Klas 2: thema 5 blok 1

Blok 5
Liefde en seks
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Blok 5
Liefde en seks

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen
Inleiding Thema
Uitleg blok  1
Maken vragen blok 1

Slide 2 - Tekstslide

Wat ga je leren
Welke verschillende relaties er zijn
Wat is verliefdheid
Verschillende manieren om verliefd te zijn

Slide 3 - Tekstslide

Wie heeft er een relatie?

Slide 4 - Tekstslide

Werkrelatie
 Bijvoorbeeld met: collega’s op het werk, docenten, klasgenoten
 Je ontmoet elkaar op het werk of op school
 Alleen of samen doe je het werk
 Je hebt elkaar nodig om het werk goed te doen.

Liefdesrelatie

 Je hebt een hele bijzondere band met elkaar
 Je houdt van elkaar
 Je kiest voor elkaa
Persoonlijke relatie
 Bijvoorbeeld met: je ouders, een vriend(in)
 Je hebt een band met mensen
 Je gaat vrij met elkaar
 Je vertelt elkaar persoonlijke dingen


Zakelijke relatie

 Bijvoorbeeld met: de buschauffeur, de caissiére.
 Je hebt af en toe contact
 Je gaat zakelijk met elkaar om

Slide 5 - Tekstslide

Verliefd zijn
Je voelt je anders
Wat is het
Onzekerheid
Wederzijds
Verkering

Slide 6 - Tekstslide

Variaties in verliefdheid

Genetisch bepaald (je wordt er mee geboren)
Hetero (ongelijk) Homo (gelijk)

Meisje op een meisje = Lesbisch
meisje op een jongen = Hetero
jongen op een jongen = Homo
Geen voorkeur = biseksueel

Gemiddeld is 8%  homoseksueel (vrouwen meegerekend)

Slide 7 - Tekstslide

Lastige liefdes
Soms niet makkelijk om voor je verliefdheid uit te komen.
In de war raken
ongelukkig voelen.

 iedereen heeft evenveel recht om te voelen wat hij voelt, ook verliefdheid!

Slide 8 - Tekstslide

 In onze maatschappij is homo- en biseksualiteit geaccepteerd en mogen homoseksuele mensen ook gewoon trouwen. Helaas worden er over homoseksuele en biseksuele mensen wel eens vervelende opmerkingen gemaakt.

Slide 9 - Tekstslide

Lastig (ben je een man, een vrouw, transgender homo, lesbisch, bi)
Je bent een man of een vrouw  (hoe wordt dit bepaalt?)
Je hebt een Y chromosoom (biologisch gezien een man).
Je hebt een afwijkende chromosomen en zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken.
Je kan je een man of een vrouw voelen.
Je kan verliefd worden op een man of op een vrouw.




Slide 10 - Tekstslide

homo
 of
hetero?

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Lezen blok 1
Maken vragen van blok 1

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wat ga je leren
Welke verschillende relaties er zijn
Wat is verliefdheid
Verschillende manieren om verliefd te zijn

Slide 14 - Tekstslide

Wat ga je leren
Wat de functies en benamingen zijn van de geslachtsorganen van de man en de vrouw.

Slide 15 - Tekstslide

Voorbereiding blok 2
De geslachtsorganen
De geslachtsorganen

Slide 16 - Tekstslide

Geslachtsorgaan van de man

Slide 17 - Tekstslide

Erectie
(een stijve)

Slide 18 - Tekstslide

Geslachtsorgaan van de vrouw

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Eisprong (1 eicel per maand)
Zaadlozing (100-400 miljoen zaadcellen)

Slide 21 - Tekstslide






Geen bevruchte eicel =Menstruatie

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat ga je leren
Wat de functies en benamingen zijn van de geslachtsorganen van de man en de vrouw.

Slide 26 - Tekstslide