In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Verkiezingen
Slide 1 - Tekstslide
Vanuit welke stad wordt Nederland bestuurd?
A
Amsterdam
B
Rotterdam
C
Den Haag
D
Utrecht
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Video
Nederland wordt bestuurd vanuit Den Haag.
Daar vergaderen de Tweede en de Eerste kamer.
De Tweede en de Eerste kamer vormen samen ons parlement.
Slide 4 - Tekstslide
Hoeveel leden zitten er in de Tweede kamer?
A
200
B
100
C
50
D
150
Slide 5 - Quizvraag
De Tweede Kamer
Neemt namens de bevolking beslissingen over voorstellen van de regering.
Burgers kiezen tijdens de verkiezingen 150 leden van de Tweede Kamer.
Slide 6 - Tekstslide
Verkiezingen.
Elke vier jaar zijn er Tweede Kamer verkiezingen. De politieke partijen die samen meer dan 75 zetels in de Tweede Kamer hebben leveren de minister - president, de ministers en staatssecretarissen.
Slide 7 - Tekstslide
Het kabinet.
De minister president, de ministers en staatssecretarissen vormen samen het kabinet.
Elke minister houdt zich bezig met een bepaald gebied.
Bijvoorbeeld: Minister Hugo de Jonge is minister van volksgezondheid, welzijn en sport.
Slide 8 - Tekstslide
De taak van de Tweede Kamer is te vergaderen over de voorstellen van het kabinet.
Als de Tweede Kamer voor een voorstel is, dan kijkt de Eerste Kamer of de Tweede Kamer iets vergeten is of een fout heeft gemaakt.
Slide 9 - Tekstslide
De 75 leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de provincies.
Deze leden hebben veel ervaring in de politiek.
Slide 10 - Tekstslide
Naast het vergaderen over voorstellen van het kabinet is er nog een belangrijke taak van de Tweede Kamer, welke?
A
Controleren of de ministers hun werk goed doen
B
Controleren of de Eerste Kamer het werk goed doet.
C
Vergaderen met de koning.
D
De stoep van het Binnenhof vegen.
Slide 11 - Quizvraag
Wie kiezen de leden van de Tweede Kamer 1 x per 4 jaar:
Slide 12 - Open vraag
Wat doet de Eerste Kamer?
Slide 13 - Open vraag
Wie zitten er in het kabinet?
A
De ministers en de koning.
B
De minister - president, de ministers en de staatssecretarissen.
C
De minister - president en het parlement.
D
De Tweede en Eerste Kamer.
Slide 14 - Quizvraag
De regering.
De regering is de koning en de ministers.
De koning wordt niet gekozen en heeft geen macht.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Memo online.
Hoofdstuk 3, wie beslist?
Paragraaf 4: Zo werken de verkiezingen.
Lees de tekst, bekijk de bronnen en maak de opdrachten van blz 40 1 t/m 7.