HC LL 1.2.2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

   Welkom!

Welkom bij de Slimste mens

Slimste mens bij 1.2

Het Zwin	graanimport	hospitaalfunctie
Geert Grote	onderwijs	import Engelse wol
ziekenhuisfunctie	Honderdjarige Oorlog	volkstaal
soberheid	Thomas a Kempis	armoedebestrijding

Kies 3 reeksen van 4 woorden die met elkaar een kloppend verband opleveren. Noteer de woorden en wat hen verbindt. Je mag elk woord één keer gebruiken.

Slimste mens bij 1.2

Het Zwin	graanimport	hospitaalfunctie
Geert Grote	onderwijs	import Engelse wol
ziekenhuisfunctie	Honderdjarige Oorlog	volkstaal
soberheid	Thomas a Kempis	armoedebestrijding

Kies 3 reeksen van 4 woorden die met elkaar een kloppend verband opleveren. Noteer de woorden en wat hen verbindt. Je mag elk woord één keer gebruiken.

Programma

• Leerdoelen 1.2.1
  
• Uitleg 1.2 leerdoel 4
• Opdracht 1.2 leerdoel 4
• Uitleg 1.2 leerdoel 5
• Zelfstandig bestuderen leerdoelen 1.2 6 en 7
• Weektaak
  
• Afsluiting
  

1.2 Van Brugge naar Antwerpen

14. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.

17. Het begin van staatsvorming en centralisatie.

21. De protestantse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.

22. Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat.

Leerdoelen 1.2

4) Ik kan uitleggen dat het streven van de hertogen van Bourgondië naar 

     centralisatie en uniformering botste met het particularisme van de steden en 

     gewesten.

5) Ik kan beschrijven hoe economische en politieke ontwikkelingen de positie van 

     Antwerpen versterkten te koste van die van Brugge.

6) Ik kan uitleggen hoe drang naar godsdienstvrijheid en naar bestuurlijke vrijheid 

     leidde tot de Opstand.

7) Ik kan beschrijven en verklaren hoe de Opstand leidde tot de neergang van 

    Antwerpen als belangrijkste handelsstad in de Nederlanden.

A) Voerde veel oorlogen. Verhoogde de belastingen. Wilde van Bourgondië een koninkrijk maken. Sneuvelde in een veldslag.

B) Keizer van het Heilige Roomse Rijk. Voerde politiek van centralisatie en staatsvorming. Werd gesteund door Antwerpen.

C) Maakte werk van centralisatie.

- instelling Hoge Raad van Mechelen

- instelling Staten-Generaal

D) Keizer van het Heilige Roomse Rijk en koning van Spanje. Voerde een centralisatiepolitiek gericht op bestuurlijke en godsdienstige eenheid.

E) Kreeg hertogdom Bourgondië van Franse koning. Trouwde erfdochter van Vlaanderen, Artesië en Brabant.

F) Groot Privilege. Werd erkend als vorstin in ruil voor herstel privileges van de gewesten en steden. Trouwde Maximiliaan van Habsburg.

Filips de Stoute

Filips de Goede

Karel de Stoute

Maria van Bourgondië

Maximiliaan van Habsburg

Karel V

1.2 Gelukkig Antwerpen

16e eeuw -> Spectaculaire opkomst en neergang Antwerpen 

Brugse bloeiperiode ten einde

• Verzanding van het Zwin
• Hollandse concurrentie Oostzee-Hanze
• Venetianen stopten directe handel
• Eis aanwezigheid Brugse burgers bij handelstransacties
• Politieke en sociale onrust Vlaamse steden belemmerden handel en nijverheid

1.2 Gelukkig Antwerpen

Bloeiperiode Antwerpen (Brabant)

• Goed bereikbaar voor zeeschepen
• Veiligheid en bereikbaarheid achterland
  
• Minder opstanden, trouw aan landsheer leverde handelsprivileges op
• Stadsbestuur zorgde voor goede faciliteiten

Belangrijkste handelscontacten

• Handelaren uit Duitse rijk
• Spaanse en Portugese handelaren (koloniale goederen!)
• Engelse wol en lakenimport
• Amsterdamse handelaren brachten graan Oostzeegebied

Leerdoelen 1.2

4) Ik kan uitleggen dat het streven van de hertogen van Bourgondië naar 

     centralisatie en uniformering botste met het particularisme van de steden en 

     gewesten.

5) Ik kan beschrijven hoe economische en politieke ontwikkelingen de positie van 

     Antwerpen versterkten te koste van die van Brugge.

6) Ik kan uitleggen hoe drang naar godsdienstvrijheid en naar bestuurlijke vrijheid 

     leidde tot de Opstand.

7) Ik kan beschrijven en verklaren hoe de Opstand leidde tot de neergang van 

    Antwerpen als belangrijkste handelsstad in de Nederlanden.

Aan de slag

- Wat? Weektaak

- Hoe? Alleen en in stilte

- Hulp? Docent

- Klaar? Herhaal stof of werk leerdoelen uit.