Les 12 - Doelgericht doorzettingsvermogen

Doelgericht doorzettingsvermogen
Executieve functies - les 12
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudievaardighedenMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Doelgericht doorzettingsvermogen
Executieve functies - les 12

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik; Waar hebben we het de vorige les over gehad?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Ben je al begonnen met 1 vd taken uit het boekje "Flexibiliteit"?

Slide 3 - Poll

Vertel de llen dat het niet erg is als ze nog niet zijn begonnen, maar ligt nogmaals toe hoe handig het kan zijn om wel een van de opdrachten te doen.
Waar denk jij aan bij de woorden "Doelgericht doorzettingsvermogen "?

Slide 4 - Woordweb

Bespreek na wat de leerlingen hebben opgeschreven. Noem ook een paar dingen van hieronder als zij deze nog niet hebben benoemd

Wat valt er allemaal onder de executieve functie doelgericht doorzettingsvermogen?:
  • Ik zet door om mijn doel te bereiken (ook als het een minder leuk doel is)
  • Ik ben gemotiveerd, ook voor minder leuke taken
  • Ik rond taken en opdrachten binnen de gestelde tijd af.
  • Ik houd vol tot de taak helemaal af is
  • Ik houd vol ook al heb ik helemaal geen zin meer
  • Ik houd vol ook al word ik afgeleid
  • Ik kan goed omgaan met deadlines
Doelgericht doorzettingsvermogen betekent dat je in staat bent om door te gaan met taken en doelen ondanks moeilijkheden of tegenslagen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je krijgt huiswerk, maar thuis kom je er achter dat je het toch niet helemaal begrijpt.
Ik vraag om hulp aan een vriend of mijn ouders
Ik mail mijn docent en hoop op tijd een berichtje terug te krijgen
Ik stel het uit omdat ik bang ben om fouten te maken.
Ik zeg de volgende les dat ik het niet begreep en daarom niets kon maken.

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Je moet een werkstuk inleveren en vraagt je docent even een blik erop te werpen voordat je hem definitief inlevert. De docent zegt dat je nog heel veel moet veranderen om een voldoende te krijgen. Hoe reageer je?
Ik luister naar de feedback en gebruik het om mijn werkstuk te verbeteren.
Ik voel me even slecht, maar herpak mezelf en ga verder.
Ik voel me ontmoedigd en het beïnvloedt mijn motivatie.
Ik raak boos of gefrustreerd en geef het op.

Slide 7 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt een toetsweek en moet veel leren. Buiten is het prachtig weer en vrienden vragen of je meegaat naar het zwembad. Wat doe je?
Ik ga niet mee naar het zwembad. Er komen nog wel meer mooie dagen en een goed cijfer halen is belangrijk
Ik ga even mee naar het zwembad, maar ga de hele avond blokken.
Ik leer nog heel eventjes, en ga daarna mee. Ik kan morgenochtend nog een kwartier leren
Ik ga natuurlijk mee naar het zwembad. Dan maar geen goed cijfer voor het vak van morgen.

Slide 8 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Succes is meer afhankelijk van doorzettingsvermogen dan van intelligentie.
Waar
Niet waar

Slide 9 - Poll

bespreek je stelling na. Waarom waar/niet waar
Fouten maken mag en helpt met je doorzettingsvermogen
Waar
Niet waar

Slide 10 - Poll

bespreek je stelling na. Waarom waar/niet waar
Je kan overal beter in worden
Waar
Niet waar

Slide 11 - Poll

bespreek je stelling na. Waarom waar/niet waar
Geloof jij dat je slimmer kunt worden of geloof je dat 'slim zijn' iets is wat je met je geboorte meekrijgt?
Je kan slimmer worden
Je wordt hiermee geboren

Slide 12 - Poll

bespreek je stelling na. Waarom waar/niet waar
Groei-mindset
Een groei-mindset is het idee dat je vaardigheden en intelligentie kunt verbeteren door hard te werken, slimme manieren te gebruiken en hulp te vragen. Mensen met een groei-mindset zien uitdagingen als kansen om te leren en beter te worden.
Een vaste mindset is het idee dat je vaardigheden en intelligentie niet echt kunnen veranderen. Mensen met een vaste mindset vermijden uitdagingen omdat ze bang zijn om te falen en denken dat hard werken betekent dat je niet goed genoeg bent.
Vaste-mindset

