2.6 Volksvermaak in Rome

Lesopzet
K: Presentatie > 2.6 Volksvermaak in Rome
Z: 2.6  maken (helemaal)
Z: Klaar? Verder met je studiewijzer. 
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesopzet
K: Presentatie > 2.6 Volksvermaak in Rome
Z: 2.6  maken (helemaal)
Z: Klaar? Verder met je studiewijzer. 

Slide 1 - Tekstslide

Romeinen
6. Volksvermaak in Rome

Slide 2 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 3 - Tekstslide

Vorige keer...
Je weet Christenen eerst vervolgt werden.
Je weet dat keizer Constantijn later juist zelf Christen werd. 

Slide 4 - Tekstslide

Je weet Christenen eerst vervolgt werden.

Slide 5 - Tekstslide


Christenvervolging


  • Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
  • Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, en dat is niet de Romeinse keizer!

  • De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Onder sommige Romeinse steden bevonden zich catacomben waarin christenen (maar ook Joden) hun doden begroeven.
Veel van deze catacomben zijn mooi versierd met christelijke muurschilderingen.
De catacomben werden soms ook gebruikt voor kerkdiensten, omdat het boven de grond te gevaarlijk was om openlijk voor je geloof uit te komen.

Slide 6 - Tekstslide


Christenvervolging


Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 
Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 
en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...
Voor de leeuwen gooien, was een gebruikelijk doodstraf voor christenen tijdens hun vervolgingen in het Romeinse Rijk.
Het moet een gruwelijk spektakel zijn geweest, maar wat vooral indruk op de toeschouwers maakte was dat de christenen soms niet gingen vechten met de leeuwen, maar bidden tot hun god. 
De toeschouwers waren verbijsterd, maar ook nieuwsgierig: als je toch zoveel vertrouwen in je god hebt, dan moet het wel een hele goede god zijn. 

Slide 7 - Tekstslide




Rond het jaar 100 schreef de Romeinse 
historicus Tacitus:
‘In 64 was er een grote brand: de helft van Rome 
brandde af.  Al gauw werd verteld dat keizer Nero 
de brand had laten aansteken, omdat hij ruimte nodig 
had voor een nieuw paleis. Daarom gaf Nero de 
christenen de schuld. Hij liet hen zwaar straffen.
Zo kregen zij beestenvellen aangetrokken om door 
wilde honden verscheurd te worden, of ze werden 
gekruisigd, of ze werden door vuur gedood: aan het 
eind van de dag werden ze aangestoken om te dienen 
als straatverlichting.’

Slide 8 - Tekstslide

Je weet dat keizer Constantijn later juist zelf Christen werd.

Slide 9 - Tekstslide


Constantijn de Grote


  • Christenen zijn ruim 3 eeuwen vervolgd in het Romeinse Rijk. 
  • Door Constantijn de Grote komt daar een einde aan:  kort voor een veldslag zou hij in een visioen een teken hebben gezien met daarbij geschreven de woorden dat de god van de christenen hem de zege belooft. 
  • Hij won de veldslag en werd christen...

Constantijn de Grote ziet een christelijk teken. Gravure uit de 17e eeuw.

Slide 10 - Tekstslide


Staatsgodsdienst

  • In 380 gebeurt er iets bijzonders: keizer Theodosius verplicht iedereen om christen te worden. 
  • Het christendom wordt staatsgodsdienst en alle andere godsdiensten worden verboden. 
  • Iedereen die niet christen is wordt vervolgd en hij verbiedt de Olympische Spelen, omdat ze niet christelijk zijn.
Romeinse munt met het hoofd van Theodosius I de Grote

Slide 11 - Tekstslide

Deze keer...
Je weet waarom de Romeinse keizers veel geld betalen voor volksvermaak.

Slide 12 - Tekstslide

Video gladiatoren

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video


Brood en spelen: Gladiatoren

Veel gladiatoren zijn/waren slaven.
  • Een goede gladiator (de naam komt van gladius, het korte zwaard) is daarom duur. 
  • Gladiatoren worden opgeleid door een  lanista in een gladiatorenschool.

Slide 15 - Tekstslide

Ze trainden hiervoor op gladiatorenscholen. 

Slide 16 - Tekstslide

Het ziet er allemaal erg spectaculair uit, maar dit schilderij heeft niet zoveel met de werkelijkheid te maken. Het is een zwaar geromantiseerd beeld uit de 19e eeuw, ongeveer 1500 jaar na de val van het Romeinse Rijk!
Bij veel gevechten was er zelfs een scheidsrechter die keek of het gevecht wel eerlijk verliep.

