6.3 Weer en klimaat

Weer en klimaat
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Weer en klimaat

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Slide 3 - Tekstslide

Weer of klimaat?
Weer = dit verschilt per dag en plaats -> temperatuur, neerslag, wind, zonneschijn en bewolking. 

Klimaat = gemiddelde temperatuur en neerslag in een groot gebied over 30 jaar. 
Hoort deze grafiek bij klimaat of weer?

Slide 4 - Tekstslide

Weer of klimaat?
Weer
Klimaat
Het waait nu heel hard en het regent in Eindhoven. 
Gisteren heeft het gesneeuwd en was het mistig.
In de toekomst wordt het hier misschien net zo warm als in Spanje. 

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Link

Slide 7 - Video

Werktijd
Wat?

Lees de leerstof op blz. 64 en 66.

Maak het werkblad 'Weer en Klimaat'.
Klaar?

Nakijken en verbeteren.

Verbeter je antwoorden met een andere kleur pen. 
Hoe?

In tweetallen of groepjes. 

Zachtjes overleggen. 

Help elkaar of steek je vinger op. 
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Weer en klimaat

Slide 9 - Tekstslide

Waarom is op het hoge breedte kouder dan op een lage breedte?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Hoe hoger je komt, hoe kouder het wordt. 
Iedere 1000 meter daalt de temperatuur met 6 graden. 

Slide 12 - Tekstslide

Seizoenen
  • Seizoenen ontstaan doordat de aarde draait. 

  • Noordelijk halfrond: zon staat in de zomer hierop gericht. 
  • Zuidelijk halfrond: zon staat in de winter hierop gericht.

  • Hoe werkt dat bij de evenaar?

Slide 13 - Tekstslide

De temperatuur is hier het hele jaar door boven de 20 graden.
Van december t/m februari zijn de dagen hier kort.
Met kerstmis liggen de mensen hier op het strand
Op 21 december is het 24 uur licht op deze plek
Juni t/m augustus zijn hier de warmste maanden van het jaar.

Slide 14 - Sleepvraag

Werktijd
Wat?

Lees de leerstof op blz. 66 en 68.

Maak de opdrachten 5 t/m 12 (6 en 10 niet!). 
Klaar?

Nakijken en verbeteren.

Verbeter je antwoorden met een andere kleur pen. 
Hoe?

In tweetallen of groepjes. 

Zachtjes overleggen. 

Help elkaar of steek je vinger op. 
timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide