In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Globalisering uitgelegd
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
• Je weet wat oorzaken en gevolgen van globalisering zijn. • Je kunt voorbeelden van globalisering noemen. • Je kunt voordelen en nadelen van globalisering noemen. • Je kent enkele factoren die de economische ontwikkeling van een land beïnvloeden. • Je begrijpt waarom economische ontwikkeling in sommige landen sneller verloopt dan in andere landen.
Slide 2 - Tekstslide
Verschillende schaalniveaus
Lokaal
Regionaal
Nationaal
Continentaal
Mondiaal
Slide 3 - Tekstslide
Regionaal
Nationaal
Continentaal
Mondiaal
Slide 4 - Sleepvraag
Er zijn verschillende schaalniveaus. Wat is de juiste volgorde van kleine naar grote schaal?
De toename van de samenhang in de wereld tussen bedrijven, landen en mensen.
Mondialisering = globalisering
Slide 6 - Tekstslide
Oorzaken globalisering
1. snel en goedkoop transport
2. moderne communicatiemiddelen
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Wereld
De wereld is kleiner geworden.
Leg uit wat hier mee bedoelt wordt?
Slide 9 - Tekstslide
Wat wordt bedoelt met: de wereld wordt steeds kleiner?
Slide 10 - Open vraag
Afstand
Relatieve afstand
Absolute afstand
Slide 11 - Tekstslide
Wat is relatieve afstand?
R
Wat betekent absolute afstand?
A
Relatieve afstand
Absolute afstand
Slide 12 - Tekstslide
Het voorbeeld van Nutella
Is Nutella een goed voorbeeld van globalisering?
Slide 13 - Tekstslide
Grondstoffen en fabrieken voor Nutella
Slide 14 - Tekstslide
Economische voordelen
schaalvergroting produceren gaat effieciënter
loonkosten omlaag multinationals
wereldhandel neemt toe
lagere prijzen consument
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Welke wereldregio profiteert het minst van de toenemende wereldhandel?
A
Afrika
B
Azië
C
Europa
D
Noord-Amerika
Slide 17 - Quizvraag
Waarom kunnen sommige wereldregio's niet profiteren van de groeiende wereldhandel?
Slide 18 - Open vraag
Economische nadelen
multinationals hebben veel macht weggaan
verschil rijk en arm neemt toe
uitbuiting lage lonen landen
Slide 19 - Tekstslide
Triade
De VS, West-Europa en Japan.
Deze 34 rijkste landen, hebben
15% van de bevolking
52% productie
64% export
Slide 20 - Tekstslide
Andere gevolgen
westerse bedrijven westerse ideeën de wereld over
kennis makkelijker de wereld over
meer contact tussen culturen
milieu
zoals vrijheid en democratie
Slide 21 - Tekstslide
Pandemie
Slide 22 - Tekstslide
Hier zie je de luchtkwaliteit in Nederland van eind februari. Waar komt de meeste luchtvervuiling vandaan?
Sleep de namen naar de juist plaats op de kaart.
Ruhrgebied
Amsterdam
Antwerpen
Rotterdam
Slide 23 - Sleepvraag
Vergelijk de luchtkwaliteit in Nederland van eind maart met de luchtkwaliteit van eind februari.
Slide 24 - Tekstslide
Waar kwam de wind vandaan op beide kaarten?
A
noordwesten
B
zuiden
C
zuidwesten
D
zuidoosten
Slide 25 - Quizvraag
Wat is er met de luchtkwaliteit gebeurd in een maand tijd?
A
verbeterd
B
verslechterd
C
gelijk gebleven
D
dat kun je zo niet zien
Slide 26 - Quizvraag
Terug naar globalisering
Slide 27 - Tekstslide
Welk begrip betekent hetzelfde als globalisering?
A
Mondialisering
B
Mondialiteit
C
Internationaal
D
Internationaliteit
Slide 28 - Quizvraag
Door globalisering kunnen wij iPhones, Samsungs, Sony's en Huawei's kopen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 29 - Quizvraag
De volgende zinnen gaan over globalisering. Welke is juist?
A
Door globalisering wordt de handel met het buitenland steeds lastiger.
B
Internet heeft het proces van globalisering versneld.
C
Nu we te maken hebben met globalisering wordt de hele wereld een vrijhandelszone.
D
Steeds minder producten of ingrediënten komen uit het buitenland.
Slide 30 - Quizvraag
Globalisering kan zorgen voor economische groei, maar ook voor werkloosheid. Daarover gaan de volgende zinnen. 1 Een bedrijf verhuist naar een lagelonenland om goedkoper te produceren. 2 Het wordt voor bedrijven makkelijker om in een ander land te produceren. 3 Nederlandse fabrieksarbeiders verliezen hun baan. Wat is de juiste volgorde?
A
Globalisering → 1 → 3 → 2 → werkloosheid
B
Globalisering → 2 → 1 → 3 → werkloosheid
C
Globalisering → 3 → 2 → 1 → werkloosheid
D
Globalisering → 2 → 3 → 1 → werkloosheid
Slide 31 - Quizvraag
Globalisering is een oorzaak van de groeiende welvaartskloof.
Zet de onderstaande woorden in de goede volgorde. Begin met globalisering. Schrijf alleen de cijfers op.
Als je de woorden in de goede volgorde zet, zie je de verklaring van de groeiende welvaartskloof in steekwoorden.
Globalisering
2 globalisering
1 geen of weinig banen
3 meer welvaart in de steden
4 meer werk in de steden
5 komst multinationals
6 groeiende welvaartskloof
tussen platteland en stad
Slide 32 - Sleepvraag
Heb je nog een vraag? Dan kan je deze hier stellen. Aan het einde van deze week ga ik je vraag beantwoorden.
Slide 33 - Open vraag
Wat moet je nu kunnen en kennen?
Je moet alle begrippen kunnen uitleggen.
Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.
Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.