Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
H3 21.12.2021
Herzlich willkommen
Dienstag 21.12.2021
1 / 40
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
40 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Herzlich willkommen
Dienstag 21.12.2021
Slide 1 - Tekstslide
Heute
Wiederholung der Wörter
Wiederholung der Grammatik
Zeit für 'Die Welle'
Das Ziel von heute: Wörter & Wechselpräpositionen wiederholen + Verben mit Fall kennenlernen.
Slide 2 - Tekstslide
optreden
Slide 3 - Open vraag
gezellig
A
zuverlässig
B
endgültig
C
vernünftig
D
gemütlich
Slide 4 - Quizvraag
gehören zu
Slide 5 - Open vraag
aussehen
nett
ernst
treffen
aardig
serieus
eruitzien
ontmoeten
Slide 6 - Sleepvraag
Die Antworten
optreden - auftreten
gezellig - gemütlich
gehören zu - horen bij
eruitzien - aussehen
aardig - nett
serieus - ernst
ontmoeten - treffen
Slide 7 - Tekstslide
Schreib schwierige Wörter auf!
zuverlässig
endgültig
vernünftig
Slide 8 - Tekstslide
Schreib schwierige Wörter auf!
zuverlässig -
betrouwbaar
endgültig -
definitief
vernünftig -
verstandig
Slide 9 - Tekstslide
KEUZEVOORZETSELS
THEORIE-CHECK!
Slide 10 - Tekstslide
Welke voorzetsels hebben altijd een 3e naamval?
A
an, auf, hinter, neben, in, unter, über, vor, zwischen
B
durch, für, ohne, um, bis, gegen, entlang
C
mit, nach , bei, seit, von, zu, aus
D
anhand, außerhalb, einschließlich, innerhalb, statt, während, wegen, trotz
Slide 11 - Quizvraag
Welke voorzetsels hebben altijd een 4e naamval?
A
an, auf, hinter, neben, in, unter, über, vor, zwischen
B
durch, für, ohne, um, bis, gegen, entlang
C
mit, nach , bei, seit, von, zu, aus
D
anhand, außerhalb, einschließlich, innerhalb, statt, während, wegen, trotz
Slide 12 - Quizvraag
Welke voorzetsels hebben een 3e of een 4e naamval?
A
an, auf, hinter, neben, in, unter, über, vor, zwischen
B
durch, für, ohne, um, bis, gegen, entlang
C
mit, nach , bei, seit, von, zu, aus
D
anhand, außerhalb, einschließlich, innerhalb, statt, während, wegen, trotz
Slide 13 - Quizvraag
Welke rijtje met lidwoorden klopt?
(1e, 3e, 4e naamval mannelijk)
A
der, den, dem
B
der, dem, der
C
der, dem, den
D
der, den, der
Slide 14 - Quizvraag
Welke rijtje met lidwoorden klopt?
(1e, 3e, 4e naamval vrouwelijk)
A
die, der, die
B
die, der, der
C
die, die, der
D
der, die, der
Slide 15 - Quizvraag
Welke rijtje met lidwoorden klopt?
(1e, 3e, 4e naamval onzijdig)
A
dem, das, die
B
dem, das, das
C
das, des, dem
D
das, dem, das
Slide 16 - Quizvraag
Welke rijtje met lidwoorden klopt?
(1e, 3e, 4e naamval meervoud)
A
die, den, der
B
die, der, den
C
der, den, die
D
die, den, die
Slide 17 - Quizvraag
Kun je bij deze zin een vraag stellen met wo? (waar?), wann? (wanneer) of wohin? (waarheen?):
"Chris schwimmt im Schwimmbad".
A
wo?
B
wann?
C
wohin?
D
geen vraag mogelijk
Slide 18 - Quizvraag
Kun je bij deze zin een vraag stellen met wo? (waar?), wann? (wanneer) of wohin? (waarheen?):
"Tycho stellt sein Fahrrad in die Garage".
A
wo?
B
wann?
C
wohin?
D
geen vraag mogelijk
Slide 19 - Quizvraag
Kun je bij deze zin een vraag stellen met wo? (waar?), wann? (wanneer) of wohin? (waarheen?):
"Yara wartet auf den Bus".
A
wo?
B
wann?
C
wohin?
D
geen vraag mogelijk
Slide 20 - Quizvraag
Welke vraag stel je om een vierde naamval te bepalen bij de keuzevoorzetsels?
A
Wohin?
B
Wo?
C
Wodurch?
D
Wovon?
Slide 21 - Quizvraag
Welke vraag stel je om een derde naamval te bepalen bij de keuzevoorzetsels?
A
Wohin?
B
Wo?
C
Wodurch?
D
Wovon?
Slide 22 - Quizvraag
Wat is de juiste vertaling van:
"zwischen"
Slide 23 - Open vraag
Wat is de juiste vertaling van:
"hinter"
Slide 24 - Open vraag
Wat is de juiste vertaling van:
"neben"
Slide 25 - Open vraag
Das Buch liegt auf d... Tisch(m).
A
dem
B
den
Slide 26 - Quizvraag
Das Bild hängt an d... Wand(v).
A
die
B
der
Slide 27 - Quizvraag
Er geht in d... Disko(v).
A
die
B
der
Slide 28 - Quizvraag
Es fällt hinter dein... Stuhl(m).
A
deinem
B
deinen
Slide 29 - Quizvraag
Vul in.
Das Auto steht vor d...….Garage (v)
Slide 30 - Open vraag
Vul in.
Das Heft fällt auf d...…...Boden (m).
Slide 31 - Open vraag
Ik beheers de stof:
A
nog helemaal niet, ik heb hulp nodig
B
van a tot z
C
met een boek erbij lukt het wel
Slide 32 - Quizvraag
Neue Grammatik
Werkwoorden met vaste naamvallen.
Er zijn een aantal werkwoorden die samengaan met een vaste naamval. Schrijf deze in je werkboek en vergeet deze niet te leren voor de toets!
Slide 33 - Tekstslide
Werkwoorden met naamvallen
1e naamval:
sein, werden, bleiben
3e naamval:
helfen, danken, gratulieren
4e naamval:
es gibt, fragen, bitten
Slide 34 - Tekstslide
Verben mit Fall
+1: Mein Vater ist
der
Lehrer
+1: Er wird/bleibt
der
Lehrer.
+3: Sie hilft
der
Mutter.
+3: Wir gratulieren
dem
Mann.
+3: Wir danken
dem
Kind.
+4: Es gibt heute
keinen
Unterricht in der Schule.
+4: Ich frage
dich
.
+4: Ich bitte
die
Frau.
Slide 35 - Tekstslide
Er hilft d____ Mann.
Slide 36 - Open vraag
Sie bitten d____ Frau um Hilfe.
Slide 37 - Open vraag
Er wird d____ erste Finalist.
Slide 38 - Open vraag
Ich danke ____ (jou)
Slide 39 - Open vraag
Zeit für: Die Welle
Gibt es noch Fragen?
Slide 40 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Keuzevoorzetsels
Mei 2021
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
V4 11.01.2022 moeilijk met pers. vnw
Februari 2024
- Les met
45 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Keuzevoorzetsels
Mei 2021
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
V4 Hoofdstuk 2
Februari 2022
- Les met
28 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Keuzevoorzetsels
Juni 2019
- Les met
23 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Kapitel 4 - Lektion 1
Oktober 2020
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
H A 3 keuzevoorzetsels
November 2019
- Les met
24 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Kapitel 4 - Lektion 1
Oktober 2020
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3