Slide 17 - Tekstslide

Morituri te salutant
  • Een fabeltje uit de filmwereld

  • Gladiatoren niet zo maar doden want...
  • er is in hem geïnvesteerd met voeding, training en verzorging.
  • gladiatoren zijn razend populair!

Slide 18 - Tekstslide

Weetje
Romeinse vrouwen kochten zelfs parfums die het zweet van de gladiatoren bevatten...

Heerlijk!

Slide 19 - Tekstslide

Waarom Gladiatorengevechten?
  • 'Brood en spelen' van de keizer
  • Populariteit (Hoe meer spelen, hoe geliefder bij het volk  / Sociale contacten onderhouden)
  • Macht uitstralen: Beslist over leven/dood

Slide 20 - Tekstslide

Amfitheater?!
ἀμφι = rondom  
θεατρον = theater
=> 2 theaters tegen elkaar

rond een arena (zandvlakte) trappen als zitplaatsen



Slide 21 - Tekstslide

Begin van de spelen
De executies gebeuren op wrede wijze. Wat jullie hier zien, wordt 'condemnatio ad bestias' genoemd. (Veroordeling tot de wilde beesten)

Slide 22 - Tekstslide

Namiddag
Gladiatorenspelen
3 bekende types gladiatoren

Slide 23 - Tekstslide

Soorten Gladiatoren
Retiarius
  • blootshoofds
  • drietand
  • net

Slide 24 - Tekstslide

Thraex
klein schild
opvallende helm
beenbeschermers
kromzwaard

Slide 25 - Tekstslide

Murmillo
Murmillo
groot, zwaar schild
ook opvallende helm
meestal 1 beenplaat
recht zwaard

Slide 26 - Tekstslide


Rome

Slide 27 - Tekstslide


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Het Forum Romanum (Romeins marktplein) was het politieke, juridische, religieuze en commerciële centrum van Rome. 
Het Colosseum heet eigenlijk Amphitheatrum Flavium. Het was het grootste amfitheater van het Romeinse Rijk.
Het Circus Maximus was een groot stadion in Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen.
Dit schaalmodel werd vanaf 1933 gemaakt door de archeoloog en architect Italo Gismondi, in opdracht van de Italiaanse dictator Mussolini. Het laat Rome zien zoals het was rond 300 n. Chr.
Gismondi deed er in totaal 37 jaar over om het schaalmodel af te maken.
Om voldoende drinkwater in Rome te hebben, gebruikten de Romeinen aquaducten om water uit de bergen vervoeren (naar grote waterbassins). Dit is het Aqua Claudia.
Het Pantheon was gebouwd als tempel. Tegenwoordig is het één van de meest bezochte toeristische attracties in Rome. Een bijzonder kenmerk van het gebouw is de koepel met een gat (oculus, oog) erin.

Slide 28 - Tekstslide

Het Colosseum heet eigenlijk Amphitheatrum Flavium. Het was het grootste amfitheater van het Romeinse Rijk.

Slide 29 - Tekstslide

Net als bij een modern stadion was (een deel van) de tribune overdekt met zonneschermen (velarium). Soms waren er de hele dag spelen, en dan moet je wel bescherming kunnen zoeken tegen de zon.
Er konden ongeveer 50.000 toeschouwers plaats nemen in het Colosseum.
Vlakbij het Colosseum lagen vier gladiatorenscholen. Eén van deze scholen stond met een ondergrondse gang in verbinding met het Colosseum.
Behalve gladiatorengevechten zijn er bij de opening ook zeeslagen nagespeeld. De arena werd dan gevuld met miljoenen liters water, en schaalmodellen van de schepen speelden de zeeslag dan na.
De loge van de Keizers
In de catacomben onder de arena-vloer wachtten de gladiatoren en de wilde dieren tot ze mogen vechten.

Slide 30 - Tekstslide

Het Circus Maximus was een groot stadion in Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen.

Slide 31 - Tekstslide

Het wagenrennen was levensgevaarlijk. Snelheden van meer dan 70 km/u kwamen voor, en in de smalle bochten was het dringen geblazen. Het publiek vond het prachtig. Overigens ook om met elkaar op de vuist te gaan: als hun renner niet had gewonnen, gingen hooligans met elkaar in gevecht.

Slide 32 - Tekstslide

Deze keer...
Je weet waarom de Romeinse keizers veel geld betalen voor volksvermaak.

Slide 33 - Tekstslide

Lesopzet
K: Presentatie > 2.6 Volksvermaak in Rome
Z: 2.6  maken (helemaal)
Z: Klaar? Verder met je studiewijzer. 

Slide 34 - Tekstslide