Weer - werkboekopdrachten

• aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Weer - werkboekopdrachten 

Noteer de juiste begrippen bij de volgende zinnen.

Wat zijn drie vormen /toestanden van het water in de natuur?
• Als waterdamp kouder wordt, ontstaan er druppeltjes.

Hoe ontstaat wind?

Stijgende lucht zorgt voor een hogedrukgebied.

1. Juist
2. Onjuist

In gebieden met stijgende lucht is het vaak warm

1. Juist
2. Onjuist

Wind waait altijd van een lagedrukgebied naar een
hogedrukgebied

1. Juist
2. Onjuist

bron 1

Hoe noem je de lijnen die op deze bron getekend zijn?

Wat gebeurt er met de lucht in een lagedrukgebied?

Wat gebeurt er met de lucht in en een
hogedrukgebied?

Wat gebeurt er met de temperatuur van de lucht als deze
opstijgt?

Op de evenaar is de lucht warm en stijgt hij op. Is de
luchtdruk daar hoog of laag?

1. Hoog
2. Laag

Schrijf het juiste begrip achter de omschrijving.
• De luchtlaag rond de aarde.
• De geografische ligging van een plaats ten opzichte van de
evenaar

• De toestand van de atmosfeer op een bepaald moment en
een bepaalde plaats.
• Neerslag, temperatuur en wind.

• Het gemiddelde weer, gemeten over een periode van dertig
jaar.

Verplaatsing van lucht van een gebied met hoge druk naar
een gebied met lage druk.