leçon 31

Bonjour !
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bonjour !

Slide 1 - Tekstslide

Le programme :
        Aujourd'hui (=vandaag) :
  • Corriger le SO du chapitre 2
  • Pratiquer les dialogues
  • Commencer l'exercice I



leçon 31

Slide 2 - Tekstslide

Corriger le SO du chapitre 2

Slide 3 - Tekstslide

Pratiquez les dialogues 2 + 3 pages 38-39

Slide 4 - Tekstslide

Faire ou jouer ?

Slide 5 - Tekstslide

"faire" et "jouer" 
en néerlandais ?

Slide 6 - Tekstslide

Faire: 
  • Faire is voor alle sporten
  • Faire + du / de la / de l'
  • Du voor mannelijke woorden = Faire du patinage (le patinage)
  • De la  voor vrouwelijke woorden = Faire de la natation
  • De l' voor woorden die beginnen met en klinker of stomme h = Faire de l'équitation
Jouer: 
  • Jouer is voor sporten met een bal
  • Jouer is voor spellen / bordspellen /  videogames
  • Jouer + au / à la  / aux
  • Au voor mannelijke woorden = Jouer au foot (le foot)
  • À la voor vrouwelijke woorden = jouer à la playstation 
  • Aux voor meervoudswoorden = jouer aux jeux vidéo, aux échecs...

Slide 7 - Tekstslide

FAIRE du / de la de l' / des
=> ALLE SPORTEN
JOUER au / à la / à l' / aux
=> BAL SPORTEN + SPELLEN

Slide 8 - Tekstslide

Supplément, 
page 36

Faire
l'exercice I 

Slide 9 - Tekstslide

Les devoirs:
  • Apprendre: StudyGo 2-4 N-F + 2-5 N-F
  • Faire: exercice I page 36

Slide 10 - Tekstslide