Hoofdstuk 6 - samenvatting - 2023

Vandaag
Opkomst van de steden en de gilden
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Opkomst van de steden en de gilden

Slide 1 - Tekstslide

Einde van de les les kan/weet je

  • uitleggen hoe de steden opnieuw opkwamen
  • wanneer de steden weer opkwamen
  • wat de gilden zijn

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik: de Vroege Middeleeuwen

Hoe werd er bestuurd?
A
er waren stadstaten
B
de koning had alle macht
C
met het leenstelsel
D
met het hofstelsel

Slide 3 - Quizvraag

Terugblik: de Vroege Middeleeuwen

Hoe ging het economisch?
A
mensen werkten vooral in de landbouw
B
mensen werkten vooral in de steden
C
er werd veel geld verdiend
D
de meeste mensen waren arm.

Slide 4 - Quizvraag

Terugblik: de Vroege Middeleeuwen
Er waren drie standen.
Welke hoort er niet bij?
A
adel
B
geestelijkheid
C
boeren
D
burgers

Slide 5 - Quizvraag

Late Middeleeuwen
(hoofdstuk 6)
Vroege Middeleeuwen
(hoofdstuk 4)
500-1000
velen leefden als horigen op het platteland
het domein was zelfvoorzienend
er was veel handel over goede wegen
1000-1500
er kwamen steeds meer steden
< wat hoort dus waar? >

Slide 6 - Sleepvraag

Vroeg en laat

  • Steden keren terug; wanneer hadden 'we' ze al? 
  • Hoe? 

Slide 7 - Tekstslide

Verbeteringen in de landbouw

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Gevolgen? 
  • Meer voedsel --> ? 
  • Meer mensen --> ?
  • Minder mensen nodig in de landbouw --> specialisatie
  • Herken je het patroon? 

Slide 14 - Tekstslide

Tekst en opdracht
Lees onderstaande tekst (TB 134): 
Landbouwgrond lag in het tweeslagstelsel elk jaar wel zes maanden braak om weer vruchtbaar te worden. Rond 1100 werd het drieslagstelsel populair. Landbouwgrond werd in drie stukken verdeeld: een deel voor lentegraan, een deel voor zomergraan en een deel dat braak bleef liggen. Door het gebruik van de drie stukken elk jaar af te wisselen, raakte de grond niet uitgeput en was de oogst beter. Ook kwamen er betere ploegen, gemaakt van ijzer en getrokken door paarden. Daardoor kon de grond sneller en beter geschikt gemaakt worden voor landbouw. De opbrengst ging omhoog.

Maak opdracht 81 t/m 84 (WB 203-4)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Steden in opkomst
Gezamenlijk lezen: ' Opbloei handel en bevolkingsgroei' en 'Utrecht groeit' (TB 132-3) 
Maak opdracht 75 t/m 78 

Slide 17 - Tekstslide

Gezamenlijk lezen 'Werk, werk, werk' en 'Stadslucht maakt vrij' (TB 133-4) 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Laatste loodjes
Maak opdracht 79 en 80 (WB 203)

Slide 20 - Tekstslide

De steden worden machtiger
  • Wat deed Lodewijk 'de spin' ook alweer met de steden? 
  • Hoe kreeg hij de steden zover meer belasting te betalen? 

Slide 21 - Tekstslide

Stadsrechten
Steden krijgen stadsrechten. Dit      zijn privileges van een stad. 

  • Steden moesten voor stadsrechten betalen. Koningen, hertogen en graven verkochten stadsrechten voor geld. 
           

Slide 22 - Tekstslide

Stadsrechten

De heer gaf steden stadsrechten
Stad met stadsrechten mocht: 

  • Zelf de stad besturen
  • Eigen wetten maken
  • Stadsmuur bouwen
  • Eigen leger hebben
  • Rechtspraak zelf doen
  • Eigen munten slaan

Slide 23 - Tekstslide

Oudste stad?
  • Stavoren stadsrechten in 1061

  • 18 maart 1275 kreeg Schiedam (of Nuwer Scie) stadsrechten
  • 1273: Vlaardingen

Slide 24 - Tekstslide

Stadsrechten

Slide 25 - Tekstslide

Rechtspraak en bestuur
Steden met stadsrechten mochten hun eigen wetten en regels maken. De schout en schepenen zorgden voor orde en rust. 

Elke stad had eigen rechtbank. De schepenen waren hier de rechters en de schout de voorzitter. Samen met de schout bepaalden zij de straffen. 

Slide 26 - Tekstslide

Maakten keuren ( wetten)
I

Slide 27 - Tekstslide

Herhalen 
Zelfstandig lezen: 'Stadsrechten' (TB 127), 'De bisschop wordt leenman' (TB 130) en 'Stedelingen krijgen meer invloed' (TB 131)
Maak in duo's of trio's opdracht 23 (WB 191), 52-3 (WB 197) en 59-60 (WB 199) 

Slide 28 - Tekstslide