Week 4 Over Taal en lezen

Week 4 Over taal en lezen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Week 4 Over taal en lezen

Slide 1 - Tekstslide

Als je een woord niet begrijpt...
stap 1:     lees een stukje terug of lees een stukje verder. 
 Vaak zie je:





Slide 2 - Tekstslide

vaak zie je ....

een uitleg of een omschrijving van het woord.
Ik ga heel graag naar een musical. Dat is een voorstelling waarin zowel geacteerd als gezongen wordt.

Slide 3 - Tekstslide

vaak zie je.....

een woord dat ongeveer hetzelfde betekent.
De juf zei: ik moet de toetsen nog corrigeren, ik hoop dat ik ze morgen heb nagekeken.

Slide 4 - Tekstslide

vaak zie je ....

een woord dat het tegenovergestelde betekent.
Vroeger was mijn opa altijd sterk en fit, nu is zijn gezondheid broos.

Slide 5 - Tekstslide

grondwoorden
Zo staat het in het woordenboek.

Bij zelfstandige naamwoorden: je zoekt het enkelvoud en géén verkleinwoord.
jasje --> jas
piano's --> piano
kastjes --> kast
tafeltje --> tafel

Slide 6 - Tekstslide

grondwoorden
Zo staat het woord in het woordenboek:

Bij werkwoorden zoek je naar het hele werkwoord.
gelopen --> lopen
zwommen --> zwemmen
gezongen --> zingen
toverde --> toveren

Slide 7 - Tekstslide

grondwoorden
Zo staat het in het woordenboek

Soms zoek je de korste vorm.
goedkope --> goedkoop
zieke --> ziek
moeilijke --> moeilijk 

Slide 8 - Tekstslide

het grondwoord van computertje is:

Slide 9 - Woordweb

het grondwoord van gewinkeld is

Slide 10 - Woordweb

het grondwoord van veranderden is

Slide 11 - Woordweb

het grondwoord van viooltje is

Slide 12 - Woordweb

En nu jullie..............

Slide 13 - Tekstslide

Trappen van vergelijking

Slide 14 - Tekstslide

Maak een trap van vergelijking voor 'goed'

Slide 15 - Open vraag

Maak een trap van vergelijking voor 'graag'

Slide 16 - Open vraag

Maak een trap van vergelijking voor 'veel'

Slide 17 - Open vraag

Maak een trap van vergelijking voor 'weinig'

Slide 18 - Open vraag

En nu jullie .............

Slide 19 - Tekstslide