In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Veilig werken met gereedschappen en machines
Slide 1 - Tekstslide
Doel van de les
Aan het eind van deze les weet jij hoe je veilig met de machines in het technieklokaal kunt werken.
Slide 2 - Tekstslide
Technieklokaal
Je bent in een technieklokaal.
Als je om je heen kijkt, zie je andere dingen dan in een theorielokaal waar je Engels of Wiskunde krijgt. Noteer op de volgende slide welke dingen je in een technieklokaal wel ziet en in een gewoon lokaal niet.
Slide 3 - Tekstslide
Technieklokaal; wat zie je om je heen?
Slide 4 - Woordweb
0
Slide 5 - Video
Waarom is de linker-foto fout?
A
Je moet niet nonchalant zijn; let op wat je doet.
B
Vraag altijd toestemming als je gaat boren.
C
lang haar moet je in een staart doen.
D
Je moet alleen werken, dan wordt je niet afgeleid.
Slide 6 - Quizvraag
Waarom is de rechter-foto fout?
A
Je moet niet nonchalant zijn; let op wat je doet.
B
Vraag altijd toestemming als je gaat boren.
C
lang haar moet je in een staart doen.
D
Je moet alleen werken, dan wordt je niet afgeleid.
Slide 7 - Quizvraag
Waarom is de linker-foto fout?
A
Je moet niet nonchalant zijn; let op wat je doet.
B
De machines moeten stevig en waterpas staan.
C
Je moet de veiligheidsinstructie altijd even lezen.
D
Je moet alleen werken, dan wordt je niet afgeleid.
Slide 8 - Quizvraag
Sleep de tekst 'goed' en 'fout' naar de juiste afbeelding.
Sleep de goede reden naar de balk.
reden waarom de ene foto wel goed is.
goed
fout
Je moet veiligheidsinstructie altijd even lezen!
Vraag altijd toestemming als je gaat boren.
De machines moeten stevig en waterpas staan.
Slide 9 - Sleepvraag
Sleep de tekst 'goed' en 'fout' naar de juiste afbeelding.
Sleep de goede reden naar de balk.
reden waarom de ene foto wel goed is.
goed
fout
Je moet niet nonchalant zijn: let op wat je doet!
Vraag altijd toestemming als je gaat boren.
Lang haar moet je in een staart doen.
Slide 10 - Sleepvraag
Sleep de tekst 'goed' en 'fout' naar de juiste afbeelding.
Sleep de goede reden naar de balk.
reden waarom de ene foto wel goed is.
goed
fout
Je moet alleen werken, anders word je afgeleid.
Losse kleding of touwtjes kunnen in de machines komen en dan gebeuren er ongelukken
Lang haar moet in een staart.
Slide 11 - Sleepvraag
Veiligheid
In een technieklokaal zijn de regels strenger dan in een theorielokaal. Maar er zijn ook regels hetzelfde:
telefoon in de telefoontas;
petjes, hoedjes en capuchon af;
jas aan de kapstok of in je kluisje;
kauwgum in de prullenbak
Slide 12 - Tekstslide
technieklokaal
In het technieklokaal zijn er meer regels:
tassen in het tassenrek;
lang haar moet je vast zetten;
bij een machine werk je alleen;
geen losse koordjes of sjaaltjes;
dichte schoenen.
Slide 13 - Tekstslide
Hiernaast zie je een veiligheidspictogram. Wat betekent dit pictogram?
A
Geen losse haren
B
veiligheidsbril verplicht
C
gehoorbescherming verplicht
D
geen losse kleding
Slide 14 - Quizvraag
Sleep het pictogram naar de juiste omschrijving.
geen losse haren.
lees de instructie
veiligheidsbril verplicht
geen losse kleding
gehoorbescherming verplicht
Slide 15 - Sleepvraag
Slide 16 - Video
00:13
Welke 4 dingen moet je doen voordat je gaat boren?
Slide 17 - Open vraag
00:27
Je moet jezelf beschermen bij het boren. Welke beschermingsmiddelen gebruik je?
