouderen die te weinig verdienen of gespaard hebben, krijgen een uitkering.
  • In 1957 vervangen door de Algemene Ouderdomswet (AOW).
      - Iedereen vanaf 65 recht op een uitkering.



Slide 11 - Tekstslide

Vadertje Drees
  • Deze noodwet en andere ideeën maakt Willem Drees enorm populair onder de Nederlanders.
       - Voorbeeldfunctie in zware tijd van wederopbouw.
       - Zuinigheid, bescheidenheid en hard werken.
  • Krijgt al snel de bijnaam: ‘Vadertje Drees.’

  • Onder leiding van Willem Drees worden de sociale wetten nog verder uitgebreid.
       - 1952: Werkeloosheidswet (WW)
       - 1967: Wet Arbeidsongeschiktheid (WAO)


Slide 12 - Tekstslide

Solidariteit
  • Om al deze zaken te betalen komt regering Drees met de sociale verzekering.
        - Verplichte verzekering die men via de overheid afsluit.
        - Mensen betalen premies van hun inkomen.
        - Hoe meer je binnenkrijgt, hoe meer je betaalt.

  • Het geld wat binnenkomt gebruikt de overheid om uitkeringen mee te betalen.
       - De werkende mens betaalt nu voor de zwakkeren.
  • Dit vanuit het solidariteitsbeginsel.
       - De sterken helpen de zwakkeren.


Slide 13 - Tekstslide

Sociale voorzieningen
  • Toch waren er mensen die geen gebruik konden maken van de sociale verzekeringen.
       - Mensen die geen recht meer hebben op een uitkering.
 
  • In 1965 komt de KVP’er Marga Klompé met de Algemene Bijstandswet.
       - Mensen die het nodig heeft, heeft recht op financiële hulp.
       - Niet langer meer afhankelijk van liefdadigheid.
  •  Sociale voorziening waar de overheid zelf deze kosten betaald.

  • Hier hebben ze veel geld voor nodig.
       - Belasting over de lonen en accijns.
       - Verkoop van aardgas nadat in Groningen in 1959 aardgas werd ontdekt.


Slide 14 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een sociale verzekering en sociale voorziening?

Slide 15 - Open vraag

Van wieg tot graf
  • Zo ontstond na de Tweede Wereldoorlog de verzorgingsstaat.
       - Maar bestond niet alleen uit financiële hulp.
       - Ook zorg via verbetering onderwijs en gezondheidszorg moet het leven van de burgers                    beter maken.

  • Waar aan het einde van de 19e eeuw iedereen voor zichzelf moet zorgen, zorgen tegen het einde van de 20e eeuw mensen voor elkaar.
  •  Zo waakt de staat ervoor dat jij je hele leven verzorgt wordt.
       ‘Van wieg tot graf’.



Slide 16 - Tekstslide