Lezen/Schrijven 6 - les 2

Welkom!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • 25 minuten lezen
  • Uitleg Boekopdracht 2
  • Literaire termen: identificatie
  • Lezen / Schrijven 6

Slide 2 - Tekstslide

Stillezen
-Kies een boek
-Lees 25 minuten in stilte

Slide 3 - Tekstslide

Lezen

"Ik kan beargumenteerd verslag doen van mijn leeservaring."

Slide 4 - Tekstslide

Podcast
In een literaire podcast ga je met elkaar in gesprek over het boek dat jullie gelezen hebben:
-Bevraag elkaar over passages die jullie mooi, spannend, ontroerend, verrassend, schokkend vonden.
-Bevraag elkaar over in hoeverre jullie je in de hoofdpersoon in kunnen leven.
-Zouden jullie het boek aanraden?

   ->  Zorg ervoor dat je je antwoord kunt onderbouwen.


Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Fake Trip - Margje Woodrow

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Voorbeeld 2
Blauwe dagen - Caja Cazemier

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Voorbeeld 3
De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween - Jonas Jonasson

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Lezen

"Ik kan beargumenteerd verslag doen van mijn leeservaring."

Slide 12 - Tekstslide

Identificatie
Een lezer moet zich met de hoofdpersoon kunnen identificeren: hij moet zich op de een of andere manier betrokken voelen bij het lot van de hoofdpersoon.

De schrijver moet er daarom voor zorgen dat de hoofdpersoon altijd in meer of mindere mate sympathiek op de lezer overkomt, ook bij 'schurken'.

Slide 13 - Tekstslide

Emotionele spanning
Als je je met een van de personages identificeert, wil je graag dat het goed met ze gaat. Een schrijver kan hier mee spelen, door er bijvoorbeeld voor te zorgen de lezer al meer weet dan de personages. Als lezer wil je ze bijvoorbeeld waarschuwen om ze te behoeden voor mogelijke ellende. Je spreekt dan over emotionele spanning.

Slide 14 - Tekstslide

Intellectuele spanning
Wanneer je juist minder of net zo veel weet als de personages, spreek je van intellectuele spanning. Je vraagt je dan van elk persoon af of hij wel de waarheid spreekt en of hij niet meer weet dan dat hij zegt. Je puzzelt als het ware mee met de hoofdpersoon die de zaak op moet lossen.

Slide 15 - Tekstslide

Mogelijke vragen
De ik-persoon vertelt veel over zichzelf en haar familie. Welk effect heeft dit op jou als lezer?

In de laatste alinea lees je wat de ik-verteller heeft gedaan. Heeft dit gevolgen voor wat je van haar vindt? Leg je antwoord uit.

Waarom denk je dat de ik-persoon een brief schrijft aan meneer Harris?

Slide 16 - Tekstslide

Geïnteresseerd?
De 15-jarige Zoe heeft een afschuwelijk geheim. Ze voelt zich daarom verwant met Stuart Harris, een Amerikaanse crimineel die in de dodencel wacht op de uitvoering van zijn doodvonnis. Als geen ander weet hij hoe het is om te leven met geheimen en leugens. In een wanhoopsdaad schrijft Zoe lange brieven aan de veroordeelde, en de lezer wordt stukje bij beetje deelgenoot gemaakt van het drama van liefde en verraad dat zich in haar leven heeft voltrokken.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Lezen + Argumenteren
Dit moet je kunnen:
  • een tekst samenvatten
  • hoofdgedachte benoemen
  • hoofd- en bijzaken onderscheiden
  • tekstverbanden benoemen
  • bronnen op betrouwbaarheid beoordelen
  • feit, mening, standpunt, argument, tegenargument, weerlegging herkennen en benoemen
  • argumentatieschema maken
Afsluitende leestoets

Slide 19 - Tekstslide

Startopdracht
Lezen Special
(oefenen met het beantwoorden van vragen bij teksten)

Slide 20 - Tekstslide

Ik heb mezelf opgevoed
Kies een route: niveau 1 of niveau 2
Werk de opdrachten door en lever deze in.

Slide 21 - Tekstslide

Samenvatten
Elke dag zijn er momenten dat je iets samenvat. Je hebt het zelf waarschijnlijk niet eens door. Een appje sturen, iets uitleggen, tijdens het eten vertellen hoe je dag was, leren voor een belangrijke toets, noem maar op.

Ook een bericht via sociale media is meestal een korte weergave (samenvatting) van een groter verhaal.

Slide 22 - Tekstslide

Samenvatten
Samenvatten hoort bij de leesstrategieën die je al hebt geleerd:
  • Voorspellen (voor het lezen)
  • Ophelderen (tijdens)
  • Vragen stellen (tijdens)
  • Samenvatten (tijdens en na)
  • Terugkijken (na)

Slide 23 - Tekstslide

Samenvatten -> spreken
Je hebt gisteravond de laatste aflevering van een serie gekeken en nu ben je op zoek naar een kijktip.

Vertel elkaar – om de beurt – over een serie die je de moeite waard vindt: geef een korte samenvatting van ongeveer één minuut.


Slide 24 - Tekstslide

Evaluatievragen
1  Welke informatie heb je gedeeld en wat heb je weggelaten?

2 Denk je dat je je klasgenoot een goed beeld hebt gegeven van de serie?    
    Waarom wel/niet?


Slide 25 - Tekstslide

Samenvatten -> schrijven
Je zoekt op je telefoon een foto die je nog niet zo lang geleden gemaakt hebt. Bijvoorbeeld van iets leuks of bijzonders dat je pas geleden meegemaakt hebt.

De situatie op de foto die je gekozen hebt, is zo bijzonder dat je hem graag met vrienden wilt delen op sociale media. Je vertelt in ongeveer vijftig woorden wat je hebt meegemaakt. Schrijf het bericht.

Slide 26 - Tekstslide

Kort, korter, kortst
Laat je bericht lezen door een klasgenoot. Welke informatie kan eventueel weggelaten worden?

Herschrijf je verhaal tot een bericht van ongeveer 25 woorden.

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht
  • Lees het verhaal Karo - één punt nul  (les 1, opdracht 2).
  • Maak een zo kort mogelijke samenvatting.
  • Geef in ieder geval antwoord op de vragen:
       -Wie?
       -Wat?
       -Waar?
       -Wanneer?

Slide 28 - Tekstslide

Karo - één punt nul
Een van de redenen waarom je op de middelbare school fictie leest, is dat verzonnen verhalen je een andere kijk op de wereld kunnen geven. In Karo-één punt nul schetst Lydia Rood een toekomst waarin de technologische ontwikkelingen een enorme impact hebben op mens en maatschappij. 

-Welke verschillende technologische ontwikkelingen spelen een rol in dit         
  verhaal?
-Schetst Lydia Rood een realistisch toekomstbeeld? Leg je antwoord uit.

Slide 29 - Tekstslide

Lezen
Doel: Ik kan beargumenteerd verslag doen van mijn leeservaring.

  • Maak je fictieopdracht af (morgen inleveren).
  • Klaar? -> kies een volgend boek om te lezen

Slide 30 - Tekstslide