2.4 Verhoudingstabellen laatste les
1 / 19
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wanneer gebruik je verhoudingen waarbij je moet rekenen?
A
Wasmiddel/ wasverzachter
B
Op school
C
Verf mengen op kleur
D
Recepten in de keuken
Slide 2 - Quizvraag
Dit een verhoudingstabel?
2
6
20
5
9
50
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quizvraag
Dit een verhoudingstabel?
2
6
8
5
15
20
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Hoeveel schroeven bij 10 planken?
planken
1
10
schroeven
4
....
A
20
B
50
C
40
D
45
Slide 6 - Quizvraag
Hoeveel schroeven bij 20 planken?
planken
1
10
20
schroeven
4
40
......
A
30
B
75
C
80
D
50
Slide 7 - Quizvraag
potten
12
6
plantjes
72
.......
6 potten
35 plantjes
36 plantjes
37 plantjes
Slide 8 - Sleepvraag
potten
12
6
1
plantjes
72
36
.......
1 pot
4 plantjes
6 plantjes
8 plantjes
Slide 9 - Sleepvraag
Slide 10 - Tekstslide
dozen
1
5
peren
4
.....
5 dozen
10 peren
15 peren
20 peren
Slide 11 - Sleepvraag
dozen
1
5
10
15
peren
4
20
40
.....
15 peren
100 peren
60 peren
80 peren
Slide 12 - Sleepvraag
hoeveel kosten 2 appels?
1 appel
2 appels
4 appels
5 appels
0,70
.......
A
7,00
B
1,40
C
7,40
D
1,00
Slide 13 - Quizvraag
Hoeveel kosten 5 appels?
1 appel
2 appels
4 appels
5 appels
0,70
1,40
2,80
.......
A
1,40
B
3,00
C
2,00
D
3,50
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Wat moet ze betalen voor 250gr druiven?
A
€1,05
B
€90
C
€1,00
D
€0,95
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Nu weet ik hoe verhoudingstabellen werken?
😒🙁😐🙂😃
