3. Omgaan met feedback

Omgaan met feedback
Hoe geef je feedback?
En waar let je op als je feedback krijgt?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Omgaan met feedback
Hoe geef je feedback?
En waar let je op als je feedback krijgt?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

En?
Wat valt je op?
Hoe wordt er feedback gegeven?
Wat zou jij prettig of niet prettig vinden?

Slide 3 - Tekstslide

Wat is feedback?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag met feedback
In twee- of drietallen:
geef elkaar feedback met de ontvangen tips
Hoe voelde dat?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Feedback formuleren
Goede feedback heeft de volgende kenmerken:
het beschrijft het waargenomen gedrag
het geeft een concrete tip of suggestie ter verbetering

Slide 10 - Tekstslide

Nu jullie!
Verbeter deze feedback:
‘Wat zat je door het verhaal van die klant heen te kletsen.’

Slide 11 - Tekstslide

Eventueel goede antwoorden
‘(1) Het viel me op dat je de klant regelmatig onderbrak. 
of
(2) Laat de volgende keer de klant rustig zijn verhaal doen en geef dan pas jouw reactie.’

Slide 12 - Tekstslide

Hoe reageer je op feedback?
Een goede reactie heeft de volgende kenmerken:
1. gebruik minstens twee zinnen
2. geef aan of je de feedback herkent en wat je ermee doet

Slide 13 - Tekstslide

Hoe reageer jij?
Je collega zegt tegen jou: ‘Ik zie dat je veel taalfouten maakt in je e-mails. Daar zou je wel beter op moeten letten.’

Slide 14 - Tekstslide

Mogelijke antwoorden
Goed dat je dat tegen me zegt. Zou je samen met mij naar zo’n e-mail kunnen kijken, zodat ik weet waar ik aan moet werken?
of
Dank dat je dit zegt. Ik vind het best lastig, heb jij een tip voor mij?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide