Vervoer en duurzaamheid deel 1

Duurzaamheid en transport
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Duurzaamheid en transport

Slide 1 - Tekstslide







Wat is hier aan de hand?

Slide 2 - Woordweb

Welk gas speelt hierbij een rol?
A
H20
B
C02
C
koolstofmonoxide
D
lachgas

Slide 3 - Quizvraag

Leerdoelen
Na deze weet je

Na deze weet je:
  • Wat het (versterkt) broeikaseffect is , waardoor dat wordt veroorzaakt en wat de gevolgen zijn
  • Wat het verschil is tussen fossiele en duurzame energiebronnen?
  • Wat de rol is van transport en de verschillende transportmiddelen voor de klimaatverandering
  • Hoe de transportsector duurzamer zou kunnen worden.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat is het probleem nu met Co2?
A
Geen probleem, anders was het heel erg koud
B
Co2; daar moeten we helemaal van af
C
Door de Co2 stijgt de temperatuur
D
Co2 zorgt voor veel verontreiniging

Slide 6 - Quizvraag

klimaatverandering
Het klimaat op aarde verandert door het gebruik van 
fossiele brandstoffen 
aardgas, aardolie, steenkool  > extra CO₂ in de lucht

• CO₂ is een broeikasgas dat warmte vasthoudt in de dampkring, maar goed ook: anders ijskoud op aarde.  Maar door extra uitstoot >  versterkt broeikaseffect

 Gevolgen opwarming van de aarde: - ijs en sneeuw smelten op de polen en in de bergen - extremer klimaat > ook in Nederland



Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wat kan je doen om klimaatverandering tegen te gaan?

Slide 9 - Open vraag

Welk gevoel geeft de klimaatverandering jou?
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

Hoe groot is de bijdrage van de transportsector op de gehele uitstoot Co2 wereldwijd?
A
ongeveer 10%
B
ongeveer 50%
C
ongeveer 20%
D
ongeveer 75%

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Transport en CO2 uitstoot
Na industrie, energie en landbouw is transport de sector met de grootste uitstoot van broeikasgassen, goed voor bijna een kwart van het totaal.  
Om de CO2-uitstoot door al dit gereis te beperken, investeert de luchtvaartsector in zuinigere vliegtuigen en hernieuwbare biobrandstof. Intussen werkt Rijkswaterstaat aan duurzame weg- en waterverbindingen in eigenland: minder energie, minder grondstoffen
en meer aandacht voor de natuur

Slide 13 - Tekstslide

Percentage uitstoot van totaal transportsector
10,6 %
73,9 %
4,9 %
10,6 %

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Link

Welk vervoersmiddel zorgt in Nederland voor de meeste uitstoot?
A
Vliegtuig
B
Wegverkeer
C
scheepvaart
D
Trein

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Hoeveel KLM passagiers kozen ervoor om hun uitstoot te compenseren?
A
1%
B
0,01%
C
0,1%
D
0,001%

Slide 18 - Quizvraag

Waarom betaal je geen belasting/accijns op vliegtickets?

Slide 19 - Open vraag

Fossiele brandstoffen zijn......
A
zon / water
B
steenkool / wind
C
aardgas / water
D
aardolie / aardgas

Slide 20 - Quizvraag

Energie van grondstoffen die niet worden aangevuld heet fossiele energie. Het kan dus op raken.

Slide 21 - Tekstslide

Energie van grondstoffen die niet opraken noemen we hernieuwbare energie of duurzame energie.

Slide 22 - Tekstslide

Milieu-uitputting
Je weet dat het (onverstandig) gebruiken van grondstoffen kan leiden tot milieu-uitputting. Hoe zit dat bij deze vormen van energie-opwekking?
Altijd duurzaam
Nooit duurzaam

Soms duurzaam
Stoken op olie en gas
Gebruiken van biomassa
Gebruik van zon en wind
Stroom opslaan in accu's

Slide 23 - Sleepvraag

.
 Veel landen willen klimaatneutraal worden. Dat betekent dat er voor hun energieproductie geen milieu-uitputting en milieu-vervuiling meer mag zijn. Daarvoor moet veel veranderen. We noemen deze veranderingen de energietransitie:
de overgang van fossiele naar duurzame energiebronnen

Slide 24 - Tekstslide

Waarom nu niet alles duurzaam?
  • Veel mensen willen dat alle energie duurzaam wordt. Toch gebeurt dat niet.

  • Het maken van nieuwe duurzame energiecentrales is heel erg duur. Iemand moet dat betalen.

  • Er is niet altijd zon of wind. Ook in een windstille nacht hebben we stroom nodig.

  • Accu's zijn zwaar en duur, en bovendien zijn er zeldzame grondstoffen voor nodig.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video


Waarom moet er eerst bezuinigd worden op energiegebruik, voordat we kunnen beginnen met de energietransitie?
A
Dat hoeft niet, groene energie kunnen we zoveel gebruiken als we willen.
B
Door te bezuinigen sparen we geld wat we kunnen investeren in groene energie.
C
Onze huidige fabrieken, lampen en verwarmingen werken niet goed op groene energie.
D
We gebruiken nu meer energie dan we ooit duurzaam kunnen opwekken.

Slide 27 - Quizvraag


Er is niet altijd genoeg zon en wind. De vorige vraag ging over bezuinigen op energiegebruik. Waarom is er dan nog steeds niet genoeg zon en wind?
A
Als de wind gaat liggen en er komen wolken voor de zon, zou de stroom uit kunnen vallen.
B
Door teveel van de zon en wind te gebruiken is er straks misschien te weinig zonlicht over.
C
Er zijn nu nog te weinig zonnepanelen en windmolens. Die moeten we eerst nog maken.
D
Zelfs als de zon fel schijnt en het waait heel hard, hebben we nog niet genoeg energie.

Slide 28 - Quizvraag


Biomassa levert gas op. Als we dit gas verbranden, komt toch CO2 vrij. Waarom noemen we dit dan toch 'groen gas'?
A
De CO2 die bij groen gas vrijkomt, is eerder al door planten uit de lucht gehaald.
B
De naam groen gras slaat op de kleur van plantenafval, verder is dit gas niet duurzaam.
C
Omdat bij gas van biomassa alleen maar waterstofgas vrijkomt.
D
We noemen dit groen gas omdat het ervoor zorgt dat we minder afval hebben.

Slide 29 - Quizvraag

Posteropdracht/ powerpoint
  • Groepjes van 4 leerlingen
  • Maken een poster met informatie over transportmiddel
  • 40 minuten
  • max 10 Bonuspunten op Proefwerk 'klimaat en duurzaamheid'

  1. Over de gevolgen van het transportmiddel op het milieu
  2. Hoe het gebruik van dit transportmiddel aangemoedigd of ontmoedigd  moet worden.
  3. Hoe dit transportmiddel in de toekomst klimaatneutraal zou kunnen worden.
  4. Gebruik Bosatlas van de duurzaamheid en websites in Magister

Slide 30 - Tekstslide

1. Vliegtuig
2. Auto
3. Trein
4. Schip
5. E-bike
6. Scooter
7. Vrachtauto
8. Eigen keuze


Welke groep doet wat?

Slide 31 - Tekstslide