4.1 A Textiel en stoom

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

4. Burgers en stoommachines

4.1 De industriële revolutie

A Textiel en stoom

Leerdoel

Aan het einde van de les kunnen jullie uitleggen hoe en waar de industriële revolutie begon

Het begon op het platteland

• In Groot-Brittanië waren er betere landbouw technieken gekomen waardoor er meer voedsel geproduceerd kon worden
• Daardoor groeide de bevolking
• De vraag naar nieuwe kleding werd daar door steeds groter

Een wereld vol machines

• Om sneller kleding te kunnen maken werden er nieuwe machines bedacht
• John Hargreaves bedacht de 'spinning jenny'. Een machine die wel zestien zoveel draden kon spinnen als een spinnenwiel

Stoom en staal

 

• De eerste werkende stoommachine van de Industriële Revolutie was die van Thomas Newcomen rond 1705
• Pas door de verbeteringen van James Watt in 1769 kon de stoomachine pas echt worden aangesloten op de weefmachines
• De stoommachine was een groot succes, en er waren nu ook steenkoolmijnen, ijzerfabrieken en machinefabrieken nodig

De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.

van kleinschalige handmatige productie in de huisnijverheid...

... naar grootschalige machinale productie in fabrieken

Aan het werk

Maken §4.1 A

Welk begrip hoort bij deze betekenis:
Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie; deze periode duurde van 1760 tot 1850.

1. Industrialisatie
2. Kapitalisme
3. Industriële revolutie
4. Monarchie

Wat is industrialisatie?

1. Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
2. Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
3. Een speciale dans.
4. Mensen die in fabrieken werken.

Wat is een van de belangrijkste uitvindingen in de revolutie?

1. stoommachine
2. ploeg
3. straatverlichting
4. dienstensector

In welk land begon de Industriële revolutie?

1. Frankrijk
2. Engeland
3. Nederland
4. Duitsland