23-09 2.5 laatste les staatsinrichting

EH3A
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

EH3A

Slide 1 - Tekstslide

Dagmenu

Filmfragment 
Instructie 2.5 
Zelfstandig werken 

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 2.5 
Hoe werkt de hedendaagse politiek
Wie is wie?
Wie doet wat?
Links-----rechts
Hoe komt er een regering

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Verkiezingen in Nederland
1 keer in de 4 jaar verkiezingen
Landelijk, provinciaal & gemeente
Als je 18+ bent mag je stemmen

Vanaf het jaar 1919 mag iedereen stemmen

Slide 6 - Tekstslide

Wetgevende macht: Parlement
-Eerste Kamer
75 zetels
-Tweede Kamer
150 zetels

Slide 7 - Tekstslide

Begrippen
Eerste Kamer
Tweede Kamer 
rechtstreekse verkiezingen
getrapte verkiezingen 
Links--Rechts
Progressief--conservaties

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Er zijn verkiezingen geweest en wat nu?

Slide 11 - Tekstslide

Een regering vormen

Slide 12 - Tekstslide

Formeren
Welke partijen kunnen samen regeren?
Komen ze aan de 76 zetels in de Tweede Kamer?
Passen de partijen bij elkaar?
Welke partij kan ministers leveren?

Slide 13 - Tekstslide

Regering
VVD (33 zetels)
CDA (19 zetels)
D66 (19 zetels)
Christenunie (5 zetels)

Samen 76 zetels in de Tweede Kamer
Partijen leveren ministers en staatssecretarissen

Slide 14 - Tekstslide

Tweede Kamer
-Direct gekozen
-Wetsvoorstellen indienen
-Wetsvoorstellen wijzigen 
-Wetsvoorstellen keuren (meerderheid)


Regering
-Koning+ministers
-Staatssecretarissen
-Wetten bedenken
-Wetten uitvoeren
-Moet steun van Tweede Kamer krijgen 
-Minimaal 76 nodig om te kunnen regeren.

Slide 15 - Tekstslide

Regering heeft informatieplicht
De ministers zijn verplicht om de Tweede Kamer te informeren.


Anders kan de Tweede Kamer de regering niet controleren

Slide 16 - Tekstslide

De oppositie 
Tweede Kamer (150)- regeringspartijen (76) =oppositie (74)

Slide 17 - Tekstslide

Middelen van oppositie
Motie van wantrouwen
Motie van afkeuring

Als meerderheid in de Tweede Kamer voor is moet de motie worden uitgevoerd. 

Slide 18 - Tekstslide

Stel er wordt een motie aangenomen

Waarom is dat uniek?
Wat betekent dat voor een minister?

Slide 19 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat: 2.5 
Hoe: ZF
Hoe lang: rest van de les

Slide 20 - Tekstslide