Thema Een handje helpen bij

Een handje helpen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 130 min

Onderdelen in deze les

Een handje helpen

Slide 1 - Tekstslide

een handje helpen bij

Slide 2 - Woordweb

Doelen
Aan het einde van deze les kun je..

1. laten zien dat je begrijpt wat helpen is en dat klusjes in huis doen een vorm van helpen is. 
2. het verschil tussen zelfzorg, mantelzorg en vrijwilligerswerk uit kunnen leggen. 
3. het verschil benoemen tussen aardig en behulpzaam zijn. 
4. uitleggen wat het verschil is tussen helpen en geld vragen voor hulp

Slide 3 - Tekstslide

LGO doelen 
  • voorbereiden en uitvoeren van een handje helpen bij. 
  • Dat wat je gedaan hebt verwerken in een korte schriftelijke opdracht
  •  Interviewen: vragen voorbereiden, stellen en verwerken 
  • Foto's toevoegen aan je verslag 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Helpen
We starten met een nieuw Onderwerp .  
Als je klein bent, ben je afhankelijk van de hulp van anderen. Je ouders leren je om voor jezelf te zorgen. Je leraren op school helpen je om de wereld om je heen te begrijpen. Zelf help je anderen ook vaak een handje. Iedereen helpt elkaar wel eens. Je leeft nu eenmaal samen.



Slide 6 - Tekstslide

Kan ik u helpen? Heeft u mijn ... nodig?

  • hulp                               
  • de hulp                         
  • een handje helpen 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is behulpzaamheid 
 Mensen die behulpzaam zijn, zijn bereid om een ander te helpen. Die zien het vaak snel als iemand hulp nodig heeft en helpen graag. Dit zijn de mensen die uit zichzelf helpen en er vrolijk van worden.

Slide 8 - Tekstslide

Aardig betekent...
1) Aangenaam 2) Aanmerkelijk 3) Aantrekkelijk 4) Aimabel 5) Allerliefst 6) Amusant 7) Attent 8) Behoorlijk 9) Behulpzaam 10) Bekoorlijk 11) Belangwekkend 12) Bevallig 13) Boertig 14) Charmant 15) Doddig 16) Energiek 17) Enig 18) Fijn 19) Fijntjes 20) Flink 21) Fors 22) Geschikt 23) Geweldig leuk 24) Gezellig  

Slide 9 - Tekstslide

En als je niet behulpzaam bent, ben je dan niet aardig? Beargumenteer jouw standpunt

Slide 10 - Open vraag

Vind je het belangrijk op aardig te zijn? En om zelf aardig gevonden te worden? Leg je antwoorden uit.

Slide 11 - Open vraag

Hebben behulpzaam zijn en aardig zijn met elkaar te maken?

Slide 12 - Open vraag

Wat vind jij leuke klusjes om te doen? Leg jouw antwoord uit.

Slide 13 - Open vraag

Wat vind jij vervelende klusjes om te doen? Leg jouw antwoord uit.

Slide 14 - Open vraag

wat doe je thuis?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Wat is mantelzorg? 
Mantelzorg is onbetaalde en vaak langdurige zorg voor zieke familieleden of vrienden. Dit kan verzorging zijn of hulp bij dagelijkse activiteiten. Gemeenten ondersteunen mantelzorgers bijvoorbeeld met (tijdelijke) overname van de zorg door een vrijwilliger of beroepskracht (respijtzorg).

Slide 17 - Tekstslide

Ken jij mensen die jonge mantelzorger zijn? Zo ja, kun je er iets over vertellen? Zou jij dat kunnen?

Slide 18 - Open vraag

Waarom een handje helpen? 
Iemand een handje helpen kan een goed gevoel geven. Behulpzaam zijn is een goede eigenschap.
Jullie krijgen de opdracht om iemand te gaan helpen.
Bedenk  wie je zou kunnen gaan helpen.
Het moet echt een opdracht zijn.
Je gaat hierover een verslag maken .
Wees creatief!! Je mag bijvoorbeeld ook een filmpje maken in plaats van foto's

Slide 19 - Tekstslide

Stap 1:



Je bedenkt  wie je een handje gaat helpen

Je bedenkt wat je gaat doen. Bijvoorbeeld:
in de tuin helpen
een auto wassen
een kast opruimen

Slide 20 - Tekstslide

Stap 2
Maak een leuke voorkant

Zet hierop je naam en klas

Zoek een afbeelding die aangeeft wat je gaat doen en zet deze op de voorkant

Slide 21 - Tekstslide

Stap 3


Je gaat een plan van aanpak maken op papier.

Als je iemand gaat helpen dan doe je dat in een bepaalde volgorde,.
Je gebruikt ook materialen.

Je gaat de volgorde opschrijven zoals je denkt dat te gaan doen. Ook de materialen ga je opschrijven

Slide 22 - Tekstslide

Stap 4


Je krijgt nu 2 weken de tijd om de opdracht uit te voeren.

Je maakt 4 foto 's van je werkzaamheden.

Deze ga je in het verslagje dat je op school verder afmaakt verwerken.

Slide 23 - Tekstslide

Stap 5
  • Je interviewt de persoon voor wie je een klusje hebt gedaan. 
  • Je stelt minimaal twee vragen en verwerkt de vragen en antwoorden in je verslag.

Slide 24 - Tekstslide

Stap 6
  • Je levert de opdracht in op een door de docent vastgestelde datum. 
  • Je mag hulp vragen bij het maken van dit verslag. Weet dat dit heel gewoon is, juist door iemand mee te laten lezen en advies te vragen kan je het verslag  nog beter maken. 
Veel succes! 

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag
  • Luister naar de uitleg 
  • Stel vragen
  • Pak je Chromebook en volg het stappenplan  

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Terugblik
  • Hoe is het gegaan
  • Wat ging er goed? 
  • Wat ging minder?  
  • Wat zou de volgende keer anders doen? 

Slide 28 - Tekstslide