OP 2 - 417 - week 24 - Neo / info schrijfexamen / proeftoets / reader
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3
In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Planning
Neologisme
Schrijfexamen: wat kun je verwachten?
Boektoets: opdracht
Zelf aan de slag: proefexamen of taaldossier
Evaluatie en vooruitblik
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Neologisme
‘Nokay’ is precies het woord dat je de hele dag tegen je kinderen wilt zeggen
Wat betekent 'nokay'?
Bron: de Volkskrant
Slide 3 - Tekstslide
Mix van Engels no en okay; een uitdrukking van afkeuring en instemming tegelijk. Nokay is een woord dat je, vooral tegen je kinderen, kunt zeggen als je iets eigenlijk niet goed vindt, maar het intussen ook niet heel erg vindt als het wél gebeurt. Kinderen mogen bijvoorbeeld eigenlijk niet meer op de iPad, omdat ze hun 'schermtijd' al gehad hebben, maar het is wel lekker rustig als jij net even wil koken.
Geen duidelijk 'nee', maar ook geen duidelijk 'OK' (of 'oké') of 'ja' dus.
Geïntroduceerd door Aaf Brandt Corstius, in jaren veertig vorige eeuw al eens gebruikt.
SCHRIJFEXAMEN
vrijdag 13 maart of 17 april
(zie mail)
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
2. Examenvoorbereiding
Meenemen --> ID-kaart!!!
Papieren woordenboek, pen/potlood
Duur
60 minuten
Aantal opdrachten
2 opdrachten
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
2. Examenvoorbereiding
Beoordeling:
Samenhang
Afstemming op doel
Afstemming op het publiek
Woordenschat en woordgebruik
Spelling, interpunctie en grammatica
Leesbaarheid
Slide 6 - Tekstslide
Samenhang
Je brengt op vrij complexe wijze samenhang aan in je tekst. Dit doe je door middel van een goede opbouw en verschillende voeg- en verwijswoorden.
Afstemming op doel
Je werkt de opdrachten adequaat uit, zodat je jouw schrijfdoel bereikt.
Afstemming op het publiek
Je bent consequent in passend woordgebruik en toon, ook in teksten voor verschillende typen publiek.
Woordenschat en woordgebruik
Je hebt een goede woordenschat. Dit laat je zien door te variëren in woordgebruik en een adequate woordkeus. Je gebruikt alle typen voorzetsels vrijwel altijd correct (zoals als gevolg van, in verband met).
Spelling, interpunctie en grammatica
Je hebt een goede beheersing van de spelling, interpunctie en grammatica. Dit laat je zien door correcte zinsconstructies toe te passen. Je gebruikt de werkwoordsvormen over het algemeen correct, ook bij weinig voorkomende werkwoorden. Je verbuigt de overige woordsoorten (zoals ver gelegen, plastic verpakking) vrijwel altijd correct. Je beheerst spelling en interpunctie goed: je maakt zelden spelfouten en je gebruikt alle soorten leestekens vrijwel altijd correct.
Leesbaarheid
Je gebruikt, indien nodig, een heldere lay-out met witregels, kopjes en paragrafen.
Excellent: als je ook briefindeling etc. goed doet.
3. Boektoets
Kies een door jou gelezen boek - zorg dat het geen kinderboek is
Maak een verslag met daarin: - jouw gegevens + de gegevens van het door jou gekozen boek - bedenk een ander eind aan het verhaal: 1 A4 in lettertype Arial pt. 12 (regelafstand 1,0) - waarom heb je voor dit eind gekozen? - eindoordeel over het boek: wat vond je ervan en waarom? Leg uit!
Totaal in te leveren ongeveer 1,5-2 pagina’s
Zorg dat je verhaal een inleiding, middenstuk en slot heeft.
Maak tussenkopjes.
Lever dit in via de mail uiterlijk op 6 maart!
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
4. Lezen leesboek/reader
STILTELES
Reader + boektoets - voorwaarde voor deelname Schrijfexamen
Proefexamen (probeer in 60 min.)
Zelf aan de slag! Hulp: docent
Slide 8 - Tekstslide
Verder met nakijken elo.
4. Proefexamen schrijven: 60 min.
Stilteles
Keuze: verder met taaldossier of proefexamen maken.
Proefexamen? Op computer maken, uitwerking naar mij mailen.