In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
2.3 Spieren
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
Het 'Biologische momentje' van de dag...
Leerdoelen
Check vorige les
Nieuwe stof 2.3
Check leerdoelen
Opdracht blessures – huiswerk volgende week
Slide 2 - Tekstslide
Het 'Biologische momentje' van de dag...
Mens: ± 650 verschillende spieren (beweging).
40% lichaamsgewicht.
Spier: eigen functie, bestuurd d.m.v hersenen.
Kaakspier = sterkste spier .
Kleinste spier zit in je oor, iets langer dan 1 mm.
Gebruiken O2 en brandstof (glucose)
Feitjes:
- Spieren in je ogen bewegen 100.000 k.p dag.
- lachen: 17 spieren nodig, fronsen: 43.
- lopen: 200 spieren.
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen:
Na deze les kun je:
Je kunt het verschil tussen skeletspieren en onwillekeurige spieren benoemen.
Je kunt voorbeelden geven van skeletspieren en onwillekeurige spieren benoemen.
Je kan het verschil en de functie uitleggen tussen skeletspieren, hartspierweefsel en glad spierweefsel.
Je kan uitleggen waarom het gunstig is dat je over bepaalde spierweefsels geen controle hebt.
Je kan de onderdelen van een spier benoemen en de functie van de onderdelen uitleggen.
Je kan uitleggen wat actine en myosine in de lichaam doen.
Je kan het begrip ‘antagonisten’ toelichten en voorbeelden geven.
Slide 4 - Tekstslide
Check vorige les
a.d.h.v. 6 vragen
Slide 5 - Tekstslide
1. In de afbeelding zijn enkele beenverbindingen getekend.
Bij welk van deze beenverbindingen is de meeste beweging mogelijk?
A
Bij nummer 1
B
Bij nummer 2
C
Bij nummer 3
D
Bij geen van allen
Slide 6 - Quizvraag
2. Gewrichtssmeer wordt gemaakt door het....
A
Kraakbeenlaagje
B
Gewrichtssmeerkliertje
C
Gewrichtskapsel
D
kapselbanden
Slide 7 - Quizvraag
3. De beenverbinding van de wervelkolom is...?
A
een naadverbinding
B
een vergroeid bot
C
een gewricht
D
een kraakbeenverbinding
Slide 8 - Quizvraag
4. Hoe noem je deze beenverbinding?
A
Gewricht
B
Vergroeid
C
Kraakbeen
D
Naad
Slide 9 - Quizvraag
6. Sommige gewrichten moeten meer werk verrichten dan andere zoals je knie. Welk deel die het gewricht extra verstevigd, hebben deze gewrichten wel en andere gewrichten niet.
A
Gewrichtskom
B
Kraakbeen
C
Gewrichtsband
D
Gewrichtskapsel
Slide 10 - Quizvraag
5. Wat voor gewricht is dit?
A
Kogelgewricht
B
Rolgewricht
C
Scharniergewricht
D
Geen van allen
Slide 11 - Quizvraag
Uitleg nieuwe stof
2.3
Slide 12 - Tekstslide
Spierstelsel:
Skeletspieren + diepe spieren voor beweging.
D.m.v pezen verbonden aan botten.
Onwillekeurige spieren: - hart, huid (haarzakjes), darmen, wanden bloedvaten etc. - Geen controle over.
Veel verbranding – daarom bloedvaten. - Zuurstof en brandstof nodig.
Slide 13 - Tekstslide
Waarom is het handig dat je over sommige spieren geen controle hebt?