6.2 Voedselrelaties en kringlopen

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Wat gaan we doen?

Herhaling les 6.1

Uitleg 6.2

Huiswerk 6.2 maken

Quiz

Waar moet een voedselweb/voedselketen altijd mee beginnen?

1. Consument
2. Producent
3. Reducent
4. Afvaleter

Hoeveel herbivoren zijn er in dit voedselweb?

1. 2
2. 3
3. 5
4. 6

Biotische factoren

Abiotische factoren

Waarom heeft piramide van biomassa altijd een piramide vorm

1. Er zijn meer predatoren
2. Er zijn altijd meer producenten
3. Er gaat per schakel energie verloren

Maak een correcte voedselketen

6.2 Voedselrelaties en kringlopen

Leerdoelen

 Je kunt de groepen organismen in de kringloop van stoffen beschrijven.

Je kunt de kringlopen van water, koolstof en stikstof beschrijven.

Producenten

Planten: Produceren voedsel voor de rest van de voedselketen

Altijd eerste schakel

Fotosynthese

Consumenten

Dieren : Consumeren de stoffen die planten hebben gemaakt

Planteneters zijn de tweede schakel = Consumenten van de eerste orde

Afvaleters

Eten de dode resten van planten en dieren

Afvaleters laten ook resten achter

Reducenten

Bacteriën en schimmels

Zetten stoffen uit de resten van dode organismen om in koolstofdioxide, mineralen en water

Autotroof en heterotroof

Zelf energierijke stoffen produceren | Energierijke stoffen halen uit voedsel 

Kringlopen

Kringloop van water

Koolstofkringloop

Stikstofkringloop

wel of niet afbreekbaar 

Plastic soup

Microplastics 

Aan het werk

Thema 6 

Bs. 2  Voedselrelaties en kringlopen

Maken opdracht 1 t/m 9

Opdracht 5 hoeft niet

Autotroof

Heterotroof 

Wat betekent 'afbreekbaar'?

1. Dat een materiaal nooit zal vergaan.
2. Dat een materiaal kan worden afgebroken in kleinere stukjes door natuurlijke processen.
3. Dat een materiaal kan worden gerecycled.
4. Dat een materiaal kan worden hergebruikt.

Wat zijn consumenten van de eerste orde?

1. Dieren
2. Afvaleters
3. Producenten
4. Planteneters

Waar horen bacteriën en schimmels bij?

1. Consument
2. Producent
3. Reducent
4. Afvaleter

Wat zijn microplastics?

1. Plastic producten die zijn ontworpen voor microscopisch gebruik.
2. Plastic dat alleen zichtbaar is onder een microscoop.
3. Zeer kleine deeltjes plastic die in het milieu voorkomen.
4. Grote stukken plastic afval.

Zie afbeelding; Autotroof of heterotroof?

1. autotroof
2. heterotroof

Wat is de 'kringloop van water'?

1. Het continue proces waarbij water verdampt, condenseert en neerslaat op aarde.
2. Een proces waarbij water alleen wordt gebruikt voor irrigatie.
3. Een proces waarbij water slechts één keer door het milieu circuleert.
4. Een proces waarbij water alleen in vloeibare vorm bestaat.

Wat wordt bedoeld met 'plastic soup'?

1. De enorme ophoping van plastic afval in de oceanen.
2. Een populaire soep in de fastfoodindustrie.
3. Een soep gemaakt van plastic ingrediënten.
4. Een term voor het recyclen van plastic.