H8 les 3: Geluidsterkte

H8 les 3: Geluidsterkte 
  • Herhaling paragraaf 2
  •  Uitleg paragraaf 3
  • Toets bespreken
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkuMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

H8 les 3: Geluidsterkte 
  • Herhaling paragraaf 2
  •  Uitleg paragraaf 3
  • Toets bespreken

Slide 1 - Tekstslide

De geluidssnelheid in lucht is
_________ m/s

Slide 2 - Open vraag

Zet de woorden op de juiste plek.
De frequentie van een toon is het aantal____________ per______________.
 
b. De frequentie wordt gemeten in _________    (_______).
trillingen
uur
Hertz
Hz
seconden
HZ

Slide 3 - Sleepvraag


Het frequentiebereik van mensen ligt tussen?
A
10 Hz - 10000 Hz
B
10 Hz - 20000 Hz
C
20 Hz - 20000 Hz
D
5 Hz - 50000 Hz

Slide 4 - Quizvraag

Zet de woorden op de juiste plek.
Hoge Toon
Lage Toon
Dikke snaar
Dunne snaar
Korte snaar
Lange snaar
Lage spanning
Hoge spanning

Slide 5 - Sleepvraag




Welke toon is het hoogst?
A
A
B
B
C
C
D
Dat is niet te zien uit deze beelden

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de formule van frequentie?

Slide 7 - Open vraag

Als de frequentie 300 Hz is, wat is de trillingstijd dan?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk!
Paragraaf 8.3 opdracht 1 t/m 4 en 6
Paragraaf 8.4 opdracht 1 t/m 10

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Leerdoelen
8.3.1 Je kunt uitleggen wat het verband is tussen de geluidssterkte en de amplitude van een trilling.
8.3.2 Je kunt uitleggen hoe de geluidssterkte afhangt van de afstand tot de geluidsbron.
8.3.3 Je kunt beschrijven dat de gehoordrempel en de pijngrens afhangen van de frequentie.
8.3.4 Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen de dB(A) en de dB-schaal.
8.3.5 Je kunt berekeningen maken met het verband tussen geluidssterkte en het aantal geluidsbronnen.




Slide 12 - Tekstslide

Nieuwe Grootheid



Nieuwe Eenheid
Decibel (dB)

Slide 13 - Tekstslide




Hoe groter de amplitude, hoe harder het geluid.

Slide 14 - Tekstslide




Geluidssnelheid is 340 m/s

~~1 km per 3 seconden

Slide 15 - Tekstslide

Hoe stil kunnen jullie zijn?
Hoe luid kunnen jullie zijn?

Slide 16 - Tekstslide


Als het aantal geluidsbronnen twee keer zo groot wordt, neemt de geluidssterkte met 3 dB toe.

Je kunt deze regel alleen gebruiken als alle geluidsbronnen (ongeveer) evenveel geluid maken en op (ongeveer) dezelfde afstand staan.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

dB (A) is de decibelschaal aangepast op het menselijk gehoor
  • Geluidsdrempel is altijd 0 dB
  • Verschillende frequenties worden hoorbaar geluid bij verschillende amplitudes.
  • Dit staat voor dB(Aangepast)

Slide 19 - Tekstslide

Geluidssterkte neemt af als de afstand tot de geluidsbron groter wordt.

Het geluid wordt verdeeld over een groter oppervlakte.

Dit is vergelijkbaar met licht.

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk!
Paragraaf 8.3 opdracht 1 t/m 4 en 6

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoelen
8.3.1 Je kunt uitleggen wat het verband is tussen de geluidssterkte en de amplitude van een trilling.
8.3.2 Je kunt uitleggen hoe de geluidssterkte afhangt van de afstand tot de geluidsbron.
8.3.3 Je kunt beschrijven dat de gehoordrempel en de pijngrens afhangen van de frequentie.
8.3.4 Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen de dB(A) en de dB-schaal.
8.3.5 Je kunt berekeningen maken met het verband tussen geluidssterkte en het aantal geluidsbronnen.




Slide 22 - Tekstslide

H8 les 4: Geluidsoverlast bestrijden

  • Herhaling paragraaf 3
  • Uitleg paragraaf 4 
  • Proef: frequenties onderzoeken

Slide 23 - Tekstslide


A
De amplitude
B
De trillingstijd
C
De frequentie

Slide 24 - Quizvraag

De oscilloscoop heeft vier keer dezelfde instelling.

Welke twee beelden geven de geluiden met de grootste geluidssterkte weer?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video

Leerdoelen
8.4.1 Je kunt beschrijven van welke factoren het afhangt of geluid schadelijk is voor je gehoor.
8.4.2 Je kunt uitleggen waarom het belangrijk is om je oren niet te veel bloot te stellen aan hard geluid.
8.4.3 Je kunt het verschil uitleggen tussen schadelijk en hinderlijk geluid.
8.4.4 Je kunt uitleggen op welke drie manieren je geluidsoverlast kunt bestrijden.

Slide 27 - Tekstslide

Gehoorschade hangt af van: 
- Geluidsterkte
- Tijdsduur 

Direct schade vanaf de pijngrens; 140 dB(A)
Maar ook schade bij lange tijd 80 dB(A)

Slide 28 - Tekstslide

  • Bij gehoorschade moet je trommelvlies repareren. 
  • Bij reparatie gaat altijd een beetje verloren.
  • Na elke reparatie hoor je minder of ga je geluid horen dat er niet is. 

Slide 29 - Tekstslide

 - Schadelijk geluid - 
Beschadigd het trommelvlies

 - Hinderlijk geluid - 
Hindert je dagelijkse leven.
Kan gevaarlijker zijn!

Slide 30 - Tekstslide

Geluidsoverlast bestrijden
Bij de bron: Beter asfalt, banden of lagere snelheid

Bij de ontvanger: 
Extra isolatie of oordopjes

Tussen bron en ontvanger:
Geluidsschermen of geluidswallen

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Leerdoelen
8.4.1 Je kunt beschrijven van welke factoren het afhangt of geluid schadelijk is voor je gehoor.
8.4.2 Je kunt uitleggen waarom het belangrijk is om je oren niet te veel bloot te stellen aan hard geluid.
8.4.3 Je kunt het verschil uitleggen tussen schadelijk en hinderlijk geluid.
8.4.4 Je kunt uitleggen op welke drie manieren je geluidsoverlast kunt bestrijden.

Slide 33 - Tekstslide