3.4 Planten

Nakijken 1mh 
blz 
timer
7:00
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Nakijken 1mh 
blz 
timer
7:00

Slide 1 - Tekstslide

Nakijken 1ha
blz 
timer
7:00

Slide 2 - Tekstslide


Wat vond jij leuk om te doen in de kerstvakantie?
Uitgebreid lekker eten
Vuurwerk afsteken
Met vrienden of familie zijn
Uitslapen
Sneeuwballen-gevecht
Naar de bergen gaan met elkaar
Kerstfilms kijken
Oliebollen eten
Spelletjes spelen

Slide 3 - Poll

Herhaling ordening
Organismen worden ingedeeld in prokaryoten (zoals bacteriën, zonder celkern) en eukaryoten (zoals schimmels, planten en dieren, met celkern), op basis van kenmerken zoals celwand en bladgroenkorrels. 

Bacteriën, eencellig en zonder celkern, zijn belangrijk voor vertering en opruiming, maar kunnen ook ziektes en bederf veroorzaken. 


Schimmels, breken materiaal af, zijn nuttig in voedsel en medicijnen (antibiotica), maar kunnen ook infecties of bederf veroorzaken.

Dieren worden ingedeeld op basis van kenmerken zoals bijvoorbeeld de symmetrie en wel of geen skelet. Dieren worden ingedeeld in stammen, zoals sponsdieren, weekdieren, geleedpotigen en gewervelden.
 
Het ordenen helpt om overzicht te krijgen in de enorme diversiteit aan leven, ook wel biodiversiteit genoemd.





Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Plant
Dier
Schimmel
Bacterie

Slide 6 - Sleepvraag

3.4 Planten

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt planten indelen.
  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vaatplanten en wieren.
  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.

Slide 8 - Tekstslide

Intro
Planten leven overal op aarde, in de moeilijkste omstandigheden. Zelfs in de woestijn groeien planten. Er zijn al meer dan 390 000 soorten planten ontdekt.

Slide 9 - Tekstslide

Het plantenrijk bestaat uit 
niet-groene planten en groene planten
Groene of niet-groene planten?

Slide 10 - Tekstslide

Wieren of ook wel algen genoemd, groeien meestal in water. Ze hebben geen wortels, stengels, bladeren of bloemen. 

Groenwieren kunnen eencellig zijn, zoals boomalgen die zich voortplanten door deling, 
of meercellig, zoals zeesla die in de zee groeit en eetbaar is.
Een- of meercellige planten?

Slide 11 - Tekstslide

De meeste planten die je om je heen ziet, behoren tot de fascinerende groep van vaatplanten. Planten met vaten die water en voedingsstoffen door stengels, wortels en bladeren vervoeren.
Die vaatplanten kunnen weer worden ingedeeld in twee groepen: 
planten die zich voortplanten met sporen en planten die zich voortplanten met zaden.
Planten met vaten of niet?

Slide 12 - Tekstslide

Sporenplanten en zaadplanten?
Tot de zaadplanten behoren planten als het madeliefje en de boterbloem, maar ook struiken en bomen.
Sporenplanten kunnen wortels, stengels en bladeren hebben, maar geen bloemen. Varens, mossen en sommige wieren planten zich voort met sporen.

Slide 13 - Tekstslide

Sporenplanten en zaadplanten
Tot de zaadplanten behoren planten als het madeliefje en de boterbloem, maar ook struiken en bomen.
Sporenplanten kunnen wortels, stengels en bladeren hebben, maar geen bloemen. Varens, mossen en sommige wieren planten zich voort met sporen.

Slide 14 - Tekstslide

Plenda en starten met:
HV 3.4 - 1 t/m 5 en 7, 9 en 10 (blz 195)
MH 3.4 - 1 t/m 4 en 6 t/m 10 (blz 204)
timer
6:00

Slide 15 - Tekstslide

Planten zijn er in veel verschillende soorten, en ze kunnen overal op aarde groeien, zelfs in de woestijn. Er zijn meer dan 390.000 verschillende soorten planten. Planten worden ingedeeld in verschillende stammen, zoals wieren, sporenplanten en zaadplanten. 

Als we naar de volgorde van hoe planten zich hebben ontwikkeld kijken, begint het met wieren. Wieren groeien meestal in het water en hebben geen wortels, stengels of bloemen. Ze planten zich voort met sporen of delen zich, zodat ze zich kunnen verspreiden zonder dat ze zelf hoeven te bewegen. 

De volgenden zijn de sporenplanten, zoals mossen, paardenstaarten en varens. Deze planten hebben stengels en bladeren, maar geen bloemen. Ze gebruiken sporen om zich voort te planten. Sporen kunnen door de lucht worden verspreid, zodat de plant zich op nieuwe plekken kan vestigen zonder te bewegen. 

De laatste groep zijn zaadplanten, zoals bloemen, bomen en struiken. Deze planten maken zaden die zich in bloemen bevinden. Zaden kunnen ver van de plant wegwaaien, door dieren worden meegenomen of op andere manieren verspreiden, zodat ze zich kunnen verplaatsen naar nieuwe plekken zonder dat de plant zelf moet verhuizen. 

Planten hebben dus slimme manieren gevonden om zich voort te planten en zich te verspreiden, ook al kunnen ze niet zelf lopen of bewegen!
Samenvattend, deze les...

Slide 16 - Tekstslide

Wieren hebben wortels en stengels, net zoals vaatplanten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Zaadplanten planten zich voort via sporen die in bloemen ontstaan.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Mossen, paardenstaarten en varens planten zich voort met zaden.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Groenwieren zoals boomalgen planten zich voort door deling.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Zaadplanten behoren altijd tot de stam van de vaatplanten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quizvraag