vraag de kaart / het menu
bestel iets te eten en te drinken
zeg dat je ___ erg lekker vindt en ook wat je niet lekker vindt
vraag of de ander ___ lekker vindt en wat hij/zij niet lekker vindt
vraag waar de wc is - de ander geeft antwoord
vraag de rekening
dank en zeg gedag