KJ- werken aan unit 9 Anglia + meervoud

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1-4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Today
  1. Verder werken in Anglia (unit 9 +10):
         - opdrachten
         - luisteropdrachten
        - essays
   2.  Plurals (meervoud)


Slide 2 - Tekstslide

MEERVOUD

Slide 3 - Tekstslide

DOEL
  • Je kunt Engelse woorden in het meervoud zetten.
  • Je kent een aantal uitzonderingen op de vaste regels

Slide 4 - Tekstslide

meestal krijgt meervoud een vaste -
dog - dogs
house - houses

Slide 5 - Tekstslide

Eindigt een woord op -Y - na een medeklinker = + IES
hobby - hobbies
city- cities

Slide 6 - Tekstslide

Eindigt een woord op -Y - na een klinker =
s
}
+S
-AY
-EY
-UY
-OY
days
keys
guys
boys

Slide 7 - Tekstslide

Na een woord dat eindigt op een sis-klank = + ES
speech - speeches
bus - buses
kiss - kisses
watch - watches

Slide 8 - Tekstslide

Veel woorden die eindigen op O krijgen -ES
potato - potatoes
tomato - tomatoes

Maar! photo - photos

Slide 9 - Tekstslide

Bij woorden die eindigen op -FE, haal je de -fe weg en verander je in -VES
wife - wives
scarf - scarves

Slide 10 - Tekstslide

Engels kent ook een heleboel woorden die een uitzondering zijn op de eerder genoemde regels

Slide 11 - Tekstslide

BOAT
A
boates
B
boats

Slide 12 - Quizvraag

window
A
windowes
B
windows

Slide 13 - Quizvraag

wolf
A
wolves
B
wolfes

Slide 14 - Quizvraag

pony
A
ponies
B
ponys

Slide 15 - Quizvraag

lunch
A
lunchs
B
lunches

Slide 16 - Quizvraag

class
A
classes
B
classies

Slide 17 - Quizvraag

flower
A
flowers
B
floweres

Slide 18 - Quizvraag

mouse
A
mice
B
mouses

Slide 19 - Quizvraag

tooth
A
toothes
B
teeth

Slide 20 - Quizvraag

hobby
A
hobbys
B
hobbies

Slide 21 - Quizvraag

scarf
A
scarves
B
scarfes

Slide 22 - Quizvraag

key
A
keis
B
keys

Slide 23 - Quizvraag

potato
A
potatoes
B
potatoos

Slide 24 - Quizvraag

toy
A
toys
B
toyes

Slide 25 - Quizvraag

monkey
A
monkies
B
monkeys

Slide 26 - Quizvraag

child
A
children
B
childs

Slide 27 - Quizvraag

radio
A
radios
B
radio's

Slide 28 - Quizvraag

coach
A
coaches
B
coachs

Slide 29 - Quizvraag

knife
A
knifes
B
knives

Slide 30 - Quizvraag

tomato
A
tomatoos
B
tomatoes

Slide 31 - Quizvraag

leaf
A
leafes
B
leaves

Slide 32 - Quizvraag

taxi
A
taxis
B
taxi's

Slide 33 - Quizvraag

kiss
A
kisses
B
kissies

Slide 34 - Quizvraag

eye
A
eys
B
eyes

Slide 35 - Quizvraag

sheep
A
sheep
B
sheeps

Slide 36 - Quizvraag

puppy
A
puppees
B
puppies

Slide 37 - Quizvraag