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik word nooit zo slim als zij

Ik ben hier nog niet goed in

Ik ben hier geweldig in

Van mijn fouten leer ik  
Wat hoort waarbij?
Vast
Groei
Vast
Vast
Groei
Groei
Groei
Vast

Slide 14 - Sleepvraag

  • Laat de leerlingen de sleepvraag invullen.
  • Laat zien wat de 'goede' antwoorden zijn door één keer door te drukken.
  • Vraag leerlingen of het duidelijk is waarom de ene stelling bij 'growth' en de andere bij 'fixed' hoort.
Extra informatie
De eerste stelling is 'fixed' aangezien hier capaciteiten als iets vast worden gezien en er wordt gefocust op het resultaat in plaats van op het proces. De tweede stelling is een 'growth mindset'. Het woordje 'nog' houdt de mogelijk open om er beter in te worden open. De derde stelling is meer resultaat- dan procesgericht en stimuleert iemand niet om er nog beter in te worden. Daarom is dit een 'fixed mindset'. De vierde stelling is een 'growth mindset': fouten worden als leermogelijkheden gezien in plaats van als bewijs dat je het niet kan. 


Maak tweetallen
timer
1:00
Bedenk samen een voorbeeld van een gedachte die jij hebt gehad en die paste bij een vaste mindset.

Slide 15 - Tekstslide

  • Laat leerlingen tweetallen maken en zorg dat ze de opdracht uitvoeren.
  • Bespreek de antwoorden van de leerlingen.
Welk voorbeeld hebben jullie bedacht?

Slide 16 - Open vraag

  • Laat de leerlingen antwoord geven op de vraag.
  • Bespreek enkele antwoorden.
Extra informatie
Bij deze vraag gaat het enkel om het bewust worden van je eigen mindset op verschillende vlakken. Er is dus geen 'fout' of 'goed'. 

Nog een keer
timer
1:00
Bedenk samen een voorbeeld van een gedachte die jij hebt gehad en die paste bij een groei mindset.

Slide 17 - Tekstslide

  • Laat leerlingen tweetallen maken en zorg dat ze de opdracht uitvoeren.
  • Bespreek de antwoorden van de leerlingen.
Welk voorbeeld hebben jullie bedacht?

Slide 18 - Open vraag

  • Laat de leerlingen antwoord geven op de vraag.
  • Bespreek enkele antwoorden.
Extra informatie
Bij deze vraag gaat het enkel om het bewust worden van je eigen mindset op verschillende vlakken. Er is dus geen 'fout' of 'goed'. 
Oefenen met doorzetten
Los deze puzzel zelf op.


Los op: Wat is het antwoord?
Verklap het antwoord niet!
timer
4:00

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ging het?
* Lukte het je om de uitkomst te achterhalen?


* Bleef je doorzetten, ondanks dat je het fout had?
20 + 20 + 20 = 60
20 + 5 + 5 = 30
2 + 5 + 2 = 9
20 + 20 + 2 = 42
                     67
10 + (5+2+20+20+20) x 2 = 144






Raakte je afgeleid door de eend?

20 + 20 + 20 = 60
20 + 5 + 5 = 30
2 + 5 + 2 = 9
20 + 20 + 2 = 42

                     (67)
10 + (5+2+20+20+20) x 2 = 144
Lukte het je om de uitkomst te achterhalen?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat neem jij mee uit deze les?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht Doelgericht doorzettingsvermogen
Kies 1 van de opdrachten uit het boekje uit. Heb jij het gevoel dat je je doelgericht doorzettingsvermogen nog wel wat kan ontwikkelen? Je mag ze natuurlijk ook alle 3 doen 

Slide 22 - Tekstslide

Print het boekje voor iedereen uit. Klik op de blauwe link om bij het boekje te komen