A
veiligheidsbril en gehoorbescherming
B
gehoorbescherming en handschoenen
C
handschoenen en mondkapje
D
veiligheidsbril en handschoenen
Slide 18 - Quizvraag
00:33
Moet je je werkstuk altijd vastzetten?
A
ja
B
nee
Slide 19 - Quizvraag
Sleep de woorden naar de juiste plek.
veiligheidskap
aan /uit knop
noodstop
boorkop
boortafel
Slide 20 - Sleepvraag
Slide 21 - Video
Je hoeft lang haar niet altijd in een staart te doen met zagen. Je mag het ook in een vlecht of knot doen of onder een hoofddoek. Als je haar maar niet naar voren kan vallen en in de machine komt.
A
waar
B
niet waar
Slide 22 - Quizvraag
Je mag geen lange kettingen dragen of een keycord. Ook touwtjes van een hoody kunnen gevaarlijk zijn.
A
waar
B
niet waar
Slide 23 - Quizvraag
Als je de veiligheidsinstructie eenmaal een keer hebt gelezen, hoef je hem niet elke keer weer te lezen
A
waar
B
niet waar
Slide 24 - Quizvraag
Bij het zagen met een elektrische zaag moet je een bril op. Als je al een bril hebt, hoeft dat niet.
A
waar
B
niet waar
Slide 25 - Quizvraag
Bij het zagen kunnen splinters wegspringen. Daarom moet je handschoenen aan
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quizvraag
Bij het zagen kunnen splinters wegspringen. Daarom moet je een bril op.
A
waar
B
niet waar
Slide 27 - Quizvraag
Bij het zagen kunnen splinters wegspringen. Daarom moet je gehoorbescherming dragen.
A
waar
B
niet waar
Slide 28 - Quizvraag
Op de zaagmachine zit een metalen beugeltje voor het zaagblad. Dit beugeltje voorkomt dat je te dikke planken gaat zagen.
A
waar
B
niet waar
Slide 29 - Quizvraag
Op de zaagmachine zit een metalen beugeltje voor het zaagblad. Dit beugeltje voorkomt dat je vinger tegen de zaag aan schiet
A
waar
B
niet waar
Slide 30 - Quizvraag
Slide 31 - Video
Voor de hefboomplaatschaar heb je veel ruimte nodig. Waarom kijkt de jongen in de film eerst achterom voordat hij gaat knippen? En wat zou er dan kunnen gebeuren?
Slide 32 - Open vraag
Slide 33 - Video
Wat is de juiste volgorde van de zinnen?
Sleep de nummers 1 t/m 7
naar het goede blauwe vakje.
1
2
3
4
5
6
7
Slide 34 - Sleepvraag
Slide 35 - Video
Boren of schroeven met een accuboormachine?
A
Met een accuboor kun je boren en schroeven
B
Met een accuboor kun je alleen boren
C
Met een accuboor moet je nooit boren, dat is te gevaarlijk
Slide 36 - Quizvraag
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) bij een accuboormachine
A
Bij het boren met een accuboor zet je gehoorbescherming op.
B
Bij het boren met een accuboor zet je een bril op.
C
Bij het boren met een accuboor heb je geen PBM nodig.
Slide 37 - Quizvraag
Veiligheid voor je omgeving bij een accuboormachine
A
Een accuboor werkt op een accu en is dus altijd veilig
B
Als je een accuboor gebruikt, doe je dat het liefst samen met iemand
C
Als je een accuboor gebruikt om te boren, moet je je dat doen waar voldoende vrij ruimte is
Slide 38 - Quizvraag
Sleep de 4 juiste veiligheidspictogrammen naar de rode cirkel.
Slide 39 - Sleepvraag
Sleep de 3 juiste veiligheidspictogrammen naar de rode cirkel.
Slide 40 - Sleepvraag
Sleep de 2 juiste veiligheidspictogrammen naar de rode cirkel.
Slide 41 - Sleepvraag
Sleep de 2 juiste veiligheidspictogrammen naar de rode cirkel.