mens en Zorg oefentoets blok 6

Mens en Zorg 
blok 6
Gezondheidscentrum
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Mens en Zorg 
blok 6
Gezondheidscentrum

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Je kunt punten noemen waar je op let als het gaat om privacy en beroepsgeheim in de zorg 
  • Je kunt op een correcte manier een cliënt/ klant telefonisch te woord staan
  • Je kunt uitleggen wat bloeddruk is, deze opmeten en wanneer de waardes te hoog of laag zijn. Je kunt het verschil tussen boven- en onderdruk uitleggen
  • Je kunt voorbeelden noemen van zorgtechnologie
  • Je kunt voor- en nadelen noemen van zorgtechnologie
  • Je kunt verschillende toedieningswijzen van medicijnen noemen

Slide 2 - Tekstslide

Privacy en beroepsgeheim

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Waar let je op in de Zorg als het gaat om de Privacy van de cliënt/ patiënt te beschermen?

Slide 5 - Open vraag

Waar wordt er GEEN rekening gehouden met privacy?
A
Je kan alleen bij de gegevens van de verzorgende met een code
B
De gordijnen worden dicht gedaan tijdens het wassen
C
Tijdens het verzorgen staat de deur op een kier
D
Beroepsgeheim

Slide 6 - Quizvraag

Wie heeft te maken met een medisch beroepsgeheim?
A
Iedereen die werkt in de zorg voor mensen
B
Alle autotechnieken
C
Iedereen
D
Alle docenten

Slide 7 - Quizvraag

Stel dat de betrokkenen niet akkoord gaan, mag je dan toch zonder toestemming je bevindingen delen met de huisarts?
A
Ja, je mag altijd met de huisarts overleggen
B
Ja, alleen als je weloverwogen het beroepsgeheim doorbreekt
C
Nee, je mag nooit zonder toestemming met een professional overleggen die niet bij de behandeling betrokken is

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Als je de telefoon opneemt, dan is dit de goede volgorde :
A
noem de bedrijfsnaam, noem je eigen naam, begroet de klant
B
begroet de klant, noem de bedrijfsnaam, noem je eigen naam,
C
noem de bedrijfsnaam, begroet de klant, noem je eigen naam
D
noem je eigen naam, begroet de klant, noem de bedrijfsnaam

Slide 10 - Quizvraag

Noem 5 verpleegtechnische handelingen die een doktersassistent(e) uitvoert

Slide 11 - Open vraag

Wat is de bloeddruk?
A
De druk die het bloed uitoefent op het hart
B
De druk die het bloed uitoefent op de bloedvaten

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Link

Wat is een gezonde bloeddruk?
A
120/60
B
140/80
C
120/80
D
140/60

Slide 14 - Quizvraag

Een te hoge bloeddruk kan leiden tot
A
Flauwvallen
B
Slechte conditie
C
Beschadiging bloedvaten
D
Een infarct

Slide 15 - Quizvraag

Waar is bloeddruk het hoogst?
A
Bij 1
B
Bij 2
C
Allebei even hoog

Slide 16 - Quizvraag

Bovendruk
Onderdruk
Dit is de druk in de vaten als het hart samentrekt. Op dat moment perst het hart het bloed krachtig in de slagaders. 
Dit is de druk in de vaten als het hart zich ontspant. Dit gebeurt tussen 2 hartslagen in. 
systole
diastole

Slide 17 - Sleepvraag

Digitale informatiesystemen in de zorg

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Zorgtechnologie

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Je zag in het fimpje dat er veel technologische toepassingen in dit verpleeghuis zijn.
Wat zijn de voordelen hiervan?

Slide 22 - Open vraag

Domotica
Robotica
Zorgtechnologie
Robotarm (operaties uitvoeren)
Paro, snoezelrobot voor mensen met dementie
stofzuigerrobot
implanteerbare hartritmemonitor onder de huid, registreert 24 uur per dag het hartritme. 
gordijnen openen via een app op je mobiel
verlichting en verwarming regelen via een app
beweging sensoren in de slaapkamer

Slide 23 - Sleepvraag

Noem 3 voordelen van zorgtechnologie

Slide 24 - Open vraag

Noem 2 nadelen van zorgtechnologie

Slide 25 - Open vraag

Medicijnen
  • vrij verkrijgbaar
  • op doktersrecept
  • verschillende toedieningsvormen

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

intramusculair
intraveneus
subcutaan
dermaal
rectaal
sublinguaal
nasaal
onder de tong
onder de huid
in de anus
op de huid
in de neus
in de ader
in de spier

Slide 28 - Sleepvraag

intramusculair
longen
oraal
dermaal
rectaal
sublinguaal
nasaal
injectie
inhalator
tablet
klysma
zetpil
zalf
drank
Spray

Slide 29 - Sleepvraag

Wat zijn voorbeelden van domotica en wat zijn voorbeelden van ADL-hulpmiddelen?
Sleep naar de recherkant en zet op de juiste plek. 

Intercom
Personenalarmsysteem
Ritsopener
Zorgrobot
Toiletverhoger
Tubeknijper
Domotica
ADL-hulpmiddelelen

Slide 30 - Sleepvraag

Voorbeelden van aanpassingen in een huis
Voorbeelden van hulpmiddelen

Slide 31 - Sleepvraag

Domotica
Robotica
Zorgtechnologie
Robotarm (operaties uitvoeren)
Paro, snoezelrobot voor mensen met dementie
stofzuigerrobot
implanteerbare hartritmemonitor onder de huid, registreert 24 uur per dag het hartritme. 
gordijnen openen via een app op je mobiel
verlichting en verwarming regelen via een app
beweging sensoren in de slaapkamer

Slide 32 - Sleepvraag

Wat is een goed voorbeeld van domotica?
A
Het gebruik van een scootmobiel
B
Thuiszorg op afstand
C
Een robot poes voor eenzame ouderen
D
een schakelaar waarmee je verschillende apparaten kan aan en uit zetten

Slide 33 - Quizvraag

Wat zijn de voordelen van domotica in de zorg?
A
de zorgvrager hoeft niet meer gestimuleerd te worden in zijn zelfredzaamheid
B
mensen kunnen langer thuis blijven wonen
C
er is geen verzorgende meer nodig
D
het tekort aan geld is in de zorg helemaal opgelost

Slide 34 - Quizvraag

Wat betekent ‘Domotica’?
Domotica is een verzamelbegrip voor:

A
aanpassingen waardoor rolstoelgebruikers zich veilig kunnen verplaatsen.
B
medicijnen die ervoor zorgen dat mensen langer zelfredzaam blijven.
C
voorzieningen die bepaalde functies in huis automatiseren.
D
zorgrobots die mensen met een beperking ondersteunen.

Slide 35 - Quizvraag

Domotica geeft de cliënt zelf meer
A
Budget
B
Geluksgevoel
C
Zelfbeschikking

Slide 36 - Quizvraag

Wat is geen voorbeeld van domotica?
A
Bewoners met GPS-zenders
B
Een slimme medicijn dispenser
C
Uit bed melding
D
Een hoog-laagbed

Slide 37 - Quizvraag

Wat is het doel van domotica?
A
Iemand zo lang mogelijk alleen laten wonen
B
Opscheppen over de mogelijkheden in je huis
C
het dagelijks leven gemakkelijker en veiliger maken
D
nieuwe apps in huizen uitproberen.

Slide 38 - Quizvraag

Wat behoort NIET tot een zorgtechnologie
A
Rollator: hulpmiddel bij het lopen.
B
Gehoorapparaat: hierdoor horen ze beter
C
Scootmobiel
D
Leesboek

Slide 39 - Quizvraag

Waarom is zorgtechnologie belangrijk?
A
Zo kan de zorgvrager langer zelfstandig blijven wonen.
B
Zo blijft de zorg betaalbaar.
C
A en B zijn beide juist.

Slide 40 - Quizvraag

Noem 1 voordeel en 1 nadeel van Zorgtechnologie

Slide 41 - Open vraag

Check !

  • Je kunt punten noemen waar je op let als het gaat om privacy en beroepsgeheim in de zorg 
  • Je kunt op een correcte manier een cliënt/ klant telefonisch te woord staan
  • Je kunt uitleggen wat bloeddruk is, deze opmeten en wanneer de waardes te hoog of laag zijn. Je kunt het verschil tussen boven- en onderdruk uitleggen
  • Je kunt voorbeelden noemen van zorgtechnologie
  • Je kunt voor- en nadelen noemen van zorgtechnologie
  • Je kunt verschillende toedieningswijzen van medicijnen noemen

Slide 42 - Tekstslide