Uniek sporten Visuele beperking

Uniek sporten Visuele beperking
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Uniek sporten Visuele beperking

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een visuele beperking en welke vormen/soorten heb je?

Slide 2 - Tekstslide

Een visuele beperking verwijst naar een situatie waarin iemand beperkingen ondervindt in het zien, die niet volledig te corrigeren zijn met een bril, contactlenzen, medicatie of een operatie. Een visuele beperking kan variëren van een lichte vermindering in het gezichtsvermogen tot volledige blindheid. Hieronder volgt een uitgebreide uitleg:

Soorten visuele beperkingen
Er zijn verschillende categorieën van visuele beperkingen, afhankelijk van de aard en ernst van de beperking:
a. Slechtziendheid
Hierbij is het gezichtsvermogen aanzienlijk verminderd, maar er is nog sprake van enig functioneel zicht.
Slechtziendheid kan zich uiten in:
Verminderde gezichtsscherpte (het onvermogen om details scherp te zien).
Verminderd gezichtsveld (zoals tunnelvisie).
Problemen met lichtgevoeligheid, contrastwaarneming of dieptezicht.

Volledige blindheid betekent het volledig ontbreken van visuele waarneming, maar gedeeltelijke blindheid (waarbij er nog een minimaal licht- en vormwaarnemingsvermogen is) komt vaker voor.
b. Blindheid
Blindheid wordt meestal gedefinieerd als een ernstig verlies van gezichtsvermogen waarbij iemand geen functioneel zicht meer heeft.
Volledige blindheid betekent het volledig ontbreken van visuele waarneming, maar gedeeltelijke blindheid (waarbij er nog een minimaal licht- en vormwaarnemingsvermogen is) komt vaker voor.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Oorzaken van visuele beperking

Slide 5 - Tekstslide

Aangeboren oorzaken
Visuele beperkingen die ontstaan voor of tijdens de geboorte:

  • Erfelijke aandoeningen

Retinitis pigmentosa: Een genetische ziekte die het netvlies aantast, waardoor slechtziendheid of blindheid ontstaat.
Albinisme: Ontbrekend pigment in het oog, wat leidt tot lichtgevoeligheid en een lager gezichtsvermogen.

  • Aangeboren afwijkingen

Congenitale cataract: Een troebele lens bij de geboorte, wat wazig zicht of blindheid veroorzaakt.
Microftalmie: Eén of beide ogen zijn kleiner dan normaal en functioneren niet volledig.
Afwijkingen in de oogzenuw: Zoals hypoplasie, waarbij de oogzenuw niet goed is ontwikkeld.

 
  • Complicaties tijdens de zwangerschap

Rubella (rodehond): Infectie van de moeder tijdens de zwangerschap kan leiden tot schade aan het netvlies of de ooglens.
Toxoplasmose: Een parasitaire infectie die het netvlies van het ongeboren kind kan beschadigen.
Vroeggeboorte: Kan leiden tot retinopathie van prematuriteit (ROP), waarbij het netvlies niet volledig is ontwikkeld.

Slide 6 - Tekstslide

Verworven oorzaken
Visuele beperkingen die ontstaan na de geboorte:

  • Ziekten van het oog
Staar (cataract): Troebelheid van de lens, vaak door ouderdom, maar ook door letsel of ziekte.
Glaucoom: Verhoogde oogdruk die de oogzenuw beschadigt en kan leiden tot blindheid.
Maculadegeneratie: Aandoening van de macula (gele vlek), wat scherp zicht vermindert.
Diabetische retinopathie: Schade aan het netvlies door diabetes. (bij te vaak hoge bloedsuikers)

  • Letsel of trauma
Oogverwondingen: Bijvoorbeeld door scherpe objecten, chemische stoffen of brandwonden.
Hersentrauma: Schade aan de visuele hersengebieden, bijvoorbeeld door een ongeluk of beroerte.
  • Infecties en ontstekingen
Uveïtis: Ontsteking van het vaatvlies in het oog.
Virale infecties: Zoals herpes of cytomegalovirus, die blijvende schade aan het oog kunnen veroorzaken.
Voedingstekorten
Vitamine A-tekort: Kan leiden tot nachtblindheid en in ernstige gevallen tot volledige blindheid.
Leeftijdsgebonden oorzaken
Veel aandoeningen, zoals glaucoom, staar en maculadegeneratie, komen vaker voor bij ouderen.
Omgevingsfactoren
Langdurige blootstelling aan UV-licht: Kan schade aan het hoornvlies en de lens veroorzaken.
Roken: Verhoogt het risico op aandoeningen zoals maculadegeneratie en staar.

Slide 7 - Tekstslide

Bij een visuele beperking kunnen zowel de gezichtsscherpte als het gezichtsveld verminderd zijn. Deze beperkingen hebben een grote invloed op het dagelijks functioneren en bepalen vaak de ernst van de visuele beperking.

Gezichtsscherpte bij visuele beperking
Gezichtsscherpte is het vermogen om details en contouren van een object scherp te zien. Bij een visuele beperking is de gezichtsscherpte vaak sterk verminderd.

Kenmerken van verminderde gezichtsscherpte:
  • Moeite met lezen, zelfs van grote letters.
  • Problemen met herkennen van gezichten op korte afstand.
  • Geen scherpe waarneming van details, zoals verkeersborden of tekst.
Gezichtsveld bij visuele beperking
Gezichtsveld is het totale gebied dat een persoon kan waarnemen zonder de ogen of het hoofd te bewegen. Bij een visuele beperking kan het gezichtsveld beperkt zijn, wat leidt tot problemen zoals tunnelvisie of blinde vlekken.

Kenmerken van een beperkt gezichtsveld:
  • Tunnelvisie: Alleen het centrale zicht blijft intact, terwijl de randen van het gezichtsveld verdwijnen.
  • Blinde vlekken: Bepaalde delen van het gezichtsveld vallen weg.
  • Verminderde periferie: Moeite met het waarnemen van objecten aan de zijkant.




Slide 8 - Tekstslide

Gevolgen van visuele beperking

Slide 9 - Tekstslide

Gevolgen van een visuele beperking
Een visuele beperking heeft invloed op verschillende aspecten van het leven. De gevolgen variëren afhankelijk van de ernst van de beperking, de leeftijd waarop deze ontstaat en de ondersteuning die beschikbaar is. Hier zijn de belangrijkste gevolgen:

Gevolgen op het dagelijks functioneren
  • Moeite met zelfredzaamheid:
  • Problemen met activiteiten zoals koken, schoonmaken en persoonlijke verzorging.
  • Moeilijkheden bij lezen, schrijven of gebruik van technologie (zoals een telefoon of computer).

Gevolgen op de communicatie
Moeite met sociale interactie:
Het niet herkennen van gezichten of lichaamstaal kan leiden tot ongemak in sociale situaties.
Communicatie kan lastiger zijn, vooral in groepsverband of op afstand.



Gevolgen op de ontwikkeling (bij kinderen)
  • Cognitieve ontwikkeling: Vertraging in leren lezen en schrijven. Beperkte toegang tot visuele informatie kan de taalontwikkeling beïnvloeden.
  • Motorische ontwikkeling: Moeite met coördinatie en ruimtelijke oriëntatie.
  • Sociale ontwikkeling: Kans op isolatie door minder interactie met leeftijdsgenoten.

Gevolgen op maatschappelijke participatie
  • Beperkte toegang tot openbare ruimtes:
  • Openbare gebouwen, wegen of vervoersmiddelen zijn niet altijd toegankelijk.
  • Sociale activiteiten:
  • Het deelnemen aan hobby’s, sport of culturele evenementen kan moeilijk zijn.



Slide 10 - Tekstslide

Tips in de praktijk 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Welke sporten